Gebruiks- en montage-aanwijzing voor vrieskasten Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat. T M.-Nr.
Inhoudsopgave Inhoudsopgave Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Het verpakkingsmateriaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Het afdanken van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoudsopgave Het snelkoelen van dranken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Diepvriesplateau . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Het gebruik van de koude-accu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Het ontdooien van de vrieskast . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Het reinigen van de vrieskast . . . . . . . . . .
Algemeen Algemeen b Zoemer - toets en controlelampje van de Zoemer - toets c Temperatuuraanduiding d Superfrost - toets en controlelampje van de Superfrost - toets e Aan-/Uit - schakelaar en temperatuurregelaar f Diepvriesladen met diepvrieskalender h Afvoergootje voor het dooiwater g Markeersysteem voor ingevroren levensmiddelen 4
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van het apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het oog op de geringe belasting van het milieu en de mogelijkheden voor afvalverwerking. Afgedankte apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Technische veiligheid Deze vrieskast voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen. Deze vrieskast bevat het koelmidDoor ondeskundig gebruik kunnen del Isobutan (R600a). personen echter letsel oplopen en Dit is een natuurlijk gas dat het milieu kan er materiële schade ontstaan. weinig belast, maar wel brandbaar is.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen De elektrische veiligheid van de vrieskast is uitsluitend gegarandeerd als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende veiligheidsbepalingen is geïnstalleerd. Het is zeer belangrijk dat aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan. Laat de huisinstallatie bij twijfel door een vakman controleren. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan door een ontbrekende of beschadigde aarddraad (bijv.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Bewaar geen blikjes en flessen in de vrieskast met koolzuurhoudende dranken of vloeistoffen die kunnen bevriezen. De blikjes en flessen kunnen in dat geval uit elkaar springen, u zou zich kunnen verwonden en er zou schade kunnen ontstaan. Haal flessen die u in de vrieskast hebt gelegd om snel te koelen er na maximaal één uur weer uit. Doet u dat niet, dan kunnen ze uit elkaar springen, zou u zich kunnen verwonden en zou er schade kunnen ontstaan.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Wat te doen wanneer u het apparaat afdankt Voorkom dat kinderen zich bij het spelen insluiten en in levensgevaar komen. Wanneer de veiligheidsinstructies niet worden opgevolgd kan de fabrikant niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die daar eventueel het gevolg van is. Haal de stekker uit het stopcontact en maak de aansluitkabel onbruikbaar. Beschadig geen delen van het koelsysteem, bijv.
Het in- en uitschakelen van de vrieskast Het in- en uitschakelen van de vrieskast Voor het eerste gebruik Reinig de binnenkant van de vrieskast en de toebehoren. Gebruik daarvoor lauwwarm water met een beetje reinigingsmiddel. Het uitschakelen van de zoemtoon Wrijf daarna alles met een doek droog. Druk op de Zoemer - toets. Het inschakelen van de vrieskast De zoemtoon houdt op. Het controlelampje blijft zolang branden totdat de ingestelde temperatuur is bereikt.
De juiste temperatuur De juiste temperatuur . . . in de diepvriesruimte Het is voor de houdbaarheid van de levensmiddelen zeer belangrijk dat de juiste temperatuur wordt ingesteld. Door micro-organismen bederven de levensmiddelen erg snel. De temperatuur beïnvloedt de snelheid waarmee de micro-organismen groeien. Hoe lager de temperatuur, des te langzamer de micro-organismen groeien en des te langer het duurt voordat de levensmiddelen bederven.
De juiste temperatuur Temperatuuraanduiding De temperatuuraanduiding op het bedieningspaneel geeft bij normaal gebruik de temperatuur aan van de warmste plek in het apparaat. De temperaturen op het display geven een temperatuurbereik aan en zijn geen preciese aanduiding van de echte temperatuur. Wanneer u met behulp van de temperatuurregelaar een andere temperatuur heeft ingesteld, controleer dan de temperatuuraanduiding na ca. 6 uur wanneer de vrieskast lang niet vol is en na ca.
De zoemer De zoemer Dit apparaat is uitgerust met een waarschuwingssysteem waarmee wordt voorkomen dat de temperatuur in de diepvriesruimte ongemerkt stijgt. Het inschakelen van het waarschuwingssysteem Wanneer de temperatuur te veel stijgt klinkt er een zoemtoon. Tegelijk gaat het controlelampje van de zoemtoon knipperen. Of het apparaat een temperatuur te hoog vindt is afhankelijk van de stand aan de temperatuurregelaar.
De functie "Superfrost" De functie "Superfrost" Wat gebeurt er bij het invriezen van verse levensmiddelen? Verse levensmiddelen moeten zo snel mogelijk tot in de kern worden ingevroren. Alleen zo blijven voedingswaarde, vitaminen, vorm en smaak behouden. Hoe langzamer de levensmiddelen invriezen, des meer vocht komt er uit iedere cel vrij. Dit vocht komt in de tussenruimten terecht. De cellen gaan krimpen.
De functie "Superfrost" Het uitschakelen van de superfrost De superfrost wordt automatisch na ca. 50 uur uitgeschakeld. Het controlelampje gaat uit en de koelcapaciteit van het apparaat is weer normaal. Om energie te besparen kunt u de superfrost zelf uitschakelen, zodra in de diepvrieszone een constante temperatuur van minstens -18 °C is bereikt. Druk op de Superfrost - toets. Daarna gaat het controlelampje boven deze toets uit. De koelcapaciteit van het apparaat is weer normaal.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Maximale vriescapaciteit Levensmiddelen kunnen het best zo snel mogelijk tot in de kern worden ingevroren. Daarvoor is het noodzakelijk dat de maximale vriescapaciteit niet wordt overschreden. De maximale vriescapaciteit binnen 24 uur vindt u op het typeplaatje "Vriescapaciteit ..... kg/24 h".
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen – Kruid en zout verse levensmiddelen en geblancheerde groente vóór het invriezen niet. Kruid en zout reeds bereide gerechten voor het invriezen slechts licht. Sommige kruiden veranderen de smaakintensiteit van de gerechten. – Laat warme gerechten en dranken eerst buiten het apparaat afkoelen. Doet u dat niet dan beginnen reeds ingevroren levensmiddelen te ontdooien en wordt er meer stroom verbruikt dan nodig is. Het verpakken Vries de levensmiddelen per portie in.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Diepvrieskalender De diepvrieskalender die zich op de diepvriesladen bevindt geeft de gebruikelijke bewaartijd aan van verschillende soorten levensmiddelen, als ze vers worden opgeslagen. Bij de in de handel verkrijgbare diepvriesproducten is de op de verpakking aangegeven uiterste houdbaarheidsdatum beslissend.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Het bereiden van consumptieijs Laat de producten 10 tot 12 uur stevig invriezen. Hevel ze dan over in een diepvrieszak of diepvriesbakje en leg ze dan in de diepvriesladen. Gebruik hiervoor een bakje voor ijsblokjes zonder rooster. Consumptie-ijs heeft afhankelijk van het vetgehalte iets langer nodig om in te vriezen dan waterijs. Het gebruik van de koude-accu Als het bakje even in water wordt geplaatst kan het consumptie-ijs er gemakkelijk uit worden gehaald.
Het ontdooien van de vrieskast Het ontdooien van de vrieskast Wanneer de vrieskast normaal in gebruik is, ontstaan er na verloop van tijd rijp en ijs op de vriesplaten. Daardoor wordt er minder kou afgegeven en meer stroom verbruikt. Krab de rijp- en ijslagen er niet af, want dan beschadigt u de vriesplaten en functioneert de vrieskast niet meer. Handel het ontdooien zo snel mogelijk af. Hoe langer de ingevroren producten bij kamertemperatuur worden bewaard, des te korter ze houdbaar zijn.
Het ontdooien van de vrieskast lade U (niet kunt te kokend) het gieten. ontdooien water In datingeval versnellen de vrieskast kan door te zetten twee pannetje en wat warm op een water onderzetter in de onderste met heet Giet de onderste diepvrieslade leeg. U kunt het ontdooien versnellen door twee pannetjes op een onderzetter met Neem het dooiwater dat zich verder heet (niet kokend) water in de vrieskast nog in de vrieskast bevindt met een te zetten. spons of doek op.
Het reinigen van de vrieskast Het reinigen van de vrieskast Gebruik nooit zand-, soda-, zuur- of schuurmiddelhoudende reinigingsmiddelen of chemische oplosmiddelen. Ongeschikt zijn ook zogenaamde "schuurmiddelvrije" schuurmiddelen, daar deze doffe plekken veroorzaken. Let erop dat er geen water in de elektronica en in de ventilatieroosters terechtkomt. Gebruik geen stoomreiniger. Stoom kan in aanraking komen met delen van het apparaat die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken.
Het reinigen van de vrieskast Het reinigen van het metalen rooster aan de achterkant Het metalen rooster aan de achterkant van het apparaat (warmtewisselaar) moet minstens eenmaal in het jaar van stof worden ontdaan. Wanneer er zich stof ophoopt wordt er onnodig veel energie verbruikt. Let er bij het reinigen van het metalen rooster op dat er geen kabels of andere onderdelen worden afgescheurd, geknikt of beschadigd. Na het reinigen Sluit de deur van de vrieskast en schakel het apparaat in.
Nuttige tips Nuttige tips Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Wanneer dit niet gebeurt dan kan de gebruiker grote risico’s lopen. Een aantal storingen kunt u echter zelf verhelpen. Wat moet u doen, wanneer . . . . . .
Nuttige tips – of er ineens grote hoeveelheden verse levensmiddelen zijn ingevroren; – of de deur van de vrieskast goed sluit; – of er zich op de vriesplaten een vrij dikke ijslaag bevindt. Klopt dat, ontdooi dan de vrieskast. . . .
Kundendienst Kundendienst Bei Störungen, die nicht selbst beseitigt werden können, benachrichtigen Sie – Ihren Miele Fachhändler oder – den Miele Werkkundendienst. P ^ Salzburg Wien Ü 0800 22 44 666 (06 62) 85 84-3 21 (06 62) 85 84-3 22 (01) 6 80 95 (01) 6 83 00 4 97 11-20 4 97 11-22 Der Kundendienst benötigt Typ und Nummer Ihres Gerätes. Beide Angaben finden Sie auf dem Typenschild im Innenraum des Gerätes.
Elektrische aansluiting Elektrische aansluiting Dit apparaat mag alleen door een erkend elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Dit apparaat is voorzien van een aansluitkabel en een stekker met randaarde, geschikt voor aansluiting op 50 Hz 220 – 240 V. Moet er aan de aansluiting op het elektriciteitsnet of aan de aansluitkabel iets worden veranderd dan mag dat uitsluitend door een erkend bedrijf gebeuren. Dit apparaat mag uitsluitend worden aangesloten op een contactdoos met randaarde.
Tips voor het plaatsen van het apparaat Tips voor het plaatsen van het apparaat Zet geen apparaten op uw kast die warmte afgeven, zoals broodroosters of magnetrons. Doet u dat wel dan wordt er onnodig veel energie verbruikt. Plaats van opstelling Kies geen plaats direct naast een fornuis, een verwarming of in de buurt van een raam, waar de zon direct door heen kan schijnen. Hoe hoger de omgevingstemperatuur is, des te langer het apparaat staat te ronken en des te hoger het stroomverbruik is.
Tips voor het plaatsen van het apparaat Het plaatsen van het apparaat Het stellen van het apparaat Haal eerst de kabelhouder van de achterkant van het apparaat af. Controleer of alle delen aan de achterwand van het apparaat nergens tegenaan kunnen komen. Buig eventueel in de weg zittende delen voorzichtig weg. Schuif het apparaat voorzichtig op de daarvoor bestemde plaats. Stel het apparaat stevig en waterpas via de stelvoeten met de bijgevoegde steeksleutel.
Het veranderen van de draairichting van de deur Het veranderen van de draairichting van de deur Het apparaat wordt geleverd met een rechtsscharnierende deur. Als de deur linksscharnierend moet zijn, moet u de draairichting van de deur veranderen. Open de deur van het apparaat. Draai de bovenste lagerbout b er met de inbus van de bijgevoegde steeksleutel uit en draai hem er aan de andere kant weer in. Maak het sokkelpaneel b met een schroevendraaier los, haal het naar voren en verwijder het.
Het veranderen van de draairichting van de deur Plaats de afdekking f aan de voorkant in het sokkelpaneel terwijl de deur nog open is en klik de afdekking aan de achterkant vast. Plaats het handvat h en de stoppen i aan de andere kant. Draai het deurscharnier c 180°, trek de lagerbout b eruit en zet deze er omgekeerd weer in. Monteer beide onderdelen in de lagersteun g.
Het inbouwen van het apparaat Het inbouwen van het apparaat De luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen mogen niet worden afgedekt of geblokkeerd. Bovendien moeten ze regelmatig stofvrij worden gemaakt. Bij een ombouw met keukenkasten die voldoen aan de norm (diepte max. 580 mm) kan het apparaat direct naast de keukenkast worden geplaatst. De deur van het apparaat c steekt dan aan de zijkant 34 mm en in het midden van het apparaat 51 mm uit ten opzichte van het front van de keukenkast.
Wijzigingen voorbehouden / 44 / 004 NL - 4899 F 7133 S, F 7134 S, F 7231 S, F 7232 S, F 7431 S, F 7531 S Dit papier bestaat uit 100 % chloorvrij gebleekte cellulose en is dus minder belastend voor het milieu.