Operation Manual
Table Of Contents
- Algemeen 4
- Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu 5
- Veiligheidsinstructies en waarschuwingen 6
- Het in- en uitschakelen van de vrieskast 10
- De juiste temperatuur 12
- De zoemer 14
- De functie "Superfrost" 15
- Het invriezen en bewaren van levensmiddelen 16
- Het ontdooien van ingevroren producten 18
- Het bereiden van ijsblokjes 19
- Het bereiden van consumptie-ijs 19
- Het snelkoelen van dranken 19
- Diepvriesplateau 19
- Het gebruik van de koude-accu 20
- Het ontdooien van de vrieskast 21
- Het reinigen van de vrieskast 23
- Nuttige tips 25
- Technische Dienst 28
- Elektrische aansluiting 29
- Tips voor het plaatsen van het apparaat 30
- Het veranderen van de draairichting van de deur 32

Vergrendeling
Met de vergrendeling kunt u voorko-
men dat het apparaat per ongeluk
wordt uitgeschakeld.
Het inschakelen van de vergrendeling
Druk de Zoemer - toets in en houd
deze ingedrukt.
Druk daarbij nog de Superfrost -
toets in en houd beide toetsen tege-
lijk ca. 3 seconden lang ingedrukt tot-
dat het controlelampje van de ver-
grendeling d in de temperatuur-
aanduiding brandt en er een piep-
toon klinkt.
Het apparaat kan pas dan worden uit-
geschakeld wanneer de vergrendeling
weer is opgeheven!
Het opheffen van de vergrendeling
Neem daarvoor dezelfde stappen
als bij het inschakelen van de ver-
grendeling.
– Druk de Zoemer - toets in en houd
deze ingedrukt.
– Druk daarbij nog de Superfrost -
toets in en houd beide toetsen tege-
lijk ingedrukt totdat het controlelamp-
je van de vergrendeling d in de tem-
peratuuraanduiding uitgaat.
Het apparaat kan te allen tijde weer
worden uitgeschakeld.
Bij langere afwezigheid
Wanneer u de vrieskast vrij lange tijd
niet meer gebruikt,
schakel het apparaat dan uit;
trek de stekker uit het stopcontact;
ontdooi het apparaat;
reinig het
en
laat de deur van het apparaat iets
openstaan om te voorkomen dat er
luchtjes ontstaan.
Het in- en uitschakelen van de vrieskast
11