Operation Manual
Table Of Contents
- Algemeen 4
- Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu 5
- Veiligheidsinstructies en waarschuwingen 6
- Het in- en uitschakelen van de vrieskast 10
- De juiste temperatuur 12
- De zoemer 14
- De functie "Superfrost" 15
- Het invriezen en bewaren van levensmiddelen 16
- Het ontdooien van ingevroren producten 18
- Het bereiden van ijsblokjes 19
- Het bereiden van consumptie-ijs 19
- Het snelkoelen van dranken 19
- Diepvriesplateau 19
- Het gebruik van de koude-accu 20
- Het ontdooien van de vrieskast 21
- Het reinigen van de vrieskast 23
- Nuttige tips 25
- Technische Dienst 28
- Elektrische aansluiting 29
- Tips voor het plaatsen van het apparaat 30
- Het veranderen van de draairichting van de deur 32

– Kruid en zout verse levensmiddelen
en geblancheerde groente vóór het
invriezen niet.
Kruid en zout reeds bereide gerech-
ten voor het invriezen slechts licht.
Sommige kruiden veranderen de
smaakintensiteit van de gerechten.
– Laat warme gerechten en dranken
eerst buiten het apparaat afkoelen.
Doet u dat niet dan beginnen reeds
ingevroren levensmiddelen te ont-
dooien en wordt er meer stroom ver-
bruikt dan nodig is.
Het verpakken
Vries de levensmiddelen per portie
in.
Geschikte verpakking
– kunststof folie
– diepvrieszakken van polyethyleen
– aluminiumfolie
– diepvriesbakje
Ongeschikte verpakking
– pakpapier
– braadpapier
– cellofaan
– afvalzakken
– gebruikte plastic zakken
Druk de lucht uit de verpakking.
Sluit de verpakking goed af met:
– elastiekjes
– kunststof klipjes
– touwtjes of
– koudebestendig plakband.
Zakken en diepvrieszakken van poly-
ethyleen kunt u ook met een seal-ap-
paraat afsluiten.
Doe een sticker op de verpakking
met inhoud en invriesdatum.
Het wegleggen
De levenmiddelen kunnen overal in de
diepvriesruimte worden ingevroren, bij
voorkeur in de bovenste diepvriesladen.
Vrij grote hoeveelheden kunnen het be-
ste direct op de vriesplaten worden ge-
legd, daar de levensmiddelen daar bij-
zonder snel worden ingevroren zonder
dat dat ten koste gaat van de kwaliteit.
In dit geval moeten één of meer diep-
vriesladen uit het apparaat worden ge-
haald.
In iedere diepvrieslade en op iedere
vriesplaat kan maximaal 25 kg wor-
den gelegd.
Leg de in te vriezen producten over
de hele breedte op de bodem van
de diepvriesladen of op de vriespla-
ten van het apparaat, zodat ze zo
snel mogelijk tot in de kern worden
ingevroren.
Zorg ervoor dat het materiaal waarin
de in te vriezen producten zijn ver-
pakt droog is, zodat de producten
niet aan elkaar of aan de bodem van-
de diepvriesladen vastvriezen.
Zorg ervoor dat in te vriezen levens-
middelen niet tegen reeds ingevro-
ren levensmiddelen aan komen te
liggen.
Gebeurt dat wel dan kunnen reeds
ingevroren levensmiddelen gaan
ontdooien.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen
17