Operation Manual
Table Of Contents
- Algemeen 4
- Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu 5
- Veiligheidsinstructies en waarschuwingen 6
- Het in- en uitschakelen van de vrieskast 10
- De juiste temperatuur 12
- De zoemer 14
- De functie "Superfrost" 15
- Het invriezen en bewaren van levensmiddelen 16
- Het ontdooien van ingevroren producten 18
- Het bereiden van ijsblokjes 19
- Het bereiden van consumptie-ijs 19
- Het snelkoelen van dranken 19
- Diepvriesplateau 19
- Het gebruik van de koude-accu 20
- Het ontdooien van de vrieskast 21
- Het reinigen van de vrieskast 23
- Nuttige tips 25
- Technische Dienst 28
- Elektrische aansluiting 29
- Tips voor het plaatsen van het apparaat 30
- Het veranderen van de draairichting van de deur 32

Tips voor het plaatsen van het apparaat
Zet geen apparaten op uw kast die
warmte afgeven, zoals broodroos-
ters of magnetrons.
Doet u dat wel dan wordt er onno-
dig veel energie verbruikt.
Plaats van opstelling
Kies geen plaats direct naast een for-
nuis, een verwarming of in de buurt van
een raam, waar de zon direct door
heen kan schijnen.
Hoe hoger de omgevingstemperatuur
is, des te langer het apparaat staat te
ronken en des te hoger het stroomver-
bruik is.
Geschikt is een droge ruimte waar kan
worden geventileerd.
Klimaatklasse
Het apparaat is geconstrueerd voor
een bepaalde klimaatklasse. Een kli-
maatklasse is een kamertemperatuur-
bereik, waarbinnen de temperatuur
zich moet bewegen en waar deze niet
boven of onder mag liggen.
De klimaatklasse van het apparaat
staat aangegeven op het typeplaatje
aan de binnenkant van uw apparaat.
Klimaatklasse Kamertemperatuur
SN, N
ST
T
tot +32 °C
tot +38 °C
tot +43 °C
Met een minimum kamertemperatuur
van +5 °C werken de apparaten gega-
randeerd zonder problemen.
Luchttoevoer en luchtafvoer
De lucht aan de achterwand van het
apparaat wordt warm.
Om een goede luchttoevoer en luchtaf-
voer mogelijk te maken mogen de venti-
latieroosters niet geblokkeerd zijn.
De ventilatieroosters moeten bovendien
regelmatig stofvrij worden gemaakt.
Transportbeveiliging van het
handvat
Wanneer u de deur voor het eerst open-
doet, gaat het handvat van de trans-
portstand over in de gebruiksstand. Dit
is door een klik te horen. Het handvat
staat daarna iets meer van het appa-
raat af dan daarvoor.
Het plaatsen van het apparaat
Haal eerst de kabelhouder van de
achterkant van het apparaat af.
Controleer of alle delen aan de ach-
terwand van het apparaat nergens
tegenaan kunnen komen.
Buig eventueel in de weg zittende
delen voorzichtig weg.
Schuif het apparaat voorzichtig op
de daarvoor bestemde plaats.
Tips voor het plaatsen van het apparaat
30