Gebruiks- en montage-aanwijzing voor de vrieskast met NoFrost-systeem FN 12221 S FN 12421 S FN 12621 S FN 12821 S Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat. nl - NL M.-Nr.
Inhoud Beschrijving van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Het besparen van energie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Het in- en uitschakelen van de vrieskast . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud Het gebruik van de koude-accu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 Het automatisch ontdooien van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Het reinigen van de vrieskast . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Het reinigen van de binnenruimte en de toebehoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Het reinigen van de deur en de zijwanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Beschrijving van het apparaat a Aan / Uit - toets d Vergrendelingssymbool b Superfrost - toets e Menu - symbool (Instellingsmodus voor: – Lichtsterkte van het display – Vergrendeling) c Display Wordt het apparaat een tijdje niet bediend, verandert de lichtsterkte van het display automatisch in de ingestelde lichtsterkte. Zodra er op één van de toetsen wordt gedrukt, brandt het display op maximale sterkte.
Beschrijving van het apparaat a Bedieningspaneel b NoFrost-systeem c Bovenste diepvrieslade te gebruiken als diepvriesplateau d Diepvriesladen (Aantal afhankelijk van het model) 5
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van het apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Dit apparaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen. Ondeskundig gebruik kan echter persoonlijk letsel of beschadiging van het apparaat tot gevolg hebben. Lees deze gebruiksaanwijzing daarom eerst aandachtig door voordat u dit apparaat voor het eerst gebruikt. Hierin vindt u belangrijke instructies met betrekking tot plaatsing, veiligheid, gebruik en onderhoud.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Technische veiligheid ~ Controleer vóórdat het apparaat wordt geplaatst, of het zichtbaar beschadigd is. Een beschadigd apparaat mag niet in gebruik worden genomen. ~ Dit koelapparaat bevat het koelmiddel isobutaan (R600a). Dit is een natuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ De elektrische veiligheid van het apparaat is uitsluitend gegarandeerd als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende veiligheidsbepalingen is geïnstalleerd. Laat de huisinstallatie bij twijfel door een erkend vakman / vakvrouw inspecteren. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door een ontbrekende of beschadigde aarddraad (bijv. een elektrische schok).
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Verdere tips voor het gebruik ~ Raak ingevroren levensmiddelen en metalen gedeelten niet met natte handen aan om letsel aan uw handen te voorkomen. ~ Gebruik geen elektrische apparaten in dit apparaat, bijv. voor het maken van ijs. Dit om vonken en gevaar voor een explosie te voorkomen. ~ Nuttig ijsblokjes en ijslolly's, vooral ~ Bewaar geen blikjes en flessen in de ~ Vries geheel of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen niet opnieuw in.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Sluit de luchttoevoer- en luchtafvoerroosters in het apparaat niet af om te voorkomen dat er geen goede luchtgeleiding plaatsvindt, het stroomverbruik stijgt en de vrieskast beschadigd raakt. ~ Het apparaat heeft een bepaalde klimaatklasse. De klimaatklasse is een kamertemperatuurbereik waar de temperatuur niet boven of onder mag liggen en staat aangegeven op het typeplaatje aan de binnenkant van uw apparaat.
Het besparen van energie Normaal energieverbruik Plaats van het apparaat In geventileerde ruimtes Blootgesteld aan zonnestralen Te hoog energieverbruik In gesloten, niet geventileerde ruimtes Niet blootgesteld aan zonnestralen Niet naast een warmtebron (verwar- Naast een warmtebron (verwarming, ming, fornuis) fornuis) Bij een kamertemperatuur van ca.
Het in- en uitschakelen van de vrieskast Vòòr het eerste gebruik ^ Reinig de binnenkant van het apparaat en de toebehoren met lauwwarm water. ^ Wrijf daarna alles met een doek droog. Het inschakelen van de vrieskast Het uitschakelen van de vrieskast ^ Druk op de Aan/Uit - toets. De temperatuuraanduiding gaat uit. De koeling is uitgeschakeld. Bij langere afwezigheid ^ Druk op de Aan/Uit - toets. De temperatuuraanduiding en het alarm - symbool ; knipperen, totdat het in de vrieskast koud genoeg is.
Het wijzigen van instellingen Instellingsmodus X Bepaalde functies van het apparaat kunt u alleen in de instellingsmodus instellen. – Het in- en uitschakelen van de vergrendeling 0 Het wijzigen van de lichtsterkte van het display U kunt de lichtsterkte van het display aan de omgeving aanpassen. Mogelijk zijn 5 standen. Stand 1 is standaard. – Het wijzigen van de lichtsterkte van het display s De instellingsmodus wordt in het display door menu-symbool X aangegeven.
Het wijzigen van instellingen Het in- en uitschakelen van de vergrendeling ^ Druk zo vaak op de temperatuurtoets, totdat de gewenste lichtsterkte verschijnt. Hoe meer velden van de temperatuuraanduiding branden, des te groter de lichtsterkte van het display. Met de vergrendeling kunt u voorkomen dat het apparaat per ongeluk wordt uitgeschakeld. Het inschakelen van de vergrendeling Bevestig de gewijzigde instelling ^ Druk ca. 5 seconden op de Superfrost - toets.
Het wijzigen van instellingen Wilt u de instellingsmodus verlaten, ^ druk dan op de Aan/Uit - toets of ^ wacht 5 minuten. Het menu-symbool gaat uit en de temperatuuraanduiding geeft de gewenste temperatuur aan. Vergrendelingssymbool 0 gaat branden. Het uitschakelen van de vergrendeling ^ Druk nu op de Superfrost - toets om de vergrendelingsfunctie uit te schakelen. Vergrendelingssymbool 0 gaat knipperen. Veld -18°C in de temperatuuraanduiding gaat uit.
De juiste temperatuur Het is voor de houdbaarheid van de levensmiddelen zeer belangrijk dat de juiste temperatuur wordt ingesteld. Door micro-organismen bederven de levensmiddelen erg snel. De temperatuur beïnvloedt de snelheid waarmee de micro-organismen groeien. Hoe lager de temperatuur, des te langzamer de micro-organismen groeien en des te langer het duurt voordat de levensmiddelen bederven.
De juiste temperatuur Het instellen van de temperatuur ^ Druk zo vaak op de temperatuurtoets, totdat de gewenste temperatuur in de temperatuuraanduiding verschijnt. Drukt u voor het eerst op de toets, dan knippert die temperatuurwaarde die het laatst is ingesteld. Laat u de toets niet los, verandert de temperatuurwaarde continu. Is de stand -32°C bereikt, dan wordt weer met -15°C begonnen. Binnen het aangegeven temperatuurbereik (bijv.
Waarschuwingssysteem Dit apparaat is uitgerust met een waarschuwingssysteem waarmee wordt voorkomen dat de temperatuur in het apparaat ongemerkt stijgt en dat er teveel energie wordt verbruikt, bijv. wanneer de deur openstaat. Hoe kunnen wij het waarschuwingssysteem inschakelen? Is de temperatuur vrij lange tijd hoger geweest dan -18°C, controleer dan of de ingevroren levensmiddelen geheel of gedeeltelijk zijn ontdooid.
De functie "Superfrost" Het gebruik van de superfrost Het uitschakelen van de superfrost Verse levensmiddelen moeten zo snel mogelijk tot in de kern worden ingevroren. Alleen zo blijven voedingswaarde, vitaminen, vorm en smaak behouden. De superfrost wordt automatisch na ca. 65 uur uitgeschakeld. Voor het optimaal invriezen van deze levensmiddelen kunt u daarom het beste de functie "Superfrost" inschakelen, en wel 6 tot 24 uur voordat u de in te vriezen levensmiddelen in het apparaat legt.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Maximale vriescapaciteit Levensmiddelen kunnen het best zo snel mogelijk tot in de kern worden ingevroren. Daarvoor is het noodzakelijk dat de maximale vriescapaciteit niet wordt overschreden. De maximale vriescapaciteit binnen 24 uur vindt u op het typeplaatje "Vriescapaciteit ..... kg/24 h" en is berekend volgens de norm DIN EN ISO 15502. – Hoe minder laden u gebruikt, des te minder energie nodig is.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Het bewaren van diepvriesproducten Wat gebeurt er bij het invriezen van verse levensmiddelen? Wilt u diepvriesproducten bewaren, controleer dan al vóórdat u ze koopt: Verse levensmiddelen moeten zo snel mogelijk tot in de kern worden ingevroren. Alleen zo blijven voedingswaarde, vitaminen, vorm en smaak behouden.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Het invriezen en bewaren van verse levensmiddelen Waar u daarbij op moet letten – Kruid en zout verse levensmiddelen en geblancheerde groente vóór het invriezen niet. Kruid en zout reeds bereide gerechten voor het invriezen slechts licht. Sommige kruiden veranderen de smaakintensiteit van de gerechten.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Vóórdat u de verse levensmiddelen in het apparaat legt Gaat het om een hoeveelheid van meer dan 2 kg, ^ schakel dan enige tijd voor het inruimen de superfrost in. Zie hoofdstuk: "De functie "Superfrost"". De levensmiddelen die al zijn ingevroren krijgen zo een koudereserve. Het inruimen Let op de maximale belading van diepvriesladen en glasplaten.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Het ontdooien van ingevroren levensmiddelen Het bereiden van ijsblokjes Dat kunt u doen – in de magnetron; – in de oven bij het verwarmingssysteem "Hetelucht" of "Ontdooien"; – bij kamertemperatuur; – in de koelkast (de koude die daarbij vrijkomt kan voor het koelen van de andere levensmiddelen worden gebruikt); – in de stoomoven. Platte stukken vlees en vis kunnen gedeeltelijk ontdooid in een hete braadpan worden gelegd. Stukken vlees en vis (bijv.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Diepvriesplateau Het gebruik van de koude-accu Op het diepvriesplateau kunt u kleinere producten invriezen, niet alleen fruit en groenten maar ook kruiden, zonder dat dat ten koste gaat van de kwaliteit. Door een koude-accu te gebruiken voorkomt u dat de temperatuur in de diepvrieszone snel stijgt wanneer de stroom is uitgevallen. Daardoor zijn de levensmiddelen langer houdbaar. ^ Leg de koude-accu in de bovenste diepvrieslade. Na ca.
Het automatisch ontdooien van het apparaat Het apparaat is uitgerust met een "NoFrost" - systeem, waardoor het automatisch ontdooit. Het vrijkomende vocht slaat op de verdamper neer en ontdooit en verdampt regelmatig vanzelf. Doordat het apparaat automatisch ontdooit blijft het altijd ijsvrij.
Het reinigen van de vrieskast Voor het reinigen Let erop dat er geen water in de elektronica of in de ventilatie-openingen terechtkomt. ^ Schakel het apparaat uit. Gebruik geen stoomreiniger. Stoom kan in aanraking komen met delen van het apparaat die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken. ^ Haal de ingevroren levensmiddelen uit het apparaat en sla deze op een koele plaats op. Het typeplaatje in de binnenruimte van het apparaat mag niet worden verwijderd.
Het reinigen van de vrieskast Het reinigen van de binnenruimte en de toebehoren ^ Reinig de binnenruimte en de toebehoren met lauwwarm water en reinigingsmiddel. Het bakje voor de ijsblokjes (modelafhankelijk) kan in de afwasautomaat worden gewassen. De temperatuur van het gekozen afwasprogramma mag niet hoger zijn dan 55 °C! Kunststof onderdelen kunnen in de afwasautomaat verkleuren, wanneer ze in aanraking komen met natuurlijke kleurstoffen, zoals die van wortels, tomaten en ketchup.
Het reinigen van de vrieskast Het reinigen van de deurdichting Behandel de deurdichting niet met olie of vet om te voorkomen dat deze in de loop van de tijd poreus wordt. ^ Reinig de deurdichting regelmatig alleen met helder water en wrijf deze daarna met een doek grondig droog. Het reinigen van de ventilatieopeningen ^ Reinig de ventilatie-openingen regelmatig met een kwast of stofzuiger. Wanneer er zich stof ophoopt, wordt er onnodig veel energie verbruikt.
Nuttige tips De meeste problemen waar u in het dagelijks gebruik mee te maken zou kunnen krijgen kunt u zelf oplossen. Het volgende overzicht helpt u daarbij. Neem contact op met Miele als u de oorzaak van een probleem niet kunt vinden of het probleem niet kunt verhelpen. Open de deur van het apparaat als het enigszins mogelijk is niet vóórdat de storing is verholpen. Op deze manier houdt u het koudeverlies zo gering mogelijk.
Nuttige tips Probleem Oorzaak ^ Stel een hogere temperatuur in. De temperatuur in het apparaat is te laag. De superfrost is nog ingeschakeld. Na ca. 60 uur gaat de superfrost automatisch uit. Het apparaat slaat vaker en voor langere tijd aan. Oplossing Om energie te besparen kunt u de superfrost zelf al eerder uitschakelen en wel ^ door op de Superfrost – toets te drukken. De ventilatieroosters zijn af- ^ Zorg ervoor dat de ventilatieroosters niet worden gedekt of stoffig. afgedekt.
Nuttige tips Probleem Oorzaak Oplossing Het apparaat is conti- Wanneer het apparaat minnu in werking. der vriescapaciteit nodig heeft, schakelt het over op een lager toerental om energie te besparen. Daardoor is het ook langere tijd in werking. Superfrostsymbool ª en de temperatuuraanduiding knipperen. Er is sprake van een defect. ^ Neem contact op met de afdeling Klantcontacten van Miele Nederland. Symbool r brandt. De demo-functie is geacti- ^ Schakel de demo-functie uit. veerd.
Nuttige tips Probleem Oorzaak Oplossing De zoemer gaat en alarm-symbool ; knippert. Zodra het in de vrieskast koud genoeg is, houdt de zoemer op en gaat alarmsymbool ; uit. Controleer dan of de le– een grote hoeveelheid levensmiddelen geheel of gevensmiddelen is ingevrodeeltelijk zijn ontdooid. ren, zonder dat de superIs dat het geval, kook of bak frost ingeschakeld is geze dan eerst voordat u ze weest; weer invriest. – de stroom langere tijd uitgevallen is geweest.
Geluiden en de oorzaken ervan Vaak voorkomen- Waar komen deze geluiden vandaan? de geluiden Brrrrr ... Dit brommende geluid komt van de motor (compressor). Wanneer de motor aanslaat klinkt dit geluid nog iets sterker. Blub, blub ... Deze klotsende, gorgelende of snorrende geluiden komen van de koelvloeistof die door de leidingen stroomt. Klik ... Dit klikkende geluid is altijd te horen wanneer de thermostaat de motor in- of uitschakelt. Sssrrrrr ...
Afdeling Klantcontacten / Garantie Neem bij storingen die u niet zelf kunt verhelpen contact op met – uw Miele-handelaar of – de afdeling Klantcontacten van Miele Nederland B.V. Telefoonnummer en adres van Miele Nederland B.V. vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing. Geef bij het inschakelen van de afdeling Klantcontacten altijd het type en het nummer van het apparaat door. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje in de binnenruimte van het apparaat.
Informatie voor de handelaar Demo-functie r Het deactiveren van de demo-functie Deze vrieskast kan met de zogenaamde "demo-functie" in de handel of in showrooms worden gepresenteerd. Dat houdt in dat het display en de bediening wel werken, maar de koeling niet wordt ingeschakeld. ^ Druk nog eens ca. 5 seconden lang op de Aan / Uit - toets en tegelijk op de temperatuurtoets. De demo-functie wordt in het display met symbool r aangegeven. Het activeren van de demo-functie ^ Druk op de Aan/Uit - toets.
Elektrische aansluiting Dit apparaat mag alleen door een erkend elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Dit apparaat is voorzien van een aansluitkabel en een stekker met randaarde, geschikt voor aansluiting op 50 Hz 220 - 240 V. Dit apparaat mag uitsluitend worden aangesloten op een contactdoos met randaarde. Het is het beste wanneer de contactdoos zich naast het apparaat bevindt en u er gemakkelijk bij kunt.
Tips voor het plaatsen van het apparaat Klimaatklasse Zet geen apparaten op uw koelapparaat die warmte afgeven, zoals broodroosters of magnetrons. Dit om te voorkomen dat er onnodig veel energie wordt verbruikt. Plaats dit apparaat niet direct naast een ander koelapparaat ("side-by-side"). Doet u dat wel, kan er condenswater ontstaan, daar dit apparaat geen zijwandverwarming heeft. Vraag uw vakhandelaar om advies.
Tips voor het plaatsen van het apparaat Het plaatsen van het apparaat Het stellen van het apparaat ^ Haal eerst de kabelhouder van de achterkant van het apparaat af. ^ Controleer of alle delen aan de achterwand van het apparaat nergens tegenaan kunnen komen. Buig eventueel in de weg zittende delen voorzichtig weg. ^ Schuif het apparaat voorzichtig op de daarvoor bestemde plaats. ^ Zet het apparaat direct met de achterwand tegen de muur.
Tips voor het plaatsen van het apparaat Afmetingen van het apparaat A B C FN 12221 S 1250 mm 600 mm 630 mm FN 12421 S 1450 mm 600 mm 630 mm FN 12621 S 1640 mm 600 mm 630 mm FN 12821 S 1840 mm 600 mm 630 mm 41
Het veranderen van de draairichting Het apparaat wordt geleverd met een rechtsscharnierende deur. Moet de deur linksscharnierend zijn, verander dan de draairichting. Daarvoor hebt u het volgende nodig: – schroevendraaiers Torx® 15, Torx® 25, – een sleufschroevendraaier – en de bijgevoegde steeksleutel. Het is beslist noodzakelijk dat u iemand vraagt om u daarbij te helpen. De lagersteun en de lagerbout moeten stevig worden vastgeschroefd. Gebeurt dat niet, valt de deur eruit en kunt u zich zeer doen.
Het veranderen van de draairichting ^ Open de deur. ^ Pak de deur aan de zijkant en aan de onderkant vast, til hem iets naar boven en licht hem er uit. Lagerbout e met schijfje o wordt automatisch uit lagersteun d gelicht. Gebeurt dat niet, ^ druk lagerbout e dan met schijfje o van onder uit de lagersteun. ^ Draai de schroeven f los en haal lagersteun d er af. ^ Draai de schroef van gedeelte g van lagersteun d een beetje los. ^ Plaats gedeelte g in het tegenoverliggende gaatje in lagersteun d.
Het veranderen van de draairichting ^ Klik veerklem n, die aan de onderkant van de deur zit, er met behulp van een sleufschroevendraaier uit en klik de klem er aan de tegenoverliggende kant weer op. ^ Draai de bovenste lagerbout k er met de bijgevoegde steeksleutel uit. ^ Klik de afdekplaatjes l er aan de voorkant met een schroevendraaier uit. ^ Draai de bovenste lagerbout k er met de bijgevoegde steeksleutel aan de andere kant weer in.
Het veranderen van de draairichting ^ Neem de deur en haal het bovenste scharnierblok over de bovenste lagerbout k heen. Het terugplaatsen van de deurgreep Neem beslist de volgende instructies voor het terugplaatsen van de deurgreep in acht. Wanneer de deurgreep verkeerd wordt gemonteerd, wordt de deurdichting beschadigd. ^ Draai de deur naar binnen en zet lagerbout e in lagersteun d. Belangrijk! Draai de lagerbout eventueel om, zodat de inkeping naar de deur en de groeven naar de buitenkant wijzen.
Het veranderen van de draairichting Let er beslist op dat zijgedeelte d van de deurgreep niet tegen de deurdichting aankomt, wanneer de deur opengaat. Gebeurt dat wel, dan raakt de deurdichting op den duur beschadigd. Is dat toch het geval, doe dan het volgende. ^ Stel bevestigingsplaat c nog een keer via de stiften a, totdat de plaat en zijgedeelte d de juiste hoek hebben en het zijgedeelte niet tegen de deurdichting aan komt.
Het stellen van de deur De deur kan later via de buitenste sleufgaten in de onderste lagersteun worden gesteld ten opzichte van de ommanteling van het apparaat. In de volgende afbeelding is de deur niet gesloten. Zo kunnen wij beter laten zien hoe u te werk moet gaan. ^ Verwijder middelste schroef a in de lagersteun. ^ Draai de beide buitenste schroeven b er een eindje uit. ^ Stel de deur door de lagersteun naar links of rechts te verschuiven. ^ Trek de schroeven b daarna stevig aan.
Het inbouwen van het apparaat De tussenruimte tussen het apparaat of de extra kast en het plafond moet minstens 300 cm2 bedragen, zodat de warme lucht ongehinderd kan worden afgevoerd. Is dat niet het geval, dan moet het apparaat meer presteren, wat meer stroom vergt. De ventilatieroosters mogen niet worden afgedekt of geblokkeerd. Bovendien moeten ze regelmatig stofvrij worden gemaakt. a Extra kast b Apparaat c Meubelwand d Muur Het apparaat kan in ieder keukenblok worden ingebouwd.
Wijzigingen voorbehouden / 5011 FN 12221 S, FN 12421 S, FN 12621 S, FN 12821 S M.-Nr.