Operation Manual
Table Of Contents
- Inhoud
- Beschrijving van het apparaat 5
- Veiligheidsinstructies en waarschuwingen 7
- Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu 12
- Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt 14
- Het openen van de deur 14
- Het sluiten van de deur 14
- Kinderbeveiliging 14
- Waterontharder 15
- Voor het eerste gebruik hebt u nodig: 18
- Het doseren van regenereer zout 18
- Controlelampje F 19
- Naspoelmiddel 20
- Het doseren van naspoel mid del 20
- Controlelampje ( 21
- Het instellen van de dosering van het naspoelmiddel 22
- Het inruimen van serviesgoed en bestek 23
- Bediening 31
- Reinigingsmiddelen 31
- Het doseren van rei ni gings mid del 32
- Het inschakelen van de afwas automaat 34
- Het kiezen van een programma 34
- Het starten van het programma 34
- Weergave programmaverloop 34
- Einde van het programma 35
- Het uitschakelen van de afwas automaat 35
- Het uitruimen van de afwas automaat 35
- Het onderbreken van het pro gramma 36
- Wisseling van programma 36
- Extra functie 37
- Reiniging en onderhoud 38
- Reiniging en onderhoud 39
- Nuttige tips 42
- Het verhelpen van storingen 50
- Afdeling Klantcontacten 53
- Programma-overzicht 54
- Na te bestellen accessoires 58
- Elektrische aansluiting 59
- Wateraansluiting 60
- Technische gegevens 62

Waterafvoer
–
In de afvoer van de afwasautomaat
bevindt zich een terugslagklep, zo
-
dat er geen vuil water via de afvoer
-
slang in de automaat terug kan stro
-
men.
–
De afwasautomaat is voorzien van
een flexibele afvoerslang van ca.
1,5 m met een diameter van 22 mm
binnenwerks.
–
De afvoerslang kan met nog een
slang en met een verbindingsstuk
worden verlengd.
De afvoerslang mag maximaal 4 me-
ter lang, de opvoerhoogte maximaal
1 meter zijn!
– Voor de aansluiting van de slang op
het afvoersysteem ter plaatse is bo-
vendien een slangklem bij de auto-
maat verpakt.
Zie montageschema.
– De slang kan naar rechts of links
worden verlegd.
–
De aansluittuit voor de afvoerslang is
geschikt voor slangen van verschil
-
lende doorsneden. Steekt de aan
-
sluittuit te ver in de afvoerslang dan
moet de aansluittuit korter worden
gemaakt. Gebeurt dat niet, dan kan
de afvoerslang verstopt raken.
–
De afvoerslang mag niet korter wor
-
den gemaakt.
–
Zorg ervoor dat er geen knikken in
de afvoerslang komen.
Beluchting van de waterafvoer
Ligt de waterafvoeraansluiting op de
plaats van opstelling dieper dan de ge
-
leiding voor de wieltjes van het onder
-
rek in de deur, moet de waterafvoer
worden belucht.
Gebeurt dat niet, dan kan het water tij
-
dens een programma door de werking
van de zuighevel uit de spoelruimte
stromen.
^
Doe de deur van de afwasautomaat
helemaal open.
^
Trek de onderste sproeiarm omhoog
en haal hem eraf.
^
Snijd de dop van de beluchtingsklep
in de spoelruimte af.
Wateraansluiting
61