Operation Manual
Table Of Contents
- Inhoud
- Beschrijving van het apparaat 5
- Veiligheidsinstructies en waarschuwingen 7
- Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu 12
- Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt 14
- Het openen van de deur 14
- Het sluiten van de deur 14
- Voor het eerste gebruik hebt u nodig 15
- Het opvragen van de water hard heid 15
- Externe waterontharder 16
- Het doseren van regene reer zout 17
- Controlelampje voor het zout 18
- Naspoelmiddel 19
- Het doseren van naspoel mid del 19
- Controlelampje voor het na spoel mid del 20
- Het instellen van de dosering van het naspoelmiddel 21
- Het inruimen van serviesgoed en bestek 22
- Bediening 32
- Reinigingsmiddelen 32
- Het doseren van rei ni gings mid del 33
- Het inschakelen van de af was au to maat 35
- Het kiezen van een programma 35
- Het starten van het pro gram ma 35
- Tijdsaanduiding 36
- # Care - aanduiding 36
- Einde van het programma 36
- Het uitschakelen van de af was au to maat 37
- Het uitruimen van de af was au to maat 37
- Het onderbreken van het pro gramma 38
- Wisseling van programma 38
- Extra functies 39
- Reiniging en onderhoud 45
- Reiniging en onderhoud 47
- Nuttige tips 50
- Het verhelpen van storingen 59
- Programma-overzicht 62
- Afdeling Klantcontacten 66
- Na te bestellen accessoires 67
- Elektrische aansluiting 68
- Wateraansluiting 69
- Technische gegevens 71

Waterafvoer
–
In de afvoer van de afwasautomaat
bevindt zich een terugslagklep, zo
-
dat er geen vuil water via de afvoer
-
slang in de automaat terug kan stro
-
men.
–
De afwasautomaat is voorzien van
een flexibele afvoerslang van ca.
1,5 m met een diameter van 22 mm
binnenwerks.
–
De afvoerslang kan met nog een
slang en met een verbindingsstuk
worden verlengd.
De afvoerslang mag maximaal 4 me-
ter lang, de opvoerhoogte maximaal
1 meter zijn!
– Voor de aansluiting van de slang op
het afvoersysteem ter plaatse is bo-
vendien een slangklem bij de auto-
maat verpakt.
Zie montageschema.
– De slang kan naar rechts of links
worden verlegd.
–
De aansluittuit voor de afvoerslang is
geschikt voor slangen van verschil
-
lende doorsneden. Steekt de aan
-
sluittuit te ver in de afvoerslang dan
moet de aansluittuit korter worden
gemaakt. Gebeurt dat niet, dan kan
de afvoerslang verstopt raken.
–
De afvoerslang mag niet korter wor
-
den gemaakt.
–
Zorg ervoor dat er geen knikken in
de afvoerslang komen.
Beluchting van de waterafvoer
Ligt de waterafvoeraansluiting op de
plaats van opstelling dieper dan de ge
-
leiding voor de wieltjes van het onder
-
rek in de deur, moet de waterafvoer
worden belucht.
Gebeurt dat niet, dan kan het water tij
-
dens een programma door de werking
van de zuighevel uit de spoelruimte
stromen.
^
Doe de deur van de afwasautomaat
helemaal open.
^
Trek de onderste sproeiarm omhoog
en haal hem eraf.
^
Snijd de dop van de beluchtingsklep
in de spoelruimte af.
Wateraansluiting
70