Operation Manual

Controleer regelmatig - ongeveer
2 tot 3 keer per jaar - de algehele
toestand van uw afwasautomaat. De
kans op storingen is daardoor ge
-
ringer.
,
Alle oppervlakken zijn gevoelig
voor krassen.
Alle oppervlakken kunnen verkleu
-
ren of wijzigingen ondergaan wan
-
neer ze met niet-geschikte reini
-
gingsmiddelen in contact komen.
Spoelruimte reinigen
Wanneer u altijd de juiste hoeveelheid
reinigingsmiddel gebruikt, houdt u
daarmee automatisch de spoelruimte
schoon.
Wanneer zich echter toch kalk of vet
heeft afgezet, kunt u deze aanslag met
een speciaal reinigingsmiddel verwij-
deren (bij de Technische Dienst van
Miele verkrijgbaar).
Het reinigen van de deurdich
-
ting en de deur
^
Controleer de deurdichting regelma
-
tig en verwijder eventuele etensres
-
ten met een vochtige doek.
^
Veeg gemorste etens- en drankres
-
ten van de zijkanten van de deur af.
Deze gedeelten horen niet bij de
spoelruimte en de waterstralen kun
-
nen daar niet bijkomen.
Voorzijde van het toestel
reinigen
,
Vuil verwijdert u het best direct.
Als het vuil er langere tijd op inwerkt,
kan het soms niet meer worden ver
-
wijderd en kunnen de oppervlakken
verkleuren of wijzigingen onder
-
gaan.
^
Reinig de voorzijde van het toestel
met een schone sponsdoek, handaf
-
wasmiddel en warm water. Wrijf daar
-
na alles droog met een zachte doek.
U kunt om te reinigen ook een scho
-
ne, vochtige microvezeldoek zonder
reinigingsmiddel gebruiken.
Om schade aan de oppervlakken te
voorkomen, mogen de volgende mid-
delen niet worden gebruikt om de op-
pervlakken te reinigen:
reinigingsmiddelen die soda, ammo-
niak, zuur of chloor bevatten,
kalkoplossende reinigingsmiddelen,
schurende reinigingsproducten, zo
-
als schuurpoeder, schuurmelk,
poetsstenen,
reinigingsmiddelen met oplosmiddel,
reinigingsmiddelen voor roestvrij
staal,
afwasmiddelen voor de afwasauto
-
maat,
ovensprays,
glasreinigers,
schurende harde sponsen en bor
-
stels (bijv. schuursponsen),
scherpe metaalschrapers.
Reiniging en onderhoud
42