Gebruiksaanwijzing voor afwasautomaten Lees beslist de gebruiksaanwijzing en de montage-instructies voordat u uw afwasautomaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat. nl - NL M.-Nr.
Inhoud Beschrijving van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Het apparaat in één oogopslag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Bedieningsveld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . .
Inhoud Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Reinigingsmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Het doseren van reinigingsmiddel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 Het inschakelen van de afwasautomaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 Het kiezen van een programma . . . . . . . . . . .
Inhoud Afdeling Klantcontacten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63 Voor testinstituten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63 Programma-overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64 Na te bestellen accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68 Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . .
Beschrijving van het apparaat Het apparaat in één oogopslag a Bovenste sproeiarm (niet zichtbaar) b Besteklade (afhankelijk van het model) c Bovenrek g Zeefcombinatie h Typeplaatje i Optische functiecontrole j Reservoir voor naspoelmiddel d Middelste sproeiarm k Tweevaksdoseerbakje voor reinigingsmiddel e Luchttoevoer voor het drogen (afhankelijk van het model) l Reservoir voor regenereerzout f Onderste sproeiarm 5
Beschrijving van het apparaat Bedieningsveld a Tijdsaanduiding b Voorprogrammeringstoets , met controlelampje e Programmanamen met controlelampjes f Programmatoets c Toets voor "Turbo" en "Combi-Tab" met controlelampjes g U - toets (Aan - toets) met controlelampje d Controlelampjes voor watertoevoer en waterafvoer, naspoelmiddel en zout h V - toets (Uit - toets) i Optische functiecontrole In deze gebruiksaanwijzing worden verschillende modellen afwasautomaat beschreven.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Deze afwasautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepalingen. Door ondeskundig gebruik kunnen personen echter letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan. Lees deze gebruiksaanwijzing daarom eerst aandachtig door voordat u dit apparaat in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt daarmee schade aan uw automaat. Bewaar deze gebruiksaanwijzing en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar van het apparaat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Technische veiligheid ~ Controleer vóórdat het apparaat wordt geplaatst, of het zichtbaar beschadigd is. Is dat het geval, neem het dan in geen geval in gebruik. Een afwasautomaat die beschadigd is kan uw veiligheid in gevaar brengen. ~ De afwasautomaat mag alleen via een 3-polige stekker met randaarde op het elektriciteitsnet worden aangesloten. De stekker mag niet worden afgeknipt en niet vast aangesloten.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ De kunststof behuizing van de Waterproofventielen bevat een elektrisch onderdeel. Zorg ervoor dat de behuizing niet nat wordt! ~ In de watertoevoerslang bevinden zich spanningsvoerende delen. De slang mag daarom niet worden doorgeknipt. ~ Het Miele-Waterproofsysteem biedt een betrouwbare bescherming tegen waterschade, maar wel op de volgende voorwaarden: – De afwasautomaat moet volgens de voorschriften geïnstalleerd zijn.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Plaatsing Juist gebruik ~ Neem bij plaatsing en aansluiting van de afwasautomaat de instructies in het montageschema in acht. ~ Gebruik geen oplosmiddelen in de ~ De afwasautomaat moet waterpas worden geplaatst. ~ Adem geen poedervormige reini- ~ Onder of in te bouwen afwasautomaten mogen omwille van de stabiliteit uitsluitend worden geplaatst onder een doorlopend werkblad dat is vastgeschroefd aan de kasten die ernaast staan.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Doseer geen poedervormig of vloeibaar reinigingsmiddel in het reservoir voor het regenereerzout, want dan gaat de ontharder kapot. ~ Gebruik uitsluitend het speciale grofkorrelige regenereerzout of andere zuivere ingedampte zouten. Gebruik in geen geval andere soorten zout, bijv. keukenzout of strooizout. Deze soorten zout bevatten soms niet in water op te lossen deeltjes die een nadelig effect kunnen hebben op de werking van de ontharder.
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu Het wegdoen van het verpakkingsmateriaal De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen omdat dit het milieu relatief weinig belast en kan worden hergebruikt.
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu Economisch afwassen Deze afwasautomaat werkt uiterst water- en energiebesparend. U kunt nog spaarzamer te werk gaan, indien u de volgende adviezen opvolgt: ^ Het is mogelijk om de afwasautomaat op warm water aan te sluiten. Bijzonder geschikt is een warmwateraansluiting bij een energetisch gunstige warmwaterbereiding, bijv. zonne-energie met circulatieleiding.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt Het openen van de deur Het sluiten van de deur ^ Schuif de rekken naar binnen. ^ Sluit de deur totdat deze vastklikt. ^ Trek aan de deurgreep. Wanneer de deur wordt geopend terwijl de afwasautomaat in gebruik is, worden alle functies automatisch onderbroken.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt Waterontharder Om goede reinigingsresultaten te bereiken heeft de afwasautomaat zacht (kalkarm) water nodig. Bij hard water ontstaat er witte kalkaanslag op het vaatwerk en op de wanden van de spoelruimte. Water met een waterhardheid van 4 °dH (0,7 mmol/l) moet daarom worden onthard. Daar wordt in de ingebouwde waterontharder automatisch voor gezorgd. Vanuit de fabriek is een waterhardheid van 15 °dH (2,7 mmol/l) geprogrammeerd.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt Het programmeren van de waterhardheid Bij het programmeren gaan iedere keer nadat u op een toets hebt gedrukt weer andere controlelampjes knipperen en branden. Voor de programmering zijn echter alleen die controlelampjes van belang die in de volgende stappen worden genoemd. U kunt het programmeren altijd zonder problemen afbreken en van voren af aan beginnen, wanneer u de afwasautomaat met de V - toets uitschakelt.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt Het opvragen van de waterhardheid °dH 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37-45 46-60 61-70 mmol/l °f 2 0,2 4 0,4 5 0,5 7 0,7 9 0,9 11 1,1 13 1,3 14 1,4 16 1,6 18 1,8 20 2,0 22 2,2 23 2,3 25 2,5 27 2,7 29 2,9 31 3,1 32 3,2 34 3,4 36 3,6 38 3,8 40 4,0 41 4,1 43 4,3 45 4,5 47 4,7 49 4,9 50 5,0 52 5,2 54 5,4 56 5,6 58 5,8 59 5,9 61 6,1 63 6,3 65 6,5 67-81 6,7-8,1 8,3-10,8 83-108 11,0-12,6 11
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt Voor het eerste gebruik hebt u nodig – ca. 1 kg regenereerzout; – reinigingsmiddel voor huishoudafwasautomaten; – naspoelmiddel voor huishoudafwasautomaten. Iedere afwasautomaat wordt in de fabriek op zijn werking getest. Als gevolg van deze tests blijft er water in het apparaat achter. Dit betekent niet dat het apparaat eerder door een andere consument is gebruikt. Het doseren van regenereerzout Doseer dit zout ook wanneer u combi-tabs gebruikt.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt ^ Doe de deur voordat u gaat doseren maar voor de helft open, zodat al het zout in het zoutreservoir terechtkomt. ^ Open het klepje van het zoutreservoir door op het knopje te drukken in de richting van de pijl. Giet geen water in het zoutreservoir! ^ Doseer maximaal zoveel zout in het zoutreservoir totdat het vol is of er water uit de opening loopt. In het zoutreservoir kan afhankelijk van het soort zout max. 1 kg. Doseer niet meer dan 1 kg zout.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt Controlelampje voor het zout ^ Vul na afloop van een programma zout bij wanneer het controlelampje "Zout" brandt. Het is mogelijk dat het controlelampje nog korte tijd blijft branden, nadat u zout hebt bijgevuld. Het lampje gaat uit, zodra zich een zoutconcentratie heeft gevormd die hoog genoeg is. Bovengenoemd controlelampje gaat niet branden, wanneer er een waterhardheid onder de 4 °d (= 0,7 mmol/l) is geprogrammeerd.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt Naspoelmiddel Naspoelmiddel is nodig om ervoor te zorgen dat het water tijdens het drogen als een film van het vaatwerk afloopt en het vaatwerk na het spoelen droogt zonder dat het vlekken gaat vertonen. Het doseren van naspoelmiddel Het naspoelmiddel wordt in het reservoir voor naspoelmiddel gedoseerd en bij het naspoelen in de ingestelde hoeveelheid automatisch toegevoegd.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt Controlelampje voor het naspoelmiddel Wanneer het controlelampje "Naspoelmiddel" in het bedieningspaneel gaat branden zit er nog een reserve in voor 2 - 3 afwasbeurten. ^ Vul op tijd naspoelmiddel bij. Is de "Combi-Tab" - functie gekozen, dan gaat het controlelampje voor het naspoelmiddel niet branden. Zie hoofdstuk: "Bediening", paragraaf: "Extra functies". ^ Doseer zoveel naspoelmiddel totdat het in het zeefje in de vulopening zichtbaar is.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt Het instellen van de dosering van het naspoelmiddel Is dat niet het geval, begin dan van voren af aan. De dosering van het naspoelmiddel is instelbaar in hoeveelheden van ca. 0-6 ml. Vanuit de fabriek is een hoeveelheid van ca. 3 ml naspoelmiddel ingesteld. Deze hoeveelheid wordt geadviseerd. ^ Druk 3x op de "Turbo" / "Combi-Tab" toets. Voor een optimaal reinigingsresultaat kunt u de dosering aanpassen.
Het inruimen van serviesgoed en bestek Waar u bij het inruimen van serviesgoed en bestek op moet letten ^ Verwijder de ergste etensresten van het vaatwerk. Het is niet nodig om het vaatwerk van te voren onder stromend water af te spoelen! ,Was vaatwerk met as, zand, was, smeervet of verf niet in de afwasautomaat. Deze stoffen beschadigen de afwasautomaat. U kunt ieder stuk servies in principe overal in de rekken inruimen. Neem daar echter de volgende tips bij in acht.
Het inruimen van serviesgoed en bestek Serviesgoed en bestek die niet geschikt zijn voor de afwasautomaat – Serviesgoed en bestek die óf helemaal óf voor een deel uit hout bestaan drogen uit en worden lelijk. Bovendien houdt de lijm niet in de afwasautomaat. Het gevolg daarvan is dat houten grepen los kunnen raken. – Kunstvoorwerpen, antieke vazen of glazen met decoraties zijn niet bestand tegen de afwasautomaat. – Voorwerpen van niet hittebestendig kunststof kunnen vervormen.
Het inruimen van serviesgoed en bestek Bovenrek ,Gebruik de afwasautomaat om veiligheidsredenen niet zonder boven- en onderrek. Kopjesrek ^ Klap het kopjesrek omhoog om hoog servies goed te kunnen inruimen. Steunbeugel (afhankelijk van het model) Glazen staan steviger wanneer u ze tegen de steunbeugel aanzet. ^ Plaats in het bovenrek klein, licht en teer serviesgoed zoals glazen, kopjes, schoteltjes en dessertschaaltjes. U kunt er ook een plat pannetje in plaatsen.
Het inruimen van serviesgoed en bestek Glazenbeugel (afhankelijk van het model) Hoge glazen en glazen met een lange steel staan steviger wanneer u ze tegen de glazenbeugel aanzet. ^ Klap de beugel omlaag en zet de hoge glazen ertegenaan.
Het inruimen van serviesgoed en bestek Het verstellen van het bovenrek Om in het boven- of onderrek meer plaats te krijgen voor hoger serviesgoed kunt u het bovenrek in hoogte verstellen. U kunt kiezen tussen 3 standen met een verschil van telkens ca. 2 cm. Wanneer water in holle gedeelten blijft liggen, kunt u het bovenrek beter schuin plaatsen, nl. met één kant hoog en met één kant laag. Het water stroomt dan gemakkelijker weg.
Het inruimen van serviesgoed en bestek Onderrek Omklapbare spijlen ^ Plaats in het onderrek groot en zwaar serviesgoed zoals borden, platte schotels, pannen en schalen. U kunt ook schoteltjes, ontbijt- en dessertbordjes in het onderrek zetten. Tussen de spijlen kunt u schoteltjes, borden en platte schotels plaatsen. De spijlen aan de achterkant kunt u omklappen om meer ruimte te krijgen voor grote stukken serviesgoed, bijv. potten, pannen en schalen.
Het inruimen van serviesgoed en bestek Uitneembaar inzetrek met spijlen Fleshouder (afhankelijk van het model) U kunt het inzetrek met spijlen uit het apparaat halen om meer ruimte te krijgen voor groter serviesgoed, bijv. een platte pan, of om een ander inzetrek te plaatsen. Op de fleshouder kunt u smal serviesgoed plaatsen zoals een melk- of babyfles. ^ Zet de fleshouder alleen in het onderrek zoals op het plaatje afgebeeld.
Het inruimen van serviesgoed en bestek Bestek Besteklade (afhankelijk van het model) ^ Plaats het bestek in de besteklade zoals op het plaatje. Wanneer de lepels niet met de grepen tussen de opstaande kammen passen, leg ze dan met de grepen op de getande kammen. Wanneer u messen, vorken en lepels als aparte groepen in de besteklade legt, kunt u ze er na het afwasprogramma makkelijker uithalen en opbergen.
Het inruimen van serviesgoed en bestek Bestekkorf (afhankelijk van het model) ^ Wilt u het bestek snel schoon en droog hebben, plaats het dan zo in de bestekkorf dat de grepen beneden en de snijkanten van de messen en de tanden van de vorken boven zitten. Wanneer u daardoor echter kans loopt om zich daaraan te verwonden, dan kunt u het bestek beter zo plaatsen dat de grepen boven en de scherpe kanten beneden zitten. ^ Plaats de bestekhouder als dat nodig is op de bestekkorf.
Bediening Reinigingsmiddelen ,Gebruik uitsluitend reinigingsmiddelen voor huishoudafwasautomaten. Verschillende werkstoffen Moderne reinigingsmiddelen bevatten vele werkstoffen. De belangrijkste: – Fosfaat. Dit onthardt het water en voorkomt daarmee kalkaanslag. – Alkalische stoffen. Deze zijn nodig voor het weken van aangekoekt vuil. – Enzymen. Deze verminderen zetmeel en lossen eiwit op. – Bleekmiddel op zuurstofbasis. Dit verwijdert kleurige vlekken zoals thee-, koffie- en ketchupvlekken.
Bediening Het doseren van reinigingsmiddel ^ Neem bij het doseren de aanwijzingen op de verpakking in acht. ^ Wanneer er niet iets anders op de verpakking staat, doseer dan één tab of - afhankelijk van de vuilgraad - 20 tot 30 ml in vakje II. Is het vaatwerk sterk vervuild, doseer dan ook nog eens een geringe hoeveelheid reinigingsmiddel in vakje I. Zie hoofdstuk "Programma-overzicht". ^ Gebruik bij het programma "Snel" geen tabletten. De tabletten lossen bij dit programma niet helemaal op.
Bediening Doseerhulp In vakje I kan maximaal 10 ml en in vakje II kan maximaal 50 ml reinigingsmiddel. In vakje II zijn markeringen aangebracht om het doseren makkelijker te maken: 20, 30. Wanneer de deur 90° geopend is geven deze streepjes in ml aan hoeveel reinigingsmiddel er ongeveer in zit. ^ Open het reinigingsmiddeldoseerbakje door op de toets te drukken. Na afloop van een afwasprogramma is het reinigingsmiddelbakje altijd geopend.
Bediening Het inschakelen van de afwasautomaat ^ Draai de waterkraan open indien deze nog gesloten is. ^ Open de deur van de afwasautomaat. ^ Controleer of de sproeiarmen vrij kunnen draaien en niet worden geblokkeerd. ^ Druk op de U - toets. Het controlelampje U en het controlelampje van het laatst ingestelde programma gaan branden. Het kiezen van een programma Laat de keuze voor een programma steeds afhangen van het soort vaatwerk en de mate waarin dat is vervuild.
Bediening Tijdsaanduiding Einde van het programma Voordat er een programma start geeft de tijdsaanduiding in uren en minuten de tijd aan die het gekozen programma gaat duren, de zgn. resttijd. Deze tijd wordt tijdens het afwasprogramma in de tijdsaanduiding afgeteld. Na afloop van een afwasprogramma gaat, wanneer de deur nog dicht is, de optische functiecontrole langzaam knipperen.
Bediening Het uitschakelen van de afwasautomaat Het uitruimen van de afwasautomaat ^ Open de deur na afloop van het programma. ^ Heet serviesgoed breekt snel! Laat het serviesgoed daarom na het uitschakelen van de automaat zo lang in de afwasautomaat afkoelen, totdat u het goed kunt vastpakken. ^ Druk op de V - toets. De afwasautomaat verbruikt stroom zolang u hem niet met de V - toets hebt uitgeschakeld.
Bediening Het onderbreken van het programma Het afwasprogramma wordt onderbroken, zodra u de deur opendoet. Zodra u de deur weer dichtdoet, gaat het programma na enkele seconden daar verder, waar het is onderbroken. ,Wanneer het water in de afwasautomaat heet is, loopt u het risico om zich te verbranden. Wanneer u de deur beslist moet openen, doe dat dan zeer voorzichtig. Laat de deur voordat u die weer sluit ca. 20 seconden op een kier staan, zodat de temperatuur zich in de spoelruimte kan verdelen.
Extra functies Turbo / Combi - Tab Combi-Tab Met de "Turbo" / "Combi-Tab" - toets kunt u de extra functies "Turbo" en "Combi-Tab" kiezen. Met behulp van de "Combi-Tab" - functie kunt u het reinigingsmiddelsoort in uw automaat instellen en daarmee het reinigingsresultaat optimaliseren. Met de "Turbo" / "Combi-Tab" - toets kunt u kiezen tussen een normaal reinigingsmiddel en een combi-tab. ^ Open de deur. ^ Schakel de afwasautomaat met de U - toets in. Het controlelampje U gaat branden.
Extra functies Voorprogrammering ^ Open de deur. U kunt het tijdstip dat het door u gekozen afwasprogramma start van tevoren instellen. Dit kunt u bijvoorbeeld doen om gebruik te maken van het nachttarief. ^ Schakel de afwasautomaat met de U - toets in. U kunt de start minimaal 30 minuten en maximaal 24 uur van tevoren instellen. Het controlelampje U gaat branden. ^ Kies met de programmatoets het gewenste programma. De voor te programmeren tijd wordt ^ Druk op de voorprogrammeringstoets ,.
Extra functies De voorgeprogrammeerde tijd wordt in de tijdsaanduiding afgeteld en wel onder de 10 uur per minuut en boven de 10 uur per uur. Na afloop van de voorgeprogrammeerde tijd start het gekozen afwasprogramma automatisch. De tijdsaanduiding geeft de tijd aan die het gekozen programma gaat duren. Het controlelampje , gaat uit. Het controlelampje van het gekozen programma gaat branden. Voorbeelden van de weergave van de voorgeprogrammeerde tijd in de tijdsaanduiding: Tot 59 minuten: Bijv.
Extra functies Zoemer Wanneer de extra functie "Zoemer" is ingeschakeld, gaat er aan het einde van een programma een zoemer. De zoemer klinkt na afloop van een programma 5x achter elkaar met een korte pauze. Dit doet hij max. 1 uur, als u het apparaat niet eerder uitschakelt. De functie is, wanneer de afwasautomaat wordt geleverd, wel ingeschakeld. U kunt de functie zelf uitschakelen. Attentie: De zoemer gaat altijd wanneer er een storing optreedt en deze zoemer kunt u niet uitschakelen.
Extra functies Fabrieksinstellingen Wanneer u de fabrieksinstellingen hebt veranderd maar deze weer terug wilt hebben, doe dan het volgende. ^ Open de deur. ^ Schakel de afwasautomaat met de V - toets uit. ^ Druk op de programmatoets, blijf erop drukken en schakel tegelijk de afwasautomaat met de U - toets in. Blijf daarbij minstens 4 seconden op de programmatoets drukken totdat het controlelampje van het programma rechts onder gaat branden. Is dat niet het geval, begin dan van voren af aan.
Extra functies Aanpassing Automatic programma ^ Druk op de programmatoets wanneer u de instelling wilt veranderen. Soms is uw vaatwerk niet zo vuil, maar is het vuil dat erop zit erg moeilijk te verwijderen. De instelling wordt direct opgeslagen. ^ Schakel de afwasautomaat met de V - toets uit. Met het inschakelen van bovenstaande functie kunt u het Automatic - programma daaraan aanpassen. ^ Open de deur. ^ Schakel de afwasautomaat met de V - toets uit.
Reiniging en onderhoud Controleer regelmatig - ongeveer 2 tot 3 keer per jaar - de algehele toestand van uw afwasautomaat. De kans op storingen is daardoor geringer. ,Alle oppervlakken zijn gevoelig voor krassen. Ze kunnen allemaal verkleuren of veranderen, wanneer ze met ongeschikte reinigingsmiddelen in aanraking komen. Het reinigen van de spoelruimte Wanneer u altijd de juiste hoeveelheid reinigingsmiddel gebruikt houdt u daarmee automatisch de spoelruimte schoon.
Reiniging en onderhoud Het reinigen van het bedieningsveld en het front van de afwasautomaat ,Verwijder vuil direct. Hoe langer u wacht, des te moeilijker vuil te verwijderen is en des te groter de kans is dat de oppervlakken verkleuren of anderszins veranderen.
Reiniging en onderhoud Het reinigen van de zeefcombinatie in de spoelruimte Op de bodem van de spoelruimte bevindt zich een zeefcombinatie. Deze houdt het ergste vuil tegen dat in het afwaswater zit. Op deze manier wordt voorkomen dat het vuil in het circulatiesysteem en via de sproeiarmen weer in de spoelruimte terechtkomt. ,Zonder zeefcombinatie mag niet worden afgewassen! De combinatie kan in de loop van de tijd door het vuil verstopt raken.
Reiniging en onderhoud Om de binnenkant van het tuitvormige gedeelte van de zeefcombinatie te kunnen reinigen moet u het eerst openen. ^ Plaats de zeefcombinatie zo terug, dat ze plat tegen de bodem van de spoelruimte aanligt. ^ Doe dat door de greepjes van het klepje naar elkaar toe te drukken (zie pijlen) a en het klepje open te klappen b.
Reiniging en onderhoud Het reinigen van de sproeiarmen ^ Trek het onderrek naar buiten. Het is mogelijk dat er etensresten vast gaat zitten in de sproeikoppen en de lagering van de sproeiarmen. Controleer de sproeiarmen derhalve regelmatig - ongeveer 2 tot 3 keer per jaar. ^ Schakel de afwasautomaat eerst uit. Verwijder de sproeiarmen als volgt: ^ Trek (indien aanwezig) de besteklade naar buiten. ^ Druk de bovenste sproeiarm omhoog, zodat de tanden in elkaar grijpen en schroef de sproeiarm er af.
Nuttige tips De meeste problemen die zich bij het dagelijkse gebruik voordoen kunt u zelf oplossen. Doordat u dan geen beroep hoeft te doen op onze technici, bespaart u tijd en kosten! Het nu volgende overzicht kan u helpen om de oorzaken van een probleem te vinden en uit de wereld te helpen. Vergeet echter niet: ,Reparaties mogen uitsluitend door vakmensen worden uitgevoerd. Door ondeskundige reparaties kan de gebruiker grote risico's lopen. Technische storingen Storing De afwasautomaat start niet.
Nuttige tips Storing De optische functiecontrole begint snel te knipperen. De zoemer gaat. Wanneer u de deur opendoet ziet u dat ook alle controlelampjes voor de programma's aan het knipperen zijn. De tijdsaanduiding geeft storingsnummer Fxx aan. Het is ook mogelijk dat de afvoerpomp loopt terwijl de deur nog open is. 52 Mogelijke oorzaak Oplossing Er kan sprake zijn van – Schakel de afwasautoeen technische storing. maat met de V - toets uit. – Wacht een paar seconden. – Schakel de afwasautomaat in.
Nuttige tips Storingen in de watertoevoer/waterafvoer Storing Mogelijke oorzaak Oplossing De optische functiecontrole begint snel te knipperen. De zoemer gaat. Wanneer u de deur opendoet ziet u dat ook het controlelampje "Toevoer / Afvoer" afwisselend aan het knipperen en branden is. De afwasautomaat stopt met afwassen. De optische functiecontrole begint snel te knipperen. De zoemer gaat. Wanneer u de deur opendoet ziet u dat ook het controlelampje "Toevoer / Afvoer" aan het knipperen is.
Nuttige tips Algemene problemen met de afwasautomaat Probleem De tijdsaanduiding is donker. Mogelijke oorzaak De tijdsaanduiding wordt automatisch uitgeschakeld. Dat bespaart energie (Standby). Het klepje van het zoutreHet controlelampje "Zout" begint te knippe- servoir zit niet goed dicht. ren. De afwasautomaat stopt Het klepje van het zoutreservoir zit niet goed dicht. met afwassen. De optische functiecontrole begint snel te knipperen. De zoemer gaat.
Nuttige tips Probleem Oorzaak In het reinigingsmiddel- Het reinigingsmiddeldodoseerbakje zijn na het seerbakje was nog vochtig toen het middel afwasprogramma reswerd gedoseerd. ten reinigingsmiddel achtergebleven. Het klepje van het reini- Er zijn resten reinigingsgingsmiddeldoseerbak- middel achtergebleven je gaat niet goed dicht. die de sluiting blokkeren. Na afloop van het pro- Dit is geen storing, maar gramma zit er een hoort bij het droogvochtlaag op de binsysteem.
Nuttige tips Vreemde geluiden Probleem Oorzaak Er is in de spoelruimte Een sproeiarm slaat tegen een kleppend geluid te een stuk servies aan. horen. Oplossing Onderbreek het programma en verplaats het stuk servies dat de sproeiarm in de weg zit. Er is in de spoelruimte Stukken servies zijn aan Onderbreek het programma en plaats de stukken een klepperend geluid het klepperen. te horen servies zo stevig dat ze niet meer klepperen.
Nuttige tips Een tegenvallend afwasresultaat Probleem Het vaatwerk is niet schoon. Oorzaak Het vaatwerk is niet goed geplaatst. De waterstralen konden er niet bij. Het programma is niet krachtig genoeg. Oplossing Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk: "Het inruimen van serviesgoed en bestek" in acht. Kies een krachtiger programma. Zie hoofdstuk: "Programmaoverzicht". Gebruik de extra functie "Aanpassing Automatic - programma". Zie paragraaf: "Extra functies".
Nuttige tips Probleem Oorzaak Oplossing Het vaatwerk wordt niet droog of er zitten vlekken op glazen en bestek. Er zit geen naspoelmiddel meer in het daarvoor bestemde reservoir of er is te weinig naspoelmiddel gedoseerd. Vul het reservoir of doseer meer naspoelmiddel. Zie hoofdstuk: "Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt". Het vaatwerk is er te vroeg uitgehaald. Haal het vaatwerk er later uit. Zie hoofdstuk: "Bediening".
Nuttige tips Probleem Oorzaak Oplossing Glazen zijn bruin of blauw uitgeslagen. De aanslag kan er niet vanaf worden geveegd. Glazen worden dof en verkleuren. De aanslag is niet te verwijderen. Het reinigingsmiddel bevat Ga direct over op een anstoffen die zich op de gla- der reinigingsmiddel. zen hebben afgezet. De schade aan de glazen De glazen kunnen niet in de afwasautomaat worden is onherroepelijk. afgewassen. Koop glazen die wel geschikt zijn voor de afwasautomaat.
Het verhelpen van storingen Het reinigen van het zeefje in de schroefkoppeling van de watertoevoer Om de watertoevoerslang tegen verontreinigingen in het water te beschermen is in de schroefkoppeling een zeefje ingebouwd. Wanneer het zeefje vuil is dan loopt er te weinig water in de spoelruimte. ,De kunststof behuizing van de Waterproofventielen bevat een elektrisch onderdeel. Dompel dit niet in vloeistof.
Het verhelpen van storingen Het reinigen van de afvoerpomp en de terugslagklep Is het water na afloop van een programma niet uit de spoelruimte gepompt, dan kan dat verschillende oorzaken hebben. Het is mogelijk dat de afvoer door vetaanslag verstopt is geraakt. Om vetaanslag te voorkomen kunt u de afvoer het beste 1 x per 2 maanden met een machinereiniger behandelen. Hoe u dat moet doen kunt u op de verpakking lezen.
Het verhelpen van storingen Onder de terugslagklep bevindt zich de afvoerpomp (zie pijl). ^ Verwijder alle voorwerpen die de afvoerpomp blokkeren. Let erop dat glassplinters bijzonder moeilijk zijn te zien. Draai ter controle het loopwiel van de afvoerpomp met de hand. Het loopwiel draait niet soepel, maar schoksgewijs. ^ Zet de terugslagklep weer zorgvuldig op zijn plaats en laat de klep vastklikken.
Afdeling Klantcontacten Reparaties Voor testinstituten ^ Mocht u een opgetreden storing ondanks bovenstaande tips niet zelf kunnen verhelpen, neem dan contact op met: In de brochure "Instructies voor vergelijkende tests" kunt u informatie vinden over vergelijkende tests en geluidsmetingen. – de Miele-vakhandel of Wanneer u deze brochure wilt hebben, vraag dan de meest actuele versie per E-mail aan bij: – de afdeling Klantcontacten van Miele Nederland B.V.
Programma-overzicht Vaatwerk Gemengd vaatwerk dat tegen een stootje kan Etensresten Alle soorten etensresten die in een huishouden voorkomen Temperatuurgevoelig glas en kunststof Eigenschappen van het programma Variabel, sensorgestuurd programmaverloop Verkort programmaverloop Korte programmaduur Verse etensresten die nog niet zijn aangekoekt Variabel, sensorgestuurd programmaverloop met # Care Gemengd vaatwerk Gemiddelde programmawaarden Gebruikelijke, licht opgedroogde etensresten Verkort progra
Programma-overzicht Programma Reinigingsmiddel Vakje I 2) Vakje II 2) - 25 ml of 1 tab Snel 40°C - 25 ml of 1 tab 3) Speciaal - 25 ml of 1 tab - 25 ml of 1 tab 3) - 25 ml of 1 tab 10 ml 25 ml of 1 tab - - Automatic + Turbo Licht vervuild 50°C + Turbo Energie Spaar Intensief 75°C + Turbo Snel 40°C + Turbo 2) 3) Zie hoofdstuk: "Reinigingsmiddelen". Het is mogelijk dat er wel eens een tab niet helemaal goed oplost.
Programma-overzicht Programma Programmaverloop Voorspoelen Automatic Snel 40 °C 1 2 Naspoelen °C Drogen Indien nodig X 65 X 45 X Variabel programmaverloop met # Care; sensorgestuurde aanpassing aan hoeveelheid vaatwerk en etensresten Energie Spaar Licht vervuild 50 °C 66 45-65 40 Indien nodig Intensief 75 °C Tussenspoelen Variabel programmaverloop; sensorgestuurde aanpassing aan hoeveelheid vaatwerk en etensresten Indien nodig Speciaal # Reinigen °C X 40-48 Indien nodig 55 X 45
Programma-overzicht Verbruik 1) Energie Duur 1) Water Water koud 15 °C kWh Water warm 55 °C kWh Liter Water koud 15 °C h:min Water warm 55 °C h:min 0,95-1,35 0,70-1,00 8-17 1:30-2:38 1:23-2:21 0,55 0,20 10 0:38 0:27 0,75-1,00 0,45-0,55 10-17 1:26-2:02 1:17-1:43 0,95 0,60 10 2:45 2:34 1,05 0,75 10 1:36 1:23 1,50 1,10 16 2:38 2:27 1) De genoemde waarden zijn volgens EN 50242 berekend.
Na te bestellen accessoires Voor een nog efficiënter gebruik van de afwasautomaat Om uw apparaat nog beter op uw individuele wensen af te stemmen en om het apparaat nog beter aan speciale inbouwsituaties aan te passen kunt u bij uw Miele-vakhandelaar of bij de afdeling Onderdelen van Miele Nederland B.V. extra accessoires krijgen. Het is mogelijk dat sommige accessoires al tot de standaarduitrusting behoren; dit hangt van het model af. U wilt... dan hebt u nodig... ...
Elektrische aansluiting De afwasautomaat mag alleen door een erkend installateur op het elektriciteitsnet worden aangesloten. De afwasautomaat is standaard voorzien van een aansluitkabel met stekker met beschermingscontact (randaarde), geschikt voor aansluiting op een stopcontact met beschermingscontact (randaarde). Technische gegevens zie typeplaatje aan de rechter zijkant van de deur. ,De afwasautomaat mag uitslui- tend worden aangesloten op een huisinstallatie die volgens NEN 1010 is geïnstalleerd.
Wateraansluiting Het waterbeveiligingssysteem van Miele Miele garandeert, dat het Miele-waterbeveiligingssysteem gedurende de hele levensduur van de afwasautomaat een algehele bescherming tegen waterschade biedt. ,Sluit om schade aan het appa- raat te voorkomen de afwasautomaat alleen op een volledig ontlucht buisleidingnet aan. Watertoevoer ,Het water in de afwasautomaat is geen drinkwater. – De afwasautomaat mag worden aangesloten op koud of warm water tot max. 60 °C.
Wateraansluiting Waterafvoer Beluchting van de waterafvoer – In de afvoer van de afwasautomaat bevindt zich een terugslagklep, zodat er geen vuil water via de afvoerslang in de automaat terug kan stromen. Ligt de waterafvoeraansluiting op de plaats van opstelling dieper dan de geleiding voor de wieltjes van het onderrek in de deur, moet de waterafvoer worden belucht. Gebeurt dat niet, dan kan het water tijdens een programma door de werking van de zuighevel uit de spoelruimte stromen.
Technische gegevens Model afwasautomaat G 1XXX G 2XXX Hoogte 80,5 cm (verstelbaar + 6,5 cm) 84,5 cm (verstelbaar + 6,5 cm) Hoogte van de inbouwkast vanaf 80,5 cm (+ 6,5 cm) vanaf 84,5 cm ( + 6,5 cm) Breedte 59,8 cm 59,8 cm Breedte van de inbouwkast 60 cm 60 cm Diepte 57 cm 57 cm Gewicht max. 55 kg max.
Wijzigingen voorbehouden / G1384/ G2384 / 1609 M.-Nr.