Operation Manual

Het inschakelen van de afwas-
automaat
Controleer of de sproeiarmen vrij
kunnen draaien en niet worden ge-
blokkeerd.
Sluit de deur van de afwasautomaat.
Draai de waterkraan open indien
deze nog gesloten is.
Druk de I-Aan-/0-Uit - toets (14) in.
Het controlelampje "Start" (16) brandt.
Het starten van een programma
Neem bij het kiezen van een pro-
gramma het programma-overzicht
aan het einde van de gebruiksaanwij-
zing in acht.
Draai de programmakeuzeschake-
laar (17) naar links of rechts op het
gewenste programma.
Druk nu de Start - toets (16) in.
Het programma start.
Het controlelampje "Start" (16) gaat uit
en het controlelampje "Spoelen" (15)
gaat branden.
Breek een programma niet voortij-
dig af!
Wanneer u dat doet, is het mogelijk
dat belangrijke programmafases
(bijv. het regenereren) worden over-
geslagen.
Controlelampjes voor het pro-
grammaverloop (15)
Het controlelampje "Spoelen" brandt in
de programmafases "Voorspoelen",
"Reinigen", "Tussenspoelen" en "Na-
spoelen".
Het
controlelampje "Drogen" brandt in
de programmafase "Drogen".
Het
controlelampje "Einde" brandt na af-
loop van het programma.
Bediening
32