Operation Manual
Table Of Contents
- Algemeen 4
- Veiligheidsinstructies en waarschuwingen 6
- Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu 10
- Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt 11
- Wat u voor het eerste gebruik nodig heeft: 11
- Het openen van de deur 12
- Het sluiten van de deur 12
- Waterontharder 13
- Het controleren en wijzigen van de instelling van de waterontharder 13
- Het doseren van regenereerzout 19
- Controlelampje "Zout" 20
- Naspoelmiddel 21
- Het doseren van naspoelmiddel 21
- Controlelampje "Naspoelmiddel" 22
- Het instellen van de hoeveelheid te doseren naspoelmiddel 23
- Het inruimen van serviesgoed en bestek 24
- Bediening 30
- Reinigingsmiddelen 30
- Het doseren van reinigingsmiddel 31
- Het kiezen van een programma 33
- Het inschakelen van de afwasautomaat 34
- Het starten van een programma 34
- Einde van het programma 34
- Het uitschakelen van de afwasautomaat 34
- Wisseling van programma 35
- Het onderbreken van het programma 35
- Extra functies 36
- Het uitruimen van de afwasautomaat 40
- Reiniging en onderhoud 41
- Nuttige tips 45
- Het verhelpen van storingen 52
- Technische Dienst 58
- Extra toebehoren 59
- Instructies voor vergelijkende onderzoeken 60
- Transport 62
- Technische gegevens 63
- Programma-overzicht 64

Het verhogen van de waterstand
Vanuit de fabriek is de waterstand op "normaal" ingesteld.
Wanneer de waterdruk lager is dan 1,0 bar, stroomt er te weinig water in de spoel-
ruimte. Zie hoofdstuk: "Het controleren van de waterstand". In dit geval moet u de
waterstand verhogen.
Wat u moet doen ... nbrandt n knippert
Open de deur.
Schakel de afwasautomaat met de Uit - toets (o) uit.
Druk op de toetsen b en d, blijf erop drukken
en schakel
tegelijk de afwasautomaat met behulp
van de Aan - toets (g) in.
Aan Zout
Laat de toetsen b en d weer los.
Aan Zout +
c
Attentie: Wanneer er een ander controlelampje begint
te knipperen, begin dan nog eens van voren af aan.
Tegelijk met "Aan" kunnen de volgende controlelampjes
gaan branden en wel in de volgende gevallen:
– Er is nog geen naspoelmiddel gedoseerd of er moet
naspoelmiddel worden bijgevuld.
Naspoel-
middel
– De functie is "Zonder drogen" is ingeschakeld.
Zie hoofdstuk: "Extra functies".
b
– De waterstand is verhoogd.
d
– De functie "Zonder zoemer" is ingeschakeld.
Zie hoofdstuk: "Extra functies".
e
Het verhelpen van storingen
54