Operation Manual

Wat gedaan als ...
71
Probleem Oorzaak en oplossing
Het vaatwerk wordt niet
droog of glazen en be‐
stek vertonen vlekken.
De naspoelmiddeldosering is te laag of het naspoel‐
middelreservoir is leeg.
Vul het naspoelmiddelreservoir met naspoelmid‐
del, verhoog de dosering of kies bij de volgende
vulling een ander naspoelmiddel (zie rubriek "Toe‐
stel voor het eerst in gebruik nemen, Naspoelmid‐
del").
Het vaatwerk werd te vroeg uit het toestel gehaald.
Haal het vaatwerk later uit het toestel (zie rubriek
"Bediening").
U gebruikt combinatiereinigingsmiddelen waarvan het
droogvermogen te zwak is.
Gebruik een ander reinigingsmiddel of vul het na‐
spoelmiddelreservoir met naspoelmiddel (zie ru‐
briek "Toestel voor het eerst in gebruik nemen,
Naspoelmiddel").
Glazen vertonen een
bruinachtige/blauwach‐
tige verkleuring. De
neerslag kan niet wor‐
den afgeveegd.
Er hebben zich stoffen uit het reinigingsmiddel afge‐
zet.
Kies onmiddellijk een ander reinigingsmiddel.
Glazen worden mat en
verkleuren. De neerslag
kan niet worden afge‐
veegd.
De glazen zijn niet geschikt voor de afwasautomaat.
Er vindt een oppervlaktewijziging plaats.
Geen storing!
Koop glazen die geschikt zijn voor de afwasauto‐
maat.
Thee of lippenstift
wordt niet volledig ver‐
wijderd.
Het gekozen programma heeft een te lage reinigings‐
temperatuur.
Kies een programma met een hogere reinigings‐
temperatuur.
Het reinigingsmiddel heeft een te lage bleekwerking.
Gebruik een ander reinigingsmiddel.