Operation Manual
Table Of Contents
- Inhoud
- Algemeen 4
- Veiligheidsinstructies en waarschuwingen 6
- Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu 10
- Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt 11
- Wat u voor het eerste gebruik nodig heeft 11
- Het openen van de deur 12
- Het sluiten van de deur 12
- Waterontharder 13
- Het doseren van regenereerzout 16
- Controlelampje "Zout" 17
- Naspoelmiddel 18
- Het doseren van naspoelmiddel 18
- Controlelampje "Naspoelmiddel" 19
- Het instellen van de hoeveelheid te doseren naspoelmiddel 20
- Het inruimen van serviesgoed en bestek 21
- Bediening 30
- Reinigingsmiddelen 30
- Het doseren van reinigingsmiddel 31
- Het kiezen van een programma 32
- Het inschakelen van de afwasautomaat 33
- Het starten van een programma 33
- Einde van het programma 34
- Het uitschakelen van de afwasautomaat 34
- Wisseling van programma 35
- Het onderbreken van een programma 35
- Het uitruimen van de afwasautomaat 36
- Reiniging en onderhoud 37
- Nuttige tips 42
- Het verhelpen van storingen 50
- Technische Dienst 53
- Extra toebehoren 54
- Instructies voor vergelijkende onderzoeken 55
- Transport 59
- Programma-overzicht 60

Het reinigen van het zeefje in
de schroefkoppeling van de
watertoevoer
Om de watertoevoerslang tegen veront
-
reinigingen in het water te beschermen
is in de schroefkoppeling een zeefje in
-
gebouwd.
Wanneer het zeefje vuil is dan loopt er
te weinig water in de spoelruimte.
,
De kunststof behuizing van de
Waterproofventielen bevat een elek
-
trisch onderdeel.
Dompel dit niet in vloeistof.
Tip
Is uw ervaring dat uw water veel be-
zinksel bevat raden wij u aan een grote
zeef in de schroefkoppeling van de wa-
tertoevoer aan te brengen.
Zo’n zeefje is leverbaar onder
M.- Nr.: 75577.
^ Haal de stroom van de afwasauto-
maat door eerst het apparaat uit te
schakelen en daarna de stekker uit
het stopcontact te halen of de hoofd
-
schakelaar van de huisinstallatie uit
de schakelen.
^
Draai de waterkaan dicht
^
en schroef de toevoerslang van de
kraan af.
^
Pak het rubberen dichtingsringetje uit
de schroefkoppeling.
^ Trek het zeefje met een combinatie-
of punttang eruit en reinig het.
^ Zet het zeefje en het rubberen dich-
tingsringetje er weer in. Let er daarbij
op of ze allebei goed zitten!
^ Schroef de wartel van de watertoe-
voerslang weer aan de waterkraan.
Let er daarbij op dat wartel en kraan
precies op elkaar passen.
^
Draai de waterkaan open.
Komt er water vrij dan hebt u de wartel
en de kraan niet stevig genoeg aan el
-
kaar vastgeschroefd of de wartel
scheef aan de kraan geschroefd.
^
Zet de watertoevoerslang recht,
schroef de wartel recht op de kraan
en schroef wartel en kraan stevig
vast.
Het verhelpen van storingen
50