Operation Manual

Controlelampjes voor het
programmaverloop (14)
Het controlelampje "Spoelen" brandt in
de programmafases "Voorspoelen",
"Reinigen", "Tussenspoelen" en "Na
-
spoelen".
Het controlelampje "Drogen"
brandt in
de programmafase "Drogen".
Het controlelampje "Einde"
brandt na
afloop van het programma.
Einde van het programma
Wanneer in het programmaverloop (14)
het controlelampje "Einde" brandt, is het
programma beƫindigd.
In de Voorkeuze - aanduiding verschijnt
een "0".
U kunt de afwasautomaat nu openen en
het vaatwerk eruithalen.
Zie paragraaf: "Het uitruimen van de af-
wasautomaat".
Schakel de afwasautomaat voor de vei-
ligheid altijd uit wanneer u niet direct na
afloop van een programma nog een
keer wilt afwassen.
Het uitschakelen van de af-
wasautomaat
^
Draai de programmakeuzeschake
-
laar (17) op "Einde/Reset".
Het controlelampje "Einde" (14) gaat uit
en het controlelampje "Start" (15) gaat
knipperen.
^
Druk de I-Aan-/0-Uit - toets (13) in en
laat deze weer naar buiten springen.
Het controlelampje "Start" (15) gaat uit.
De afwasautomaat verbruikt stroom
zolang u hem niet met behulp van
de I-Aan-/0-Uit - toets hebt uitge-
schakeld.
Draai veiligheidshalve de kraan dicht,
wanneer de afwasautomaat langere tijd
niet wordt gebruikt, bijvoorbeeld in de
vakantietijd.
Bediening
34