Operation Manual
Afwasautomaten van de modellen G 8XX
(Model apparaat zie typeplaatje)
Programma Toepassing Reinigingsmiddel
chloor-
vrij
1)
chloor-
houdend
2)
Vakje
II
(Reinigen)
Vakje
I (Voor-
spoelen)
Vakje
II
(Reinigen)
Universeel 55 ° Voor normaal vervuild vaatwerk 100 % 20 % 80 %
Universeel
extra 55 °
Als Universeel 55 °,
maar met een langere reinigingstijd voor
normaal vervuild vaatwerk met
ingedroogde etensresten
Bijzonder geschikt voor chloorvrije
reinigingsresten
100 % 20 % 80 %
Universeel 65 ° Als Universeel 55 °,
maar met een verhoogde reinigingstempera-
tuur voor ingedroogde, zetmeelhoudende
etensresten
100% 20 % 80 %
Normaal 55 ° Voor normaal vervuild vaatwerk
Bijzonder geschikt voor chloorvrije reinigings-
middelen
100 % 100 %
Spaar 45 °
3)
Voor normaal vervuild vaatwerk
Bijzonder energiebesparend programma
100 % 100 %
Speciale programma’s
Speciaal 45 ° Behoedzaam programma voor licht vervuild
temperatuurgevoelig vaatwerk
50 % 50 %
Voorspoelen Voor het voorspoelen van vaatwerk dat pas
op een later tijdstip wordt afgewassen, bijv.
als de afwasautomaat nog niet vol is.
Zonder
verwarming
Voor licht tot normaal vervuild vaatwerk
Alleen kiezen, als de afwasautomaat op
warm water (minstens 45 °C) is
aangesloten. Zie hoofdstuk: "Het kiezen van
een programma"
100 % 20 % 80 %
Afhankelijk van het soort reinigingsmiddel moet u het middel verschillend doseren.
1) Deze reinigingsmiddeldosering kiest u voor:
– chloorvrije en fosfaatvrije reinigingsmiddelen
– chloorvrije en fosfaathoudende reinigingsmiddelen
– vloeibare reinigingsmiddelen
De totale hoeveelheid moet u in dit geval in vakje II doseren.
2) Deze reinigingsmiddeldosering kiest u voor:
– fosfaat- en chloorhoudende reinigingsmiddelen (behalve vloeibaar reinigingsmiddelen)
De totale hoeveelheid moet u in dit geval procentueel over vakje I en II verdelen.
De genoemde waarden zijn volgens EN 50242 berekend.
De waarden kunnen in de praktijk door wisselende omstandigheden duidelijk variëren.
Programma-overzicht
72