Operation Manual

Menu “Instellingen”
105
Bijvulcontrole
Als u steeds combinatiereinigingsmid-
delen gebruikt en de meldingen voor
het bijvullen van zout en naspoelmiddel
(Bijvulcontrole) u storen, kunt u deze
meldingen uitschakelen. De werking
van de doseringscontrole (DosControl)
wordt daardoor niet beïnvloed (zie ru-
briek “Programmaopties, DosControl
(Doseringscontrole)”).
Kies de gewenste instelling en beves-
tig met OK.
Wanneer u geen combinatiereini-
gingsmiddelen meer gebruikt, moet u
het zoutreservoir en naspoelmiddel-
reservoir weer vullen en de mel-
dingen voor het bijvullen van zout en
naspoelmiddel (Bijvulcontrole) weer
inschakelen.
Controle zeefcomb.
U kunt de lengte instellen van het inter-
val waarmee u aan de controle van de
zeefcombinatie wordt herinnerd.
U kunt een interval tussen 30 en 60 af-
wasbeurten instellen.
In de fabriek is het interval voor de con-
trole van de zeefcombinatie ingesteld
op 50 afwasbeurten.
Kies het gewenste interval en beves-
tig met OK.
Automatic
U kunt u het Automatic–programma
aanpassen om vastzittende verontrei-
nigingen, die in kleine hoeveelheden
aanwezig zijn, te verwijderen. Hierbij
wordt het energieverbruik verhoogd.
Kies de gewenste instelling en beves-
tig uw keuze met OK.
AutoOpen
Bij programma’s met een droogfase
gaat de deur na afloop van een pro-
gramma automatisch op een kier open.
Dat bevordert het droogproces. Zie
hoofdstuk: “Programma-overzicht”.
In het programma ECO wordt de deur al
tijdens de droogfase geopend, in het
programma QuickPowerWash pas enkele
minuten na afloop van het programma.
U kunt deze functie ook uitschakelen.
Kies de gewenste instelling en beves-
tig uw keuze met OK.
Hebt u de functie “AutoOpen”
uitgeschakeld, maar wilt u de deur
na afloop van een programma toch
opendoen, doe de deur dan hele-
maal open. Doet u dat niet, dan kun-
nen de randen van de werkbladen
door waterdamp beschadigd raken,
doordat de ventilator niet meer loopt.