Gebruiksaanwijzing G 7781 TD Reinigings- en desinfectieautomaat Lees beslist deze gebruiksaanwijzing voordat u het apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt hiermee onnodige schade aan het apparaat. T M.-Nr.
Inhoud Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen (uitneembaar) . . . . . middenpagina’s Functiebeschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Waterontharder instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Algemeen °C DOS 12 3 4 • min • • • 5 DESIN •• •• •• DESIN vario TD I-O DESIN 93°C-3’ DESIN 93°C-10’ 6 7 1 Controlelampje "Storing watertoevoer/waterafvoer" 2 Controlelampje "Waterontharder regenereren" 3 Controlelampje "(vloeibaar) reinigingsmiddel bijvullen" (DOS-module C 60) (uitsluitend bij extern aangesloten DOS-module -speciaal toebehoor-) • • • • 8 • • • • 9 5 Programmaverloop 6 Display 7 Deuropener 8 Aan/Uit-toets (I-0) 9 Programmatoetsen 4 Controlelampje "Neutralisatiemiddel bijvu
Algemeen 10 11 12 13 14 15 10 Aansluiting voor DOS-module (achterzijde) 13 Aansluiting voor zoutreservoir (waterontharder) 11 Zeefcombinatie 14 Reservoir voor vloeibare naspoelmiddelen met doseerinstelling 12 Doseervakje voor poedervormige reinigingsmiddelen 4 15 Niveau-indicator
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Door onjuist gebruik echter kunnen personen letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan. Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door, voordat u het apparaat in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt hiermee onnodige schade aan het apparaat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Pas op bij het gebruik van vloeibare hulpmiddelen en additieven! Veel vloeibare middelen zijn bijtende stoffen. Gebruik in geen geval organische oplosmiddelen in verband met explosiegevaar. Neem de geldende veiligheidsvoorschriften in acht. Draag een veiligheidsbril en handschoenen. Houdt u zich bij chemische hulpmiddelen aan de veiligheidsvoorschriften van de desbetreffende fabrikant! Vermijd het inhaleren van stofdeeltjes van poedervormige middelen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen De desinfectiestandaard van het desinfectieproces moet worden bewaakt. Daarom moet het desinfectieproces regelmatig meettechnisch worden gecontroleerd. voor toepassingen die door de fabrikant worden aangegeven. Hiermee voorkomt u materiaalschade en eventuele heftige chemische reacties (bijvoorbeeld een gasexplosie).
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Verwijder resten van oplosmiddelen en zuren, met name zoutzuur en chloridehoudende oplossingen, van het spoelgoed vóórdat u het in de automaat plaatst. Dit geldt ook voor stoffen die corrosie kunnen veroorzaken. Oplosmiddelen in verbinding met vuil mogen slechts in sporenhoeveelheid aanwezig zijn. Dit geldt met name voor gevarenklasse A1.
Functiebeschrijving De G 7781 TD is een desinfector en reinigingsautomaat bestemd voor het automatisch reinigen van tandheelkundig instrumentarium, afdruklepels, halve cassettetrays, mondspoelbekers, niervormige schalen, etc. De tandheelkundige untensiliën kunnen thermisch gedesinfecteerd en gereinigd worden op 93 °C.
Waterontharder instellen Wanneer de waterhardheid hoger is dan 6 °d moet het water worden onthard om kalkafzetting op de instrumenten en in het apparaat te vermijden. De ingebouwde waterontharder kan alleen optimaal functioneren als deze: 1. op de juiste wijze is ingesteld 2. direct met zout geregenereerd wordt zodra het controlelampje k oplicht. Als u het apparaat voor het eerst gebruikt, moet de waterontharder worden ingesteld op de hardheid van het water.
Waterontharder instellen Als de hardheid van uw leidingwater constant onder 6 °d ligt: stelt u tijdseenheid "0" in. Het controlelampje k gaat dan niet branden en de waterontharder hoeft niet te worden geregenereerd. Waterontharder regenereren: zie bladzijde 30.
Deur openen en sluiten Deur openen a Druk op de deuropener totdat u weerstand voelt, pak tegelijk de greep vast en open de deur. Tijdens een programma mag de deur alleen in noodgevallen worden geopend, bijvoorbeeld als de inhoud rammelt (zie "Programma onderbreken"). Raak de verwarmingselementen niet meteen na het openen van de deur aan. U kunt zich eraan branden, ook nog minuten na afloop van een programma. Deur sluiten Klap de deur omhoog en druk deze dicht totdat de deur vastklikt.
Toepassingsmogelijkheden De automaat kan worden voorzien van twee rekken (bovenrek en onderrek). Al naar gelang het te reinigen spoelgoed kunnen deze worden voorzien van verschillende inzetten of worden vervangen door speciale rekken. Er zijn zoveel mogelijkheden dat deze hier niet allemaal afgebeeld kunnen worden. Er zal slechts op enkele toepassingen worden ingegaan. Instrumentarium met lange en/of smalle holle ruimten moet van binnen goed doorspoeld kunnen worden.
Toepassingsmogelijkheden Aluminium trays mogen over het algemeen niet in een machine thermisch worden behandeld. Indelingsvoorbeelden: Wanneer na verloop van tijd verkleuringen en corrosievlekken op de instrumenten verschijnen (met name op de scharnierende delen), kunt u een extra dosering neutralisatiemiddel (refresh) programmeren (zie de hoofdstukken "Neutralisatiemiddel doseren" en "Extra functies programmeren").
Toepassingsmogelijkheden U 874-03 Onderrek/lafette Linker kant: inzet E 130-03 1/2 voor 10 trays. Rechter kant: zeefinzet E 379-03 1/2. O 177-03 Bovenrek/injector Voor thermisch desinfecteerbare afzuigslangen wordt inzet E 413-03 1/1 voor 6 afzuigslangen in de O 177 geplaatst. De reiniging geschiedt door inspuiting. Voor het plaatsen van slangen zijn speciale adapters vereist. Wordt ook het filterblok gereinigd, verwijder dan eerst het amalgaan.
Toepassingsmogelijkheden Inzet E 147/1-03 1/2 Halfinzet voor 10 tot 12 mondspoelbekers. Reinig mondspoelbekers bij voorkeur in het bovenrek. In het onderrek kunnen de grotere mechanische werking en de grotere temperatuurwisselingen spanningscorrosie veroorzaken.
Toepassingsmogelijkheden Bovenrek verstellen Deze automaat kan worden voorzien van verstelbare bovenrekken (instelbaar op 3 standen met telkens 2 cm hoogteverschil). De standaardinstelling van het bovenrek is de middelste stand. In het bovenrek passen dan bijvoorbeeld: voorwerpen tot circa 19 cm hoogte, in het onderrek: voorwerpen tot circa 25 cm hoogte. Voor de andere standen kunt u onderstaande tabel raadplegen.
Naspoelmiddel doseren In de deur bevindt zich een reservoir voor vloeibare middelen met een inhoud van ca. 200 ml. Met dit reservoir kunt u automatisch een geschikt vloeibaar naspoelmiddel doseren (bijvoorbeeld Mielclear). Naspoelmiddelreservoir vullen Vul het naspoelmiddel bij totdat de niveau-indicator (zie pijl) donker van kleur is. Gebruik eventueel een trechter. Schroef de afsluitdop dicht en verwijder wat u eventueel gemorst heeft.
Neutralisatiemiddel doseren Neutralisatiemiddel doseren Wanneer verkleuringen en corrosievlekken op het instrumentarium verschijnen, vooral bij de scharnierende delen, kunt u deze in programmafase 3 met speciale zuren verwijderen (neem indien nodig contact op met Miele Nederland B.V.). Omdat het reservoir niet helemaal leeg mag raken, moet het op tijd worden bijgevuld. Belangrijk: Via "Extra functies programmeren" moet u het programma op "Tussenspoelen I met neutralisatiemiddeldosering" instellen.
Doseersystemen ontluchten / onderhoud Doseersystemen ontluchten Voor het eerste gebruik of wanneer een reservoir niet tijdig is bijgevuld, moet het doseersysteem voor vloeibare middelen (behalve "Naspoelmiddel") worden ontlucht. Druk op de toets I-0. Zet de doseerschakelaar van de DOS-module op "10" (alleen als u schakelaar "B" gebruikt). Na elke keer ontluchten, moet u controleren of de spoelruimte nog restanten van het betreffende middel bevat.
Reinigingsmiddel doseren Gebruik uitsluitend reinigingsmiddelen voor speciale reinigingsautomaten. Gebruik nooit middelen voor huishoudelijke afwasautomaten! Wij raden u aan om vloeibaar reinigingsmiddel te doseren met de DOSmodule C 60 (speciaal toebehoor). Wanneer u niet met een vloeibaar reinigingsmiddel werkt, doe dan voor het programma "DESIN vario TD" poedervormig reinigingsmiddel in het daarvoor bestemde reservoir (uitzonderingen zie "Programma’s DESIN..." op de volgende bladzijde).
Reinigingsmiddel doseren Programma’s "DESIN 93 °C-3’ en DESIN 93 °C-10’": Bij bepaalde verontreinigingen moet u soms andere samenstellingen van reinigings- en hulpmiddelen gebruiken. Neem in een dergelijk geval contact op met Miele Nederland B.V. te Vianen. Let op! De automaat kan desgewenst ook van een doseersysteem voor vloeibare reinigingsmiddelen worden voorzien (DOSmodule C 60). Deze wordt extern aangebracht. Bij de DOS-module is een aparte gebruiksaanwijzing en montagehandleiding gevoegd.
G 7781 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Voor de gebruiker: Haal deze pagina’s uit de gebruiksaanwijzing en bevestig ze duidelijk zichtbaar voor het bedienend personeel in de directe omgeving van het apparaat. Zorg ervoor dat het bedienend personeel op de hoogte is van deze veiligheidsinstructies en waarschuwingen en deze ook in acht neemt. Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Door onjuist gebruik echter kunnen personen letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Reparaties mogen uitsluitend door de Technische Dienst van Miele worden uitgevoerd. Door ondeskundige reparaties kan de gebruiker grote risico’s lopen. Personeel dat het apparaat bedient, moet regelmatig worden geïnstrueerd. Laat het apparaat niet bedienen door personeel dat niet is geïnstrueerd. Pas op bij het gebruik van vloeibare hulpmiddelen en additieven! Veel vloeibare middelen zijn bijtende stoffen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Moet een desinfectieprogramma toch worden onderbroken, dan moet het volledig worden herhaald! Zie ook de instructies in de rubriek "Programma onderbreken" van de gebruiksaanwijzing. Let op! Het spoelgoed kan heet zijn. U kunt zich eraan branden. De desinfectiestandaard van het desinfectieproces moet worden bewaakt. Daarom moet het desinfectieproces regelmatig meettechnisch worden gecontroleerd.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen De speciale inzetten mogen uitsluitend worden gebruikt voor de doeleinden die in de gebruiksaanwijzing worden aangegeven. Alle schalen, bakjes en dergelijke moeten geleegd worden vóórdat ze in de automaat worden geplaatst. Verwijder resten van oplosmiddelen en zuren, met name zoutzuur en chloridehoudende oplossingen, van het spoelgoed vóórdat u het in de automaat plaatst. Dit geldt ook voor stoffen die corrosie kunnen veroorzaken.
Programma kiezen Laat de keuze van het programma altijd afhangen van het soort spoelgoed en de mate van verontreiniging. In het programma-overzicht op de volgende pagina worden de verschillende programma’s en de toepassingsmogelijkheden daarvan beschreven.
Programma-overzicht Programma Toepassing Reinigingsmiddel (indien geen vloeibaar middel) Let op de aanwijzingen van de fabrikant! D VOORSPOELEN DESIN vario TD DESIN 93 °C-3’ DESIN 93 °C-10’ 24 Voor sterk vervuild instrumentarium dat bijvoorbeeld in desinfectieoplossingen heeft gelegen (gaat schuimvorming tegen). Voor het verwijderen van vervuilingen met proteïnen (bloed, secretie) en thermisch desinfecteren op 93 °C met 10 minuten temperatuurstop.
Programmaverloop 1. Voorspoelen Opmerking 6. Drogen *) zie "Extra functies programmeren" (aanvullend programma) 4. 3. 2. TussenTussenTherm. desinfec- spoelen I spoelen II tie en/of met neutralisatie reiniging *) 5.
In- en uitschakelen DOS • • • • °C min DESIN •• ••• • I-O 1. Inschakelen Druk op de I-0 toets. 2. Programma kiezen Na het inschakelen van de automaat lichten de controlelampjes op. U kunt nu een programma kiezen. Druk op de toets van het gewenste programma. Het display geeft nu de reinigingstemperatuur van het gekozen programma aan. Eventueel kunt u ook het aanvullende programma c "DROGEN" kiezen (zie hiernaast). Druk op de starttoets h.
In- en uitschakelen Programmaverloop Na het kiezen van een programma tonen de controlelampjes op het bedieningspaneel het programmaverloop. I Voorspoelen l Reinigen en eventueel desinfecteren m Tussenspoelen H Naspoelen c Drogen (aanvullend programma) De volgende handelingen zijn alleen nodig wanneer er besmettingsgevaar is vastgesteld door een bevoegd arts. In andere gevallen is "AFPOMPEN" en het opnieuw instellen van een programma voldoende. Open de deur a.
Extra functies programmeren De volgende extra functies kunt u op elk moment programmeren: 2. Tussenspoelen I met neutralisatiemiddeldosering (refresh) 1. Koudwatertoevoer: veranderen van tijdgestuurd (60 seconden) in "niveaugeregeld met tijdcontrole" Deze extra functie dient te worden geprogrammeerd als in de loop van de tijd verkleuringen en corrosievlekken op de instrumenten ontstaan, in het bijzonder op de scharnierende gedeelten.
Extra functies programmeren 3. Temperatuurverandering T1 (reinigingstemperatuur) en T2 (naspoeltemperatuur) in het programma "DESIN vario TD" Standaard is de reinigingstemperatuur op 45 °C en de naspoel-/desinfectietemperatuur op 93 °C ingesteld. De reinigingstemperatuur kan ook op 60 °C, en de naspoeltemperatuur op 80 °C worden ingesteld. Druk op toets h. In het display verschijnt "SP". Druk nogmaals op toets h. De verandering wordt nu in het geheugen opgeslagen. Het display geeft niets meer aan.
Waterontharder regenereren Na een aantal reinigingsbeurten gaat het controlelampje k links op het bedieningspaneel branden. De ingebouwde waterontharder is dan verzadigd en kan geen onthard water meer leveren. De ontharder moet nu meteen na beëindiging van het programma met zout worden geregenereerd. Als dit om praktische redenen niet mogelijk is en u alweer een aantal programma’s gedraaid heeft, moet u twee keer achter elkaar regenereren.
Waterontharder regenereren Druk op toets k. Druk op starttoets h . Het regenereerprogramma wordt nu automatisch afgewerkt en is afgelopen als het controlelampje k links op het bedieningspaneel en het controlelampje h uitgaan. Draai de dop op de bodem los. Schakel de automaat vervolgens uit. Schroef het reservoir voorzichtig los, zodat een eventueel ontstane waterdruk kan worden afgebouwd. Ga daarbij niet hardhandig te werk.
Reiniging en onderhoud Zeefcombinatie reinigen De zeefcombinatie op de bodem van de spoelruimte moet regelmatig worden gecontroleerd en indien nodig gereinigd. Pas op voor glassplinters! Grove zeef reinigen Pak het microfilter aan beide lipjes vast en draai het los door het twee keer linksom te draaien. Druk de opstaande lipjes iets samen, haal de zeef uit de uitsparing en reinig de zeef. Plaats de zeef weer terug en druk hem aan tot hij vastklikt.
Reiniging en onderhoud Zeefjes in de watertoevoer reinigen In de watertoevoer zijn ter bescherming van het magneetventiel zeefjes ingebouwd (zie afbeelding). Als deze zeefjes vuil zijn, moeten ze worden gereinigd, omdat er anders te weinig water in de automaat stroomt. Draai de waterkranen dicht. Draai de toevoerslangen eraf. 1 2 Reinig de pilaarzeef (1) en de fijne zeef (2). Vervang ze als dat nodig is.
Nuttige tips Mocht er een storing optreden, dan kunt u deze vaak zelf verhelpen. Laat werkzaamheden aan elektrische onderdelen altijd door een vakman van Miele verrichten! Storingen / mogelijke oorzaken De automaat start niet – De deur zit niet goed dicht. – De stekker zit niet in de contactdoos. – Er is een zekering doorgeslagen.
Plaatsing Gebruik bij het opstellen het bijgevoegde installatieschema! Open de deur. De automaat moet stabiel en waterpas worden opgesteld. Oneffenheden in de vloer kunt u met de stelvoeten corrigeren. Het apparaat is geschikt voor de volgende installatiemogelijkheden: vrijstaand inbouw Als de automaat naast andere apparaten of meubels of in een nis wordt geplaatst, moet de nis minstens 60 cm breed en 60 cm diep zijn.
Plaatsing Automaat stellen en vastschroeven Om de stabiliteit te waarborgen, moet de automaat aan het werkblad worden vastgeschroefd nadat hij is gesteld. Open de deur en schroef de machine links en rechts door de gaten van de voorste lijst aan het doorlopende werkblad vast. Om de beluchting van de circulatiepomp ongehinderd te laten plaatsvinden, mogen de spleten tussen de reinigingsautomaat en ernaast staande kasten of apparaten niet met siliconenkit worden volgespoten.
Elektrische aansluiting Alle werkzaamheden met betrekking tot de elektrische aansluiting mogen alleen door een erkend elektricien worden uitgevoerd. De elektrische installatie moet volgens NEN 1010 zijn geïnstalleerd. Aansluiting op een stopcontact dient te geschieden volgens alle daarvoor geldende voorschriften. Het stopcontact moet ook na de installatie van het apparaat toegankelijk zijn.
Elektrische aansluiting Verwijder het kunststof beschermkapje. Daarna: Plaats het kunststof beschermkapje, het sokkelpaneel en het inspectiepaneel in omgekeerde volgorde terug. Let op de aansluiting van de aarddraad! Zie ook de bijgevoegde installatiehandleiding! Aarddraad aansluiten Voor de aansluiting van de aarddraad bevindt zich aan de achterzijde van het apparaat een speciale aansluitschroef (8).
Wateraansluiting Watertoevoer aansluiten De automaat moet volgens de voorschriften van het waterleidingbedrijf worden aangesloten. Een terugslagklep of beluchter in de leiding is niet nodig vanwege een standaardvoorziening hiervoor in de automaat. De waterdruk moet tussen 250 en 1000 kPa (2,5 en 10 bar) overdruk liggen. Bij een andere waterdruk kunt u contact opnemen met Miele in Vianen. Zie ook "Extra functies programmeren".
Wateraansluiting Waterafvoer aansluiten De afvoer van de automaat is voorzien van een terugslagklep die het terugstromen van vuil water verhindert. Sluit de automaat bij voorkeur aan op een gescheiden, ter plaatse te installeren afvoer. Als geen gescheiden aansluiting aanwezig is, adviseren wij aansluiting op een dubbelsifon (verkrijgbaar bij Miele Nederland B.V. te Vianen). Deze automaat wordt standaard geleverd met flexibele afvoerslangen van ca. 1,5 m lang (binnendiameter 22 mm).
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu Het verpakkingsmateriaal De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belasting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling. Hergebruik van het verpakkingsmateriaal remt de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. Vaak neemt de leverancier de verpakking terug.
Technische gegevens Geluidsemissiewaarde in dB (A): Geluidsniveau !-aanduiding: 42 67 overeenkomstig Richtlijn Medische Hulpmiddelen 93/42/EEG, klasse IIa
43
Wijzigingen voorbehouden / 000 4600 Dit papier bestaat uit 100% chloorvrij gebleekte cellulose en is dus minder schadelijk voor het milieu.