Gebruiksaanwijzing Reinigings- en desinfectieautomaat G 7804 Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat. nl - NL M.-Nr.
Inhoud Functiebeschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Een bijdrage aan de bescherming van het milieu. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Het openen en sluiten van de deur . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud Extra functies programmeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 1. "Spoelen 2" kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 2. Wijziging spoeltemperatuur en/of temperatuurstop voor de programmafasen "Reinigen" en "Naspoelen" . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 3. Doseersysteem "DOS-module G 60 c.q. C 60" (optie) ontluchten en dosering instellen . . . .
Functiebeschrijving De G 7804 is een speciale reinigingsautomaat voor de machinale behandeling van laboratoriumspoelgoed. Het spoelgoed kan bestaan uit de meest uiteenlopende reservoirs (bekerglazen, kolven, erlenmeyers, flessen, reageerbuizen, etc.), meetvoorwerpen (maatkolven, maatcilinders, pipetten, etc.), schalen (petrischalen, horlogeglazen, vijzelkommen, etc) en kleine voorwerpen (stoppen, spatels, roerders, etc.).
Algemeen a Aan/Uit-toets (I-0) b Deuropener c Display d Controlelampje "Voorkeuze" e Controlelampje "Drogen" f Controlelampje "Programmastart" j Controlelampje "Reinigingsmiddel (vloeibaar) bijvullen" *) Optische interface (Technische Dienst) k Controlelampje "Naspoelmiddel bijvullen" g Starttoets l Controlelampje "Neutralisatiemiddel bijvullen" h Toets "Drogen" m Controlelampje "Zout bijvullen" i Wisseltoets voor omschakeling tussen weergave "Bereikte temperatuur" en "Cumulatieve tijd" n Controlela
Algemeen a Aansluitingen voor DOS-modules, doseerpomp voor vloeibare reinigingsmiddelen en doseerpomp voor neutralisatiemiddelen (opties) - achterkant b Zeefcombinatie c Zoutreservoir (waterontharder) 6 d Doseerbakje voor poedervormige reinigingsmiddelen e Duo-reservoirs voor neutralisatie- of naspoelmiddel (met doseerinstelling) f Niveau-indicatoren
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Bij ondeskundig gebruik echter kunnen personen letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan. Lees de gebruiksaanwijzing daarom aandachtig door voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het apparaat. In de gebruiksaanwijzing vindt u belangrijke instructies met betrekking tot plaatsing, veiligheid, gebruik en onderhoud.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Volg de installatie-instructies uit de gebruiksaanwijzing en de installatietekening. ~ Voordat u het apparaat aansluit, dient u de aansluitgegevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje te vergelijken met de waarden van het elektriciteitsnet. Deze gegevens moeten beslist overeenkomen om schade aan het apparaat te voorkomen. Raadpleeg bij twijfel een elektricien. ~ Een beschadigd apparaat kan uw veiligheid in gevaar brengen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden dient het apparaat spanningsvrij te worden gemaakt. Het apparaat is alleen dan spanningsvrij als aan één van de volgende voorwaarden is voldaan: ~ Gebruik alleen reinigingsmiddelen – als de hoofdschakelaar van de huisinstallatie is uitgeschakeld. tjes bij poedervormige middelen. Worden reinigingsmiddelen doorgeslikt, dan kan ernstig letsel aan mond en keelholte ontstaan dan wel verstikking het gevolg zijn.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Let bij gebruik van reinigingsmiddelen en speciale producten altijd op de aanwijzingen van de fabrikant. Gebruik het reinigingsmiddel alleen voor toepassingen die door de fabrikant worden aangegeven. Hiermee voorkomt u materiële schade en eventuele heftige chemische reacties (bijvoorbeeld een gasexplosie).
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Ga nooit op de geopende deur zitten of staan. Het apparaat kan kantelen en beschadigd raken. ~ Zorg dat scherpe, spitse voor- werpen zo in de automaat worden geplaatst dat dit geen risico's oplevert. Wees extra voorzichtig als u dergelijke voorwerpen rechtop in de automaat zet. ~ Houd rekening met de hoge temperaturen in het apparaat (afhankelijk van de instelling). Als u de deur opent, kunt u zich branden! Laat rekken en inzetten eerst afkoelen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Toebehoren Het afdanken van het apparaat ~ Toebehoren mogen alleen dan worden aan- of ingebouwd, als deze uitdrukkelijk door Miele zijn vrijgegeven. Als er andere onderdelen worden aanof ingebouwd, kan Miele niet voor de gevolgen instaan en kan er geen beroep worden gedaan op bepalingen met betrekking tot garantie en productaansprakelijkheid. ~ Verwijder met het oog op de veiligheid en het milieu alle resten van reinigingsmiddelen.
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van het apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belasting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling. Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren.
Het openen en sluiten van de deur Elektrische deurvergrendeling Programma onderbreken Het apparaat is voorzien van een elektrische deurvergrendeling. De deur mag alleen in noodgevallen worden geopend, bijvoorbeeld als het spoelgoed rammelt of als het programma bij een foutmelding wordt onderbroken: De deur kan alleen worden geopend als: ^ het apparaat elektrisch is aangesloten en ^ de Aan/Uit-toets I-0 is ingedrukt.
Het openen en sluiten van de deur Deur ontgrendelen met de noodvoorziening Alleen als u de deur niet meer op de normale wijze kunt openen, bijvoorbeeld als de stroom is uitgevallen, mag u gebruik maken van deze noodvoorziening. ^ Zet de programmaschakelaar op f. ^ Schakel de automaat uit (toets I-0). ^ Trek aan de ring die zich achter het inspectiepaneel bevindt (zie afbeelding).
Waterontharder Waterontharder instellen Om kalkafzetting op het spoelgoed en in de automaat te vermijden, moet het spoelwater worden onthard. ^ Schakel de automaat uit. De ingebouwde waterontharder kan alleen optimaal functioneren als: ^ Zet de programmaschakelaar op f "STOP". 1. deze op de juiste wijze is ingesteld (geprogrammeerd) en 2. het zoutreservoir gevuld is. (Wanneer het water niet erg hard is – onder 4 °d – hoeft geen zout in het reservoir te worden gevuld.
Waterontharder Tabel voor het instellen van de waterontharder °d mmol/l °f Instelling 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 *) 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 0,2 0,4 0,5 0,7 0,9 1,1 1,3 1,4 1,6 1,8 2,0 2,2 2,3 2,5 2,7 2,9 3,1 3,2 3,4 3,6 3,8 4,0 4,1 4,3 4,5 4,7 4,9 5,0 5,2 5,4 5,6 5,8 5,9 6,1 6,3 6,5 6,7 6,8 7,0 7,2 7,4 7,6 7,7 7,9 8,1 2 4 5 7 9 11 13 14 16 18 20 22 23 25 27 29 31 32 34 36 38 40 41 43 45 47 49 50 52 54 56 58 59 61 63 65 67 68 70
Waterontharder Zoutreservoir vullen Gebruik uitsluitend speciaal grofkorrelig regenereerzout met een korrelgrootte van ca. 1-4 mm, zoals Broxomatic of Sunzout. Gebruik in geen geval andere soorten zout zoals keukenzout of strooizout! Deze zouten kunnen niet-oplosbare deeltjes bevatten die een nadelig effect kunnen hebben op de werking van de ontharder. Als u het zoutreservoir voor de eerste keer vult, moet u het eerst met ca. 2,5 l water vullen. In het zoutreservoir kan ca. 2,5 kg zout.
Waterontharder Controlelampje "Zout bijvullen" Wanneer het controlelampje k "Zout bijvullen" b brandt, moet het zout in het zoutreservoir worden bijgevuld. De waterontharder wordt automatisch tijdens een programma geregenereerd. Wanneer dit gebeurt, brandt het controlelampje k a in het programmaverloop.
Neutralisatie- of naspoelmiddel doseren In de deur bevindt zich een duo-doseerautomaat voor vloeibare middelen met een inhoud van ca. 180 ml per reservoir. Neutralisatiemiddel doseren ,Als u per ongeluk reinigingsmiddel (ook vloeibaar reinigingsmiddel) in de reservoirs doet, raken deze defect! Neutralisatiemiddel (standaardinstelling) Neutralisatiemiddelen (pH-instelling: zuur) neutraliseren de resten van alkalische reinigingsmiddelen die op het oppervlak van het spoelgoed zijn achtergebleven.
Neutralisatie- of naspoelmiddel doseren Naspoelmiddel doseren ^ Vul neutralisatiemiddel bij totdat de niveau-indicator (zie pijl) donker kleurt. Gebruik eventueel een trechter. ^ Schroef de afsluitdoppen er weer op. Verwijder eventueel gemorst neutralisatiemiddel om bij een volgend programma sterke schuimvorming te voorkomen. ^ Vul het neutralisatiemiddel pas bij als op het bedieningspaneel het controlelampje w oplicht.
Neutralisatie- of naspoelmiddel doseren Dosering instellen De doseerknoppen in de beide vulopeningen kunnen worden ingesteld op een stand tusen 1-6 (1-6 ml). De standaardinstelling is "5" (totaal 10 ml) voor neutralisatiemiddel. Voor naspoelmiddel adviseren wij een dosering van 2 ml/systeem (totaal 4 ml). ^ Als het spoelgoed vlekken vertoont, kiest u een hogere stand, zie afbeelding. ^ Als er strepen en sluiers ontstaan, kiest u een lagere stand.
Neutralisatiemiddel doseren (optie) De automaat kan desgewenst ook van een doseersysteem voor neutralisatiemiddel worden voorzien (DOS-module G 10). Deze module wordt extern aangebracht. Bij de DOS-module hoort een separate montagehandleiding. Alleen de Technische Dienst van Miele mag de DOS-module aansluiten, de dosering instellen en het doseersysteem ontluchten. Het betreffende programma (zie "Programma-overzicht", programmaverloop DOS 3) kan alleen worden gestart als het doseersysteem eerst ontlucht is.
Reinigingsmiddel doseren ,Gebruik uitsluitend reinigingsmiddelen voor speciale reinigingsautomaten. Gebruik nooit middelen voor huishoud-afwasautomaten! Wij raden u aan om vloeibaar reinigingsmiddel (mild alkalisch) te doseren met een DOS-module (optie, zie ook de aanwijzing "Let op!" op de volgende pagina). Wanneer u niet met een vloeibaar reinigingsmiddel werkt, vul dan voor elk programma (behalve D "AFSPOELEN" en 6 "AFPOMPEN") poedervormig reinigingsmiddel in het doseerbakje.
Reinigingsmiddel doseren Bij de keuze van het reinigingsmiddel moet, ook uit milieu-overwegingen, met de volgende criteria rekening worden gehouden: ^ Welke alkaliteit is nodig voor het oplossen van het reinigingsprobleem? ^ Is actieve chloor nodig voor desinfectie of oxidatie (pigmentverwijdering)? ^ Zijn speciaal voor dispersie en emulgatie tensiden nodig? Voor bepaalde verontreinigingen moet u soms andere samenstellingen van reinigings- en hulpmiddelen gebruiken.
Toepassingsmogelijkheden Deze automaat kan worden voorzien van twee rekken (een onderrek en een bovenrek), of een wagen (bijvoorbeeld een injectorwagen). Al naar gelang het te reinigen glaswerk kunnen deze worden voorzien van verschillende inzetten of worden vervangen door andere speciale rekken. Er zijn zoveel mogelijkheden dat deze hier niet allemaal afgebeeld kunnen worden. Er zal slechts op enkele toepassingen worden ingegaan.
Toepassingsmogelijkheden Let op! Belangrijk: ^ Zet het spoelgoed zo in de rekken dat het aan alle kanten door het water kan worden bereikt. Alleen dan kan het goed schoon worden. De verende watertoevoer-adapter van de rekken en injectorwagens moet bij het inschuiven in de automaat goed aansluiten. Daarom moet de adapter 4-5 mm hoger zijn ingesteld dan de watertoevoer in de machine.
Toepassingsmogelijkheden Indelingsvoorbeelden: E 350 Injectorwagen "Intermiel" O 187 Injectorwagen Voor glaswerk met nauwe hals, compleet met 15 inspuiters 4x1 mm/160 mm lang, 18 inspuiters 6x1 mm/220 mm lang met glashouder "MIELAVA". Voor het direct inspuiten (bovenrek) van laboratoriumglaswerk met nauwe hals, 34 inspuiters 4x1 mm/160 mm met glashouder "MIELAVA". O 188 Bovenrek-lafette Voor verschillende inzetten.
Toepassingsmogelijkheden U 874 Onderrek-lafette E 106 Voor verschillende inzetten. Halfinzet van roestvrij staal met 28 veerhaken in 2 verschillende hoogten voor divers laboratoriumglaswerk, zoals kolven met nauwe hals, maatcilinders, medicijnflesjes, etc. E 109 Halfinzet van roestvrij staal voor 21 bekerglazen tot 250 cm3, erlenmeyers, ronde kolven, etc.
Toepassingsmogelijkheden Bovenrek verstellen Het bovenrek kan op 3 standen worden ingesteld met telkens 2 cm hoogteverschil. Afhankelijk van de instelling van het bovenrek kunnen voorwerpen met de volgende hoogte in de rekken worden geplaatst: Voorbeeld bovenrek O 188/1 en onderrek U 874 Stand bovenrek Bovenrek hoogte in cm Onderrek hoogte in cm Boven max. 15,5 *) max. 28,5 *) Midden max. 17,5 *) max. 26,5 *) Onder max. 19,5 *) max.
Bediening Inschakelen ^ Sluit de deur. ^ Draai de waterkranen open (indien dit nog niet is gebeurd). ^ Druk op de toets I-0. Op het bedieningspaneel brandt in het display een punt als de programmaschakelaar op f "STOP" staat. Programma kiezen Laat de keuze van het programma steeds afhangen van het te reinigen spoelgoed en de mate van verontreiniging. In het programma-overzicht achter in de gebruiksaanwijzing worden de verschillende programma's en hun toepassingsmogelijkheden beschreven.
Bediening Programma wijzigen Weergave programmaverloop Als de starttoets nog niet is ingedrukt, kunt u een per ongeluk gekozen programma nog als volgt wijzigen (zie anders de rubriek "Programma onderbreken"): Tijdens het programmaverloop brandt het controlelampje van de programmafase die op dat moment actief is. ^ Zet de programmaschakelaar op het gewenste programma. ^ Kies eventueel opnieuw de aanvullende functie 3 (DROGEN). Zie de rubriek "Aanvullende functie kiezen". ^ Druk op de starttoets 6.
Bediening Programma onderbreken Een gestart programma mag alleen in noodgevallen worden onderbroken, bijvoorbeeld wanneer de inhoud rammelt. ^ Zet de programmaschakelaar op f (het programma wordt na 2 seconden afgebroken). ^ Open de deur a. ,Pas op! Het spoelgoed kan heet zijn. U kunt zich eraan branden. ^ Zet het spoelgoed stabiel neer. Neem de voorschriften in acht en draag handschoenen in verband met infectiegevaar. ^ Vul, indien nodig, reinigingsmiddel (poeder) bij. ^ Sluit de deur.
Extra functies programmeren 1. "Spoelen 2" kiezen Wanneer u een waarde verandert die in de fabriek is ingesteld, dient u dit te documenteren voor een eventueel volgend bezoek van de Technische Dienst. Vul de verandering in het vakje "Ingestelde waarde:_________" in. Niet gedefinieerde posities worden als een liggend streepje ( - ) in het display weergegeven. Als de programmaschakelaar op f "STOP" staat, kunt u het programmeermenu opvragen.
Extra functies programmeren 2. Wijziging spoeltemperatuur en/of temperatuurstop voor de programmafasen "Reinigen" en "Naspoelen" Elke wijziging van de temperatuur en/of de temperatuurstop dient in het "Programma-overzicht" te worden vastgelegd voor een eventueel volgend bezoek van de Technische Dienst. De reinigingstemperatuur met de bijbehorende temperatuurstop, alsmede de naspoeltemperatuur met de bijbehorende temperatuurstop vindt u in het "Programma-overzicht".
Extra functies programmeren Spoeltemperatuur "Naspoelen": ^ Zet de programmaschakelaar op f "STOP" (alleen in deze stand wordt het programmeermenu weergegeven). ^ Druk opnieuw op de toets 3. In het display verschijnt nu "E05" (programmeermenu 5). ^ Zet de programmaschakelaar op het programma dat moet worden gewijzigd. In het display verschijnt de actuele waarde achter °C. ^ Druk zo vaak op de toets 4 of houd deze toets zo lang ingedrukt totdat de gewenste waarde in het display verschijnt.
Extra functies programmeren 3. Doseersysteem "DOSmodule G 60 c.q. C 60" (optie) ontluchten en dosering instellen ^ Zet de doseerschakelaar van de DOS-module op "10" (alleen bij DOS-module C 60). ^ Zet de programmaschakelaar op f "STOP". ^ Schakel de automaat uit. ^ Druk de toetsen 4 en 6 in, houd deze ingedrukt en schakel tegelijk de automaat met de Aan/Uit-toets I-0 in. In het display verschijnt de actuele programmastatus "P...". Het controlelampje p / 6 brandt. ^ Druk 2 x op de toets 3.
Extra functies programmeren Als het systeem ook ontlucht is, gaat u als volgt te werk: ^ Als u op de toets 4 drukt, verandert de waarde "80" in "81" of omgekeerd. ^ Start het programma D (AFSPOELEN), zodat de middelen die na het ontluchten eventueel in de spoelruimte zijn terechtgekomen verdund en weggespoeld worden. ^ Druk op de toets 6. In het display verschijnt "SP". 4.
Extra functies programmeren 5. Akoestisch signaal (zoemer) U kunt de zoemer (maximaal 30 seconden) voor meerdere functies gebruiken. Het akoestische signaal varieert: – Programma-einde = continu signaal. – Foutmelding = signaal in secondenritme. ^ Zet de programmaschakelaar op f "STOP". ^ Schakel de automaat uit. ^ Druk de toetsen 4 en 6 in, houd deze ingedrukt en schakel tegelijk de automaat met de Aan/Uit-toets I-0 in. In het display verschijnt de actuele programmastatus "P...".
Extra functies programmeren 6. Alle gewijzigde parameters weer terugzetten op de standaardinstellingen ^ Zet de programmaschakelaar op f "STOP". ^ Schakel de automaat uit. ^ Druk de toetsen 4 en 6 in, houd deze ingedrukt en schakel tegelijk de automaat met de Aan/Uit-toets I-0 in. In het display verschijnt de actuele programmastatus "P...". Het controlelampje p / 6 brandt. ^ Druk 7 x op de toets 3. In het display verschijnt nu "E07" (programmeermenu 7).
Reiniging en onderhoud Zeven in de spoelruimte reinigen ,Zonder de zeven mag de automaat niet worden gebruikt! De zeefcombinatie op de bodem van de spoelruimte moet regelmatig worden gecontroleerd en gereinigd. ,Pas op voor eventuele glassplinters! Grove zeef reinigen ^ Pak het microfilter aan beide lipjes vast en draai het los door het twee keer linksom te draaien. ^ Druk de opstaande lipjes iets samen. Haal de zeef eruit en reinig deze.
Reiniging en onderhoud Sproeiarmen reinigen Het kan voorkomen dat in de sproeikoppen van de sproeiarmen verontreinigingen zitten. U dient de sproeiarmen dan ook regelmatig te controleren. ^ Druk de verontreinigingen in de sproeikoppen met een spits voorwerp naar binnen en spoel ze vervolgens onder stromend water weg. Daartoe moet u de sproeiarmen eerst als volgt verwijderen: ^ Schroef de bovenste sproeiarm eraf.
Reiniging en onderhoud Afvoerpomp en terugslagklep reinigen Onder de terugslagklep bevindt zich de afvoerpomp (zie pijl). Als het spoelwater aan het einde van een programma niet is afgepompt, kan dit eraan liggen dat de afvoerpomp of de terugslagklep door voorwerpen wordt geblokkeerd. Deze kunnen eenvoudig worden verwijderd. ^ Haal de zeefcombinatie uit de spoelruimte. ^ Controleer voordat u de terugslagklep terugplaatst of voorwerpen de afvoerpomp blokkeren.
Reiniging en onderhoud Zeefjes in de watertoevoer reinigen Ter bescherming van de watertoevoerklep zijn in de schroefkoppeling zeefjes ingebouwd (zie afbeelding). Als deze zeefjes vuil zijn, moeten ze worden gereinigd, omdat er anders te weinig water in de automaat stroomt. ,De kunststof behuizing van de Waterproof-ventielen bevat een elektrisch onderdeel en mag daarom niet in vloeistoffen worden gedompeld.
Kleine storingen verhelpen Mocht er een storing optreden, dan kunt u deze vaak zelf verhelpen. Laat werkzaamheden aan elektrische onderdelen altijd door de Technische Dienst van Miele verrichten! Storingen / mogelijke oorzaken Het programma is voortijdig gestopt. Het controlelampje p / 6 knippert (in het display verschijnt foutcode: F A) – Er zit een knik in de afvoerslang. – De afvoerpomp is verstopt. De automaat start niet ^ Zet de programmaschakelaar op f "STOP" (de foutcode verdwijnt).
Kleine storingen verhelpen Technische Dienst Let op! Mocht zich een foutmelding voor het eerst voordoen, controleer dan of deze foutmelding het gevolg is van een eventuele foutieve bediening. U voorkomt zo een onnodig bezoek van de Technische Dienst. Ga als volgt te werk: ^ Zet de programmaschakelaar op f "STOP" (de foutcode verdwijnt). ^ Schakel de automaat uit (toets I-0). ^ Schakel de automaat weer in en start het programma opnieuw.
Plaatsing Gebruik bij het opstellen de bijgevoegde installatietekening! ^ Open de deur. ,In de directe omgeving van de automaat mag uitsluitend meubilair voor professioneel gebruik worden geplaatst. Andere meubels kunnen door de condens beschadigd raken. De automaat moet stabiel en waterpas worden opgesteld. Oneffenheden in de vloer kunt u met de vier stelvoeten compenseren.
Plaatsing Automaat stellen en vastschroeven Om de stabiliteit te waarborgen, moet het apparaat na het stellen aan het werkblad worden vastgeschroefd. ^ Open de deur en schroef de automaat links en rechts (door de gaten van de voorste lijst) aan het doorlopende werkblad vast. ^ Om de beluchting van de circulatiepomp niet te belemmeren, mogen de spleten tussen de automaat en ernaast staande kasten of apparaten niet met siliconenkit worden afgedicht.
Elektrische aansluiting ,Alle werkzaamheden die de elektrische aansluiting betreffen, mogen alleen door een erkend elektricien worden uitgevoerd. – De elektrische installatie moet volgens NEN 1010 zijn geïnstalleerd. – Het apparaat moet op een geschikte contactdoos worden aangesloten (die ook na plaatsing van het apparaat toegankelijk is) of worden voorzien van een vaste aansluiting. Bij een vaste aansluiting moet het apparaat via een schakelaar met alle polen van de netspanning kunnen worden losgekoppeld.
Elektrische aansluiting Inspectie- en sokkelpaneel verwijderen ,Maak het apparaat spannings- vrij! Na afloop: ^ Plaats het beschermkapje, het sokkelpaneel en het inspectiepaneel in omgekeerde volgorde terug. Zie ook de bijgevoegde installatietekening! Aarddraad aansluiten Achter op de machine bevindt zich een speciale schroef (8) voor het aansluiten van de aarddraad. ^ Draai de schroeven a eruit. ^ Pak het inspectiepaneel aan beide kanten vast en haal het naar boven toe los.
Wateraansluiting Watertoevoer aansluiten ,Het water in de automaat is geen drinkwater! – De automaat moet volgens de voorschriften van het waterleidingbedrijf worden aangesloten. – Het apparaat moet volgens DIN 1988 worden aangesloten. Een terugslagklep is niet noodzakelijk. – De waterdruk moet minimaal 50 kPa overdruk bedragen (100 kPa = 1 bar). Is de waterdruk lager dan 200 kPa dan neemt de waterinstroomtijd automatisch toe. De maximaal toelaatbare stat. druk bedraagt 1000 kPa (overdruk).
Wateraansluiting Demi-wateraansluiting (drukbestendig), voor 50 - 1000 kPa (0,5 - 10 bar) overdruk Deze automaat is bedoeld voor aansluiting op een drukbestendig systeem met een overdruk van 50 - 1000 kPa. Is de waterdruk lager dan 200 kPa, dan neemt de waterinstroomtijd automatisch toe. ^ Sluit de toevoerslang voor demi-water (hogedrukslang met markering "H2O pur") met een 3/4" schroefkoppeling aan op de kraan voor demi-water.
Wateraansluiting Waterafvoer aansluiten – De afvoer van de machine is voorzien van een terugslagklep, zodat afvoerwater niet naar de machine kan terugstromen. – Het apparaat kan het beste op een apart afvoersysteem worden aangesloten. Als dat niet mogelijk is, adviseren wij de automaat aan te sluiten op een sifon met twee kamers (verkrijgbaar bij de Technische Dienst van Miele Nederland B.V.). De opvoerhoogte moet liggen tussen 0,3 en 1 meter, gemeten vanaf de onderkant van het apparaat.
Programma-overzicht Programma Toepassing Reinigingsmiddel (indien niet vloeibaar) Let op de aanwijzingen van de fabrikant! ca. 20 gram in het doseerbakje, bij voorkeur pH-neutrale vloeibare reinigingsmiddelen. A KORT Voor licht gecontamineerd spoelgoed, waarbij de contaminatie goed oplosbaar is in water. Een programma zonder voorspoelen en zonder neutralisatie. Naspoeling met demi-water. B GEMIDDELD Voor normaal gecontamineerd spoelgoed, waarbij 30 gram in het doseerbakje.
Programma-overzicht Programmaverloop Voorspoelen Reinigen Spoelen 1 1) X DOS 1 70°C/5’ X Spoelen 2 Naspoelen Drogen (aanvullende functie) 2) 1) (X) DOS 3 (demi) X 70°C/3’ demi (DOS 2) (X) X DOS 1 70°C/5’ X DOS 3 (X) (demi) X 70°C/3’ demi (DOS 2) (X) X DOS 1 70°C/5’ X DOS 3 (X) (demi) X 70°C/3’ demi (DOS 2) (X) X X = in het programma opgenomen onderdelen (met temperatuur/temperatuurstop) 1) Wijziging temperatuur en temperatuurstop, zie hoofdstuk "Extra functies programmeren".
Technische gegevens Hoogte: 85 (82) cm Breedte: 60 cm Diepte: 60 cm Spanning: Aansluitwaarde: Zekering: zie typeplaatje zie typeplaatje zie typeplaatje Aansluitkabel: ca. 1,8 m Waterdruk: 50 -1000 kPa overdruk (100 kPa = 1 bar) Koud- of warmwateraansluiting: tot max. 70 °C Demi-wateraansluiting >50 - 1000 kPa (0,5 - 10 bar) overdruk Demi-wateraansluiting (drukloos) 8,5 - 50 kPa (0,085 - 0,5 bar), optie Opvoerhoogte: min. 0,3 m, max. 1 m Afpomplengte: max. 4 m Toevoerslang: ca.
Wijzigingen voorbehouden / 3108 M.-Nr.