Gebruiksaanwijzing Reinigings- en desinfectieautomaat G 7823 / G 7824 Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat. nl - NL M.-Nr.
Inhoud Veiligheidsinstructies en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Op het apparaat aangebrachte symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Bestemming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Bedieningselementen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud Niveau veranderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44 Het starten van een programma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44 Programmaverloop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 Uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 Programma afbreken . . . . . . . . . . .
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Bij ondeskundig gebruik echter kunnen personen letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan. Lees de gebruiksaanwijzing daarom aandachtig door voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het apparaat. Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Een beschadigd of lekkend apparaat kan uw veiligheid in gevaar brengen. Stel het apparaat meteen buiten werking en neem contact op met Miele. ~ Personeel dat het apparaat bedient, moet regelmatig worden geïnstrueerd. Laat het apparaat niet bedienen door personeel dat niet is geïnstrueerd. ~ Wees voorzichtig in de omgang met proceschemicaliën (reinigings- en neutralisatiemiddelen, reinigingsversterkers, naspoelmiddelen, etc.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Stoomverwarming is toegestaan tot een druk van 1000 kPa (10 bar). Dat komt overeen met een kooktemperatuur van 179 °C bij water. ~ De automaat en de directe omgeving ervan mogen niet met water (waterslang of hogedrukreiniger) worden afgespoten. ~ Maak het apparaat vóór onderhoudswerkzaamheden altijd spanningsvrij. Neem de volgende aanwijzingen in acht om de kwaliteit te waarborgen bij de behandeling van medische producten.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Een voorbehandeling (bijvoorbeeld met reinigings- of desinfectiemiddelen), maar ook bepaalde verontreinigingen en sommige proceschemicaliën kunnen - ook door chemische wisselwerking schuim veroorzaken. Schuim kan het resultaat van de reiniging of desinfectie verminderen. ~ Het proces moet zo zijn ingesteld dat geen schuim uit de spoelruimte komt. Uitstromend schuim kan van invloed zijn op het veilig functioneren van de automaat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Verwijder resten van oplosmiddelen en zuren, met name zoutzuur en chloridehoudende oplossingen, van het spoelgoed vóórdat u het in de automaat plaatst. Dit geldt ook voor stoffen die corrosie kunnen veroorzaken. Van oplosmiddelen in verbinding met vuil mogen slechts sporen aanwezig zijn. Dit geldt met name voor gevarenklasse A1.
Bestemming Met deze reinigings- en desinfectieautomaat kunt u voor hergebruik bedoelde medische producten reinigen, spoelen, desinfecteren (thermisch dan wel chemo-thermisch) en drogen. Houdt u zich daarbij ook aan de aanwijzingen van de fabrikanten van de medische producten (EN ISO 17664). Geschikt voor onder meer: – chirurgische instrumenten. – minimaal-invasieve instrumenten. – instrumentarium uit de anesthesie en de intensive care. – babyflessen en spenen.
Bestemming Het reinigingsresultaat is van doorslaggevend belang voor de desinfectie, de sterilisatie en de verwijdering van verontreinigingsresten en daarmee voor een veilig hergebruik. Voor de behandeling van medische producten verdient het DESIN vario TD-programma de voorkeur of (indien dat is aangegeven) het ORTHOVARIOof het OXIVARIO-procédé. Voor een goede reiniging van de instrumenten en apparaten moeten geschikte beladingssystemen worden gebruikt (wagens, modules, inzetten, etc.).
Algemeen Onreine kant a Greep e Deur (gesloten) b Elektronische besturing "Profitronic" (zie ook het "Programmeerhandboek") f Inspectiepaneel c Bedieningselementen d Hoofdschakelaar (met nooduitschakeling voor onderhoudswerk) 11
Algemeen Onreine kant a Aansluitpunt zoutreservoir (waterontharder) b Zeefcombinatie c Deur (geopend) d Reservoirs voor doseersystemen DOS 1 / DOS 3 (optioneel DOS 2 / DOS 4) 12
Algemeen Reine kant (alleen G 7824) a Greep b Deuropener c Deur (gesloten) d Printer (optie) G 7823: aan de onreine kant e Inspectiepaneel 13
Algemeen Bedieningselementen a Display Met screensaver; de achtergrondverlichting wordt na ca. 15 minuten automatisch uitgeschakeld. Druk op een willekeurige toets om de verlichting weer in te schakelen. Foutmeldingen die tijdens het gebruik voorkomen, worden in het display weergegeven. Een tabel met alle foutmeldingen vindt u in het programmeerhandboek.
Algemeen d Cursortoets rechts 2 Verplaatst de cursor naar rechts: – naar het volgende menupunt – naar de volgende parameter – naar de volgende invoerpositie e Min-toets 3 – Keuze van de programmaplaatsen boven 24 – Bladzijdegewijs achteruitbladeren in menu’s – Cijfers en letters invoeren – Instellingen wijzigen, bijvoorbeeld serviceparameters f Plus-toets 4 – Keuze van de programmaplaatsen vanaf 24 – Bladzijdegewijs vooruitbladeren in menu’s – Cijfers en letters invoeren – Instellingen wijzigen, bijvoorbeel
Waterontharder (optie) Voor een optimaal reinigingsresultaat moet de automaat op zacht (kalkarm) water zijn aangesloten. Bij hard water ontstaan er witte afzettingen op het spoelgoed en de wanden van de spoelruimte. Water met een hardheid van meer dan 4° d (0,7 mmol/l) moet worden onthard. Dit gebeurt automatisch in de ingebouwde ontharder. – De waterontharder werkt met regenereerzout. – De automaat moet nauwkeurig worden ingesteld op de waterhardheid in uw regio.
Waterontharder (optie) Waterontharder regenereren Gebruik uitsluitend speciaal grofkorrelig regenereerzout met een korrelgrootte van ca. 1-4 mm, zoals Broxomatic of Sunzout. Gebruik in geen geval andere soorten zout zoals keukenzout of strooizout! Deze zouten kunnen niet-oplosbare deeltjes bevatten die een nadelig effect kunnen hebben op de werking van de ontharder. Het zoutreservoir heeft een inhoud van ca. 2 kg.
Waterontharder (optie) Zoutreservoir vullen Zoutreservoir plaatsen ^ Draai de zeefsluiting uit het reservoir. ^ Haal de wagen uit de spoelruimte. ^ Vul het reservoir met regenereerzout en sluit het reservoir weer met de zeefsluiting. ^ Draai de kunststof afsluitdop rechts boven in de spoelruimte los. ,In de kunststof afsluitdop be- vindt zich een kleine hoeveelheid restwater. Afhankelijk van het voorafgaande programma kan dit water erg heet zijn. ^ Plaats het zoutreservoir en draai het vast.
Waterontharder (optie) Regeneratie uitvoeren ^ Sluit de deur. ^ Draai de waterkranen open. ^ Kies het programma REGENEREREN. Het regeneratieproces verloopt automatisch. Na afloop gaat u als volgt te werk: ^ Schakel de automaat uit. ^ Draai het zoutreservoir voorzichtig los, zodat een eventueel aanwezige waterdruk kan worden afgebouwd. Probeer het reservoir nooit met geweld los te draaien! Bel Miele als u het reservoir niet met de hand kunt losdraaien.
Automatische wagenherkenning (optie) Onder bedieningsniveau C wijst de automatische wagenherkenning (AWH) aan een geldig gecodeerde wagen een vaste programmaplaats toe. Voor de AWH zijn de programmaplaatsen 1-15 gereserveerd. De wagencodering (op de wagen) en de programmaplaats met het bijbehorende programma in de elektronische besturing ("Profitronic") moeten op elkaar worden afgestemd.
Automatische wagenherkenning (optie) Wagencodering De automatische wagenherkenning wijst aan een wagen een programmaplaats toe. Hiervoor moeten de wagens met een magneetstrook (met een bitcombinatie) gecodeerd zijn. Onder bedieningsniveau C is voor een gecodeerde wagen alleen het programma beschikbaar dat bij de betreffende programmaplaats hoort. Nadat een gecodeerde wagen is ingeschoven en de deur van het apparaat gesloten is, kiest de automatische wagenherkenning het bijbehorende programma.
Automatische wagenherkenning (optie) Houder met wagencodering Wagencodering instellen Er zijn 15 verschillende codes instelbaar. Deze zijn aan de programmaplaatsen 1 tot 15 toegewezen. Om de codering van een wagen met automatische wagenherkenning (AWH) in te stellen of te wijzigen, gaat u als volgt te werk: Onder "Systeemfunctie - Indeling keuzeschakelaar" wijst u de betreffende programma's aan de eerste 15 programmaplaatsen toe.
Automatische wagenherkenning (optie) ^ Stel de codering van de programmaplaats in. ^ Plaats de magneetstrook in de rail. ^ Leg de rail in de houder op de wagen en schroef de rail vast. Bit 6 (WAK) maakt niet deel uit van de veranderbare magnetische strip. Zorg dat wagens met aankoppeling aan de zijkant met een rail worden gecodeerd waarvan bit 6 op I is ingesteld. Wagens zonder aankoppeling aan de zijkant moeten met een rail zonder zesde bit worden gecodeerd.
Toepassingsmogelijkheden Deze automaat kan voor verschillende wagens worden gebruikt. Afhankelijk van het soort spoelgoed en de vorm van het te reinigen en desinfecteren spoelgoed kunnen de wagens van verschillende modules en inzetten worden voorzien. Gebruik wagens, modules en inzetten die geschikt zijn voor de toepassing. Op de volgende bladzijden vindt u diverse voorbeelden en informatie over de toepassingsmogelijkheden.
Toepassingsmogelijkheden Spoelgoed inruimen – Ruim het spoelgoed zo in dat het aan alle kanten door het water kan worden bereikt. Alleen dan kan het goed schoon worden. – Plaats het spoelgoed zo dat de delen elkaar niet afdekken. – Instrumenten met holle ruimten moeten ook van binnen goed kunnen worden doorgespoeld. – Voor het inruimen van instrumenten met nauwe, lange holle ruimten in c.q.
Toepassingsmogelijkheden OK-instrumenten (OP) Bij OK-instrumenten dient de opslagtijd tot de behandeling in de automaat zo kort mogelijk te zijn. Voor OK-instrumentarium dat voor de behandeling in de automaat relatief lang wordt bewaard, zijn de reinigingsen desinfectieprocédés OXIVARIO en ORTHOVARIO aan te bevelen, zie ook het hoofdstuk "OXIVARIO en ORTHOVARIO". Chirurgische instrumenten (ook minimaal-invasieve chirurgische instrumenten) dienen bij voorkeur thermisch te worden gedesinfecteerd.
Toepassingsmogelijkheden Oogheelkunde OK-instrumenten uit de oogheelkunde kunt u in een speciale injectorwagen machinaal reinigen en desinfecteren. Het bovenste niveau van de wagen is voorzien van diverse aansluitingen voor holle instrumenten, zoals zuigbuizen en canules. Fixeer en beveilig de instrumenten in de siliconen houders en bevestigingselementen die in het rooster zijn gestoken en sluit de instrumenten aan op de slangaansluitingen van de injectorwagen.
Toepassingsmogelijkheden Anesthesie-instrumenten (AN) Deze instrumenten worden meestal thermisch gedesinfecteerd met het programma DES-VAR-TD-AN. Indien nodig kan ook chemo-thermisch worden gedesinfecteerd. Hiervoor moeten de waterhoeveelheden voor de chemische desinfectieprogramma's worden vergroot. Het desinfectieresultaat van chemo-thermische procédés hangt af van het gebruikte desinfectiemiddel.
Toepassingsmogelijkheden Babyflessen (BC) Inruimen in E 555 U kunt bijvoorbeeld flesjes in containers E 135, spenen met wijde hals in E 364 en spenen voor schroefdoppen in E 458 reinigen en desinfecteren. – Gebruik alleen babyflessen met vaatwasmachinebestendige markeringsstreepjes. – Vul gebruikte flessen die u vrij lang bewaart voordat u ze behandelt (meer dan 4 uur) met water om te voorkomen dat voedingsresten aankoeken.
Toepassingsmogelijkheden Frame E 750 ^ Plaats het frame midden op het bovenste niveau van de wagen E 555. ^ Zet aan beide kanten een container E 135 op de haken van het frame. Omdat de containers schuin staan, kunnen de waterstralen de binnenkant van de flessen goed bereiken. De beide afgesloten hoeken van de inzet moeten op de met X aangeduide plaatsen worden gepositioneerd. De binnenkant van de flessen wordt hier niet optimaal door het water bereikt en het reinigingsresultaat zou dan niet optimaal zijn.
Toepassingsmogelijkheden OK-schoenen (OS) OK-schoenen van polyurethaan en/of inlegzolen worden chemo-thermisch op 60 °C gereinigd en gedesinfecteerd. Een thermisch desinfectieprogramma (OS-TD-75/2) is mogelijk, als de fabrikant aangeeft dat het materiaal daartegen bestand is. Voor het desinfectieresultaat van chemo-thermische procédés kunt u contact opnemen met de fabrikanten van de chemische desinfectiemiddelen.
Toepassingsmogelijkheden Transferwagen voor be- en ontlading ,Bij desinfectiemaatregelen volgens §18 IfSG moeten de gecontamineerde oppervlakken van de transferwagen na gebruik van de automaat worden gedesinfecteerd volgens een schuurmethode uit de lijst van het Robert Koch Instituut. In andere gevallen kunnen ook desinfectiemiddelen uit de lijst van de DGHM ("Deutsche Gesellschaft für Hygiene und Mikrobiologie") worden gebruikt. ^ Schroef het voetpedaal los a.
Toepassingsmogelijkheden ^ Hang de reinigingswagen met beide haken in de daarvoor bestemde ogen van de transferwagen. ^ Duw het voetpedaal van de transferwagen omlaag om de reinigingswagen op te tillen. ^ Duw de transferwagen tot de aanslag onder de geopende deur van de automaat, zodat de wagen op de deur kan worden gezet. ^ Zet de loopwielen vast. ^ Trap het voetpedaal helemaal in om de reinigingswagen naar beneden te laten.
Chemische procestechniek Algemene aanwijzingen Probleem/effect Maatregel Als elastomeren (dichtingen en slangen) en kunststoffen in de reinigings- en desinfectieautomaat beschadigd raken, kan dit onder meer het opzwellen, krimpen, verharden en poreus worden van de materialen tot gevolg hebben en kan er scheurvorming optreden. De onderdelen functioneren niet meer goed en er zal meestal lekkage ontstaan. – Zoek de oorzaken en neem deze weg.
Chemische procestechniek Aangesloten proceschemicaliën Probleem/effect Maatregel De inhoudstoffen van de – Gebruik alleen door Miele aanbevoproceschemicaliën hebben een grote len proceschemicaliën. invloed op de levensduur en – Controleer het doseersysteem regelfunctionaliteit (capaciteit) van de domatig visueel op beschadigingen. seersystemen. De doseersystemen (do- – Controleer regelmatig de capaciteit seerslangen en pomp) zijn over het alvan het doseersysteem.
Chemische procestechniek Aangesloten proceschemicaliën Probleem/effect Maatregel De volgende proceschemicaliën kun– De procesparameters van het reinigingsprogramma (doseertemperanen ernstige schuimvorming tot gevolg tuur, concentratie, etc.) moeten zo hebben: worden ingesteld dat het gehele pro– tensidehoudende reinigingsmiddelen ces schuimarm/-vrij is. en naspoelmiddelen. – Neem de aanwijzingen van de fabri– emulgators. kant van de proceschemicaliën in De schuimvorming kan optreden: acht.
Chemische procestechniek Ingebrachte verontreinigingen Probleem/effect Maatregel De volgende stoffen kunnen de – Aanpassing van de automaat (geelastomeren (slangen en dichtingen) en bruik van meer vetbestendige eventueel de kunststoffen van de autoelastomeren). maat beschadigen: – Afhankelijk van het gebruik van de automaat moet u periodiek de onder– olie- en wassoorten, alsmede aromatische en onverzadigde ste deurdichting met een pluisvrije doek of spons afwissen. koolwaterstoffen.
Chemische procestechniek Reactie tussen proceschemicaliën en verontreinigingen Probleem/effect Maatregel Natuurlijke oliën en vetten kunnen met alkalische proceschemicaliën verzepen. Hierbij kan hevige schuimvorming optreden. – Gebruik het programma "OLIE" (indien aanwezig). – Gebruik een speciaal programma met dosering van emulgators (pH-neutraal) voor het voorspoelen. – Gebruik (afhankelijk van de toepassing) ontschuimer, indien mogelijk zonder siliconenolie.
Vloeibare proceschemicaliën doseren ,Gebruik alleen speciale proceschemicaliën voor reinigingsen desinfectieautomaten en neem de aanwijzingen van de betreffende fabrikanten in acht. ,Meer informatie over OXIVARIO en ORTHOVARIO en de aansluiting van het voorraadreservoir voor de H2O2-oplossing vindt u in het hoofdstuk "OXIVARIO en ORTHOVARIO". OXIVARIO-uitvoering: De automaat heeft standaard twee doseerpompen: – Doseersysteem DOS 1 (blauw) voor het doseren van vloeibare reinigingsmiddelen.
Vloeibare proceschemicaliën doseren Voorbereiding Het vullen van de reservoirs Giet de vloeibare proceschemicaliën in de kunststofreservoirs (5 l) met dezelfde kleurmarkering als de bijbehorende doseersystemen. ^ Schakel de automaat met de hoofdschakelaar uit.
Vloeibare proceschemicaliën doseren ^ Steek de sonde vervolgens in de opening van het reservoir en schroef de sonde vast (let op de kleuraanduiding). Als de reservoirs gevuld zijn, verdwijnt de melding uit het display. Vul de reservoirs bij als de melding RESERVOIR DOS 1, 2, 3 of 4 VULLEN in het display verschijnt. Zo voorkomt u dat de reservoirs helemaal worden leeggezogen. Wanneer u een reservoir niet wilt gebruiken, kan de vulstandcontrole voor het niet gebruikte doseersysteem worden uitgeschakeld.
Vloeibare proceschemicaliën doseren Doseersystemen ontluchten Onderhoud doseersystemen Als u de automaat voor het eerst in gebruik neemt of wanneer een reservoir niet op tijd is bijgevuld en één of meer doseersystemen leeggezogen zijn, moet u het doseersysteem (de doseersystemen) voor vloeibare proceschemicaliën ontluchten. Ga als volgt te werk: Voor een optimale werking is regelmatig onderhoud noodzakelijk. De onderhoudswerkzaamheden mogen alleen door Miele worden verricht.
Bediening Hoofdschakelaar Deur openen De hoofdschakelaar (met nooduitschakeling) moet op I-ON staan. ^ Druk op de deurschakelaar 5. Pak de greep vast en open de deur. Inschakelen Om de deur aan de reine kant (doorschuifmodel) te kunnen openen, gelden ook de volgende voorwaarden: ^ Draai de waterkranen open (indien dit nog niet is gebeurd). ^ Druk op de toets I-0.
Bediening Niveau veranderen Met de elektronische besturing kunnen vier bedieningsniveaus worden gekozen: A = Vast programma of vrijgegeven programma’s B = Vrije programmakeuze C = AWH - Automatische wagenherkenning (programmakeuze via wagencodering, optie) D = Programmeren / Vrije programmakeuze / Code wijzigen (zie "Programmeerhandboek") Om van bedieningsniveau te wisselen: ^ Druk de toetsen 1 en 2 tegelijk in. In het display verschijnen de bedieningsniveaus A, B, C en D.
Bediening A. Vast programma Stel de vaste programma’s eenmalig onder bedieningsniveau B of D samen en geef deze programma’s vrij voor bedieningsniveau A. Zie het "Programmeerhandboek" onder "Systeemfunctie - Programma’s onder A vrijgeven". 3. Het menu PROGRAMMA-OVERZICHT laat alle opgeslagen programma’s zien. U kunt in dit menu een programma kiezen. ^ Kies het programma-overzicht met 1 en bevestig uw keuze met 6. ^ Kies bedieningsniveau A. ^ Kies een programma met 1 of 2.
Bediening C. Automatische wagenherkenning (AWH) ^ Kies bedieningsniveau C. ^ Schuif een wagen met wagencodering in het apparaat. ,Aan de magneetstrook, met name de onderkant, mogen zich geen kleine metalen voorwerpen of delen van instrumenten bevinden (die door de magneetwerking zijn aangetrokken). Door zulke voorwerpen wordt de codering mogelijk niet goed afgelezen. ^ Sluit de deur. ,Voordat u het programma start, moet u beslist controleren of het display het juiste programma voor deze wagen aangeeft.
Bediening Uitschakelen ^ Druk op de toets I-0 en laat deze terugspringen. Programma afbreken U kunt alleen op bedieningsniveau B en D een programma afbreken. ^ Draai de waterkranen dicht. Voor de kwalificatie van het reinigingsresultaat moet het programma vóór de desinfectiefase worden afgebroken (volgens EN ISO 15883-1). Bij bedieningsniveau B of D ^ Druk op de stoptoets 7. Het programma wordt onderbroken. In het display verschijnt AFBREKEN OF üVOORTZETTEN<.
Bediening Programma onderbreken U kunt alleen op bedieningsniveau B en D een programma onderbreken. In dringende gevallen, bijvoorbeeld als het spoelgoed hevig rammelt, mag u de deur openen. Dat doet u als volgt: Let aan het eind van een DESIN-programma op de melding in het display, als u het programma heeft onderbroken en daarna voortgezet. Wanneer de melding NIET AAN PROCESPARAM. VOLDAAN verschijnt, is de deur na de desinfectie geopend, waarmee niet aan de DESIN-parameters voldaan is.
Seriële interface Voor de gegevensoverdracht tussen de Profitronic en een externe protocolprinter of PC is ieder apparaat voorzien van een seriële interfacekabel (5 m). De interfacekabel bevindt zich opgerold in de machine en mag alleen door Miele worden aangesloten. De seriële interface is RS 232-compatibel. Zie voor de configuratie van de seriële interface het "Programmeerhandboek" onder "PC-/afdrukfuncties".
Onderhoudsmaatregelen Onderhoud In het kader van het onderhoud: Bij deze reinigings- en desinfectieautomaat moet na 1000 bedrijfsuren of minimaal eens per half jaar periodiek onderhoud worden uitgevoerd. Dit onderhoud dient door Miele te worden uitgevoerd. – wordt een programma als testrun afgewerkt, Het onderhoud omvat de volgende punten: – worden alle veiligheidsrelevante meetsystemen gecontroleerd (foutmeldingen).
Onderhoudsmaatregelen Procesvalidatie Routinecontroles De exploitant dient veilig te stellen dat de reinigings- en desinfectieprocédés in de dagelijkse routine correct worden uitgevoerd. In sommige landen gelden hiervoor ook nationale wetten, verordeningen of aanbevelingen. In Duitsland zijn dit onder meer MPBetreibV, de RKI-richtlijnen en de gezamenlijke validatierichtlijn van DGKH, DGSV en AKI.
Onderhoudsmaatregelen Zeven in de spoelruimte reinigen Grove zeef reinigen De zeven op de bodem van de spoelruimte voorkomen dat grove verontreinigingen in het circulatiesysteem terechtkomen. De zeven kunnen door dergelijke verontreinigingen verstopt raken. Controleer de zeven daarom dagelijks en reinig deze indien dat nodig is. ,Zonder de zeven mag de automaat niet worden gebruikt! ,Pas op voor glassplinters, naal- den en dergelijke! ^ Druk de opstaande lipjes iets samen.
Onderhoudsmaatregelen Vlakke zeef en microfilter reinigen ^ Verwijder de grove zeef. ^ Verwijder ook de fijne zeef (tussen de grove zeef en het microfilter). ^ Haal het microfilter nu tegelijk met de vlakke zeef uit de automaat. ^ Reinig de zeven. ^ Pak het microfilter aan beide lipjes vast en draai het los door het twee keer linksom te draaien. ^ Plaats de zeefcombinatie in omgekeerde volgorde weer terug. De vlakke zeef moet strak op de bodem van de spoelruimte aansluiten.
Onderhoudsmaatregelen Sproeiarmen reinigen Het kan voorkomen dat de sproeikoppen van de sproeiarmen verstopt raken. Controleer de sproeiarmen dan ook dagelijks. ^ Druk eventuele verontreinigingen in de sproeikoppen met een spits voorwerp naar binnen en spoel ze vervolgens onder stromend water weg. Daartoe moet u de sproeiarmen eerst als volgt losschroeven: ^ Verwijder een eventueel ingeschoven wagen. Sproeiarmen van de automaat: ^ Verwijder de dichtring en de lagerbussen en reinig deze.
Onderhoudsmaatregelen Bedieningspaneel reinigen ^ Reinig het bedieningspaneel alleen met een vochtige doek of gebruik een normaal reinigingsmiddel voor glas of kunststof. Gebruik voor het desinfecteren een geschikt desinfectiemiddel. ,Gebruik geen schuurmiddelen en geen allesreinigers! Deze kunnen door hun chemische samenstelling het kunststof oppervlak beschadigen.
Onderhoudsmaatregelen Wagens, modules en inzetten Voor zover van toepassing: Om veilig te stellen dat de wagens, modules en inzetten goed functioneren, moet u deze dagelijks controleren. Bij de automaat wordt een checklist geleverd.
Onderhoudsmaatregelen Printer (optie) Het vervangen van de lintcassette Het vervangen van de papierrol ^ Open de printerklep aan de bovenkant en klap deze omlaag. Vervang de papierrol als het rode controlelampje van de protocolprinter oplicht. Ga als volgt te werk: ^ Open de printerklep aan de bovenkant en klap deze omlaag. ^ Haal de lege papierrol met de doorsteekas uit de rolhouder en plaats een nieuwe papierrol (in omgekeerde volgorde).
Service ,Reparaties mogen uitsluitend door vakmensen worden uitgevoerd. Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen voor u een groot gevaar opleveren. Mocht zich een foutmelding voor het eerst voordoen, controleer dan of deze foutmelding het gevolg is van een eventuele foutieve bediening. U voorkomt zo een onnodig bezoek van een technicus. Een overzicht van alle in het display weergegeven foutmeldingen vindt u in het programmeerhandboek in het hoofdstuk "Meldingen".
Verwarmingssysteem omschakelen Omschakelen van stoom op elektrisch en van elektrisch op stoom Bij een omschakelbare automaat kan via het serviceprogramma STOOM>ELEKTR. of ELEKTR.>STOOM worden omgeschakeld van de ene instelling naar de andere. ^ Kies het programma STOOM>ELEKTR. of ELEKTR.> STOOM. Zie ook "Bediening - B. Vrije programmakeuze". ^ Druk op de starttoets 6. Als het serviceprogramma beëindigd is, verschijnt in het display een melding. ^ Bevestig de opdracht >VERDER< met 6.
Elektrische aansluiting ,Alle werkzaamheden die de elektrische aansluiting betreffen, mogen alleen door een erkend elektricien worden uitgevoerd. – De elektrische installatie moet volgens de daarvoor geldende normen (zoals NEN 1010) zijn geïnstalleerd. – De aansluiting op de contactdoos dient aan alle voorschriften te voldoen. De contactdoos moet ook na de plaatsing van het apparaat toegankelijk zijn. Bij reparaties of onderhoudswerkzaamheden kan dan eenvoudig een veiligheidscontrole worden uitgevoerd.
Wateraansluiting ,Gebruik de bijgevoegde installatietekening! – Het gebruikte water moet minimaal van drinkwaterkwaliteit zijn (volgens de Europese drinkwaternorm). Een hoog ijzergehalte kan corrosie op het spoelgoed en aan het apparaat veroorzaken. Bij een chloridegehalte van meer dan 100 mg/l in het huishoudwater neemt het corrosiegevaar voor het spoelgoed aanzienlijk toe. – In bepaalde regio's, bijvoorbeeld in de Alpen, zijn vanwege de specifieke watersamenstelling afzettingen mogelijk.
Technische gegevens Hoogte 1536 mm (incl. 100 mm sokkel en deksel) 1928 mm (incl. 100 mm sokkel en MAV) Breedte 90 cm Diepte Diepte bij geopende deur 77 cm 133,7 cm Gewicht (incl. sokkel, DKWK en MAV) ca. 350 kg Bedrijfsgewicht ca.
Opties Opties – Droogaggregaat (DA) – Dampcondensator (DC) – Waterontharder – Printer voor de procesdocumentatie (PRT) – Doseersysteem DOS 2 en DOS 4 – Ombouwset OXIVARIO – Ombouwset ORTHOVARIO (ombouw door Miele) 63
OXIVARIO en ORTHOVARIO Functiebeschrijving De reinigings- en desinfectieautomaat kan voor het OXIVARIO-procédé voorzien zijn van een extra doseerpomp en een dagtank voor de waterstofperoxide-oplossing (H2O2-oplossing). De automaat kan hiervoor ook zijn omgebouwd. Het doseersysteem DOS 2 doseert in deze gevallen de H2O2-oplossing. Voor ORTHOVARIO moet het doseersysteem DOS 4 worden voorzien van een speciale doseerpomp voor een speciaal tensidehoudend reinigingsmiddel (ombouwset).
OXIVARIO en ORTHOVARIO Toepassingen Het OXIVARIO-procédé met alkalische reiniging is bedoeld voor chirurgische instrumenten waarvoor speciale reinigingseisen gelden. De methode is met name geschikt voor de behandeling van OK-instrumenten, bijvoorbeeld uit de HF-chirurgie (HF = hoge frequentie), de botchirurgie, voor instrumenten die opdrogen (door lange wachttijden tot de behandeling in de automaat) en voor instrumenten die in aanraking komen met antiseptica.
OXIVARIO en ORTHOVARIO Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Het aansluiten van het reservoir met H2O2-oplossing ,De volgende veiligheidsinstruc- De aansluitslang voor het voorraadreservoir met de H2O2-oplossing is voorzien van een zwarte sticker. De slang wordt zonder adapter geleverd, aangezien de aansluitsystemen op de reservoirs per fabrikant verschillen. ~ Voor de H2O2-oplossing mag uitsluitend gebruik worden gemaakt van de speciale reservoirs van de firma's Ecolab en Dr.
Het afdanken van het apparaat Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die voor het functioneren en de veiligheid van het apparaat nodig waren. Als u het apparaat bij het gewone afval doet of bij verkeerde behandeling kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Verwijder het afgedankte apparaat dan ook nooit met het gewone afval.
Wijzigingen voorbehouden /productiedatum 05-01-2010 0366 M.-Nr.