Operation Manual
,
Alle werkzaamheden die de
elektrische aansluiting betreffen,
mogen alleen door een erkend elek
-
tricien worden uitgevoerd.
–
De elektrische installatie moet vol
-
gens de daarvoor geldende normen
(zoals NEN 1010) zijn geïnstalleerd.
–
De aansluiting op de contactdoos
dient aan alle voorschriften te vol
-
doen. De contactdoos moet ook na
de plaatsing van het apparaat toe
-
gankelijk zijn. Bij reparaties of onder
-
houdswerkzaamheden kan dan een-
voudig een veiligheidscontrole wor-
den uitgevoerd. Er dient een hoofd-
schakelaar te worden geplaatst
waarmee het apparaat met alle polen
van het net kan worden losgekop-
peld. Deze hoofdschakelaar dient
een contactopening te hebben van
minimaal 3 mm en moet in de
nulstand vergrendelbaar zijn.
–
Ter verhoging van de veiligheid
wordt in de EU-voorschriften en
-richtlijnen geadviseerd de automaat
aan te sluiten op een aardlekschake
-
laar.
–
De draairichting van de aandrijving is
afhankelijk van de elektrische aan
-
sluiting van het apparaat. Sluit het
apparaat daarom met de juiste fase
aan (het draaiveld moet rechtsom
zijn).
–
Het apparaat moet worden geaard.
–
Voor de technische gegevens zie het
typeplaatje of het bijgevoegde scha
-
kelschema!
,
Voor nadere informatie over de
elektrische aansluiting zie de bijge
-
leverde installatietekening.
Deze automaat mag uitsluitend worden
gebruikt met de spanning, frequentie
en zekering die op het typeplaatje
staan aangegeven.
Het typeplaatje met de keurmerken be
-
vindt zich op het afdekplaatje achter
het inspectiepaneel aan de onreine
kant.
Het schakelschema wordt bij het ap
-
paraat geleverd.
Elektrische aansluiting
60