Operation Manual
Extra functie 1:
Verhoging naspoeltemperatuur
Een wijziging van de temperatuur
dient in het Programma-overzicht te
worden genoteerd voor een eventu
-
eel volgend bezoek van de Tech
-
nische Dienst.
De standaardinstelling voor de na
-
spoeltemperatuur vindt u in het pro
-
gramma-overzicht. U kunt de naspoel
-
temperatuur als volgt veranderen:
–
van 65 °C in 85 °C (G 8050/G 8051)
– van 65 °C in 75 °C (PG 8052).
Bij een naspoeltemperatuur van
85 °C of 75 °C wordt de droogventi-
lator vanaf een bepaalde tempera-
tuur ingeschakeld om de
stoomvorming te compenseren.
Na afloop van het programma draait
de ventilator max. 45 minuten door.
Als u serviesgoed met
voedselverontreinigingen reinigt, pro
-
grammeer dan een naspoeltemperatuur
van bij voorkeur 65 °C.
Voor de programma's o (GLAZEN) en
, (BIERGLAZEN) kunt u geen naspoel
-
temperatuur instellen.
Als een programma loopt, kunt u
geen instellingen uitvoeren. Onder
-
breek eventueel het lopende pro
-
gramma. Het controlelampje van de
toets h/f moet knipperen.
^
Schakel de automaat met de
"Aan/Uit"-toets I-0 uit.
^
Houd de toetsen +c en h/f inge
-
drukt en schakel de automaat tege
-
lijkertijd in met de "Aan/Uit"-toets I-0.
^
Laat vervolgens alle toetsen weer los.
Het controlelampje l licht op.
Het controlelampje k knippert.
In het display verschijnt eerst de inge-
stelde waterhardheid.
^ Druk 2x op de toets +c.
Het controlelampje 1 brandt (aandui-
ding programmeerniveau).
Het controlelampje y brandt of knip-
pert (aanduiding extra functie 1).
Het controlelampje k knippert.
Extra functies programmeren
40