Gebruiksaanwijzing Bedrijfsafwasautomaat G 8050 Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat. M M.-Nr.
Inhoud Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Model . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud Weergave programmaverloop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Tijddisplay . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Programma-einde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 Uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 Machine leeghalen . . . . . . .
Algemeen Model a Bovenste sproeiarm (niet zichtbaar) b Bovenrek c Watertoevoer middelste sproeiarm d Middelste sproeiarm e Onderste sproeiarm f Aansluiting DOS-module g Vier in hoogte verstelbare machinevoeten (stelvoeten) h Zeefcombinatie i Zoutreservoir (regenereerzout) j Reservoir (met twee vakjes) voor reinigingsmiddelen (doseerbakje) k Reservoir voor naspoelmiddel (met doseerinstelling) l Typeplaatje 4
Algemeen Bedieningspaneel a "Aan/Uit"-toets (I-0) k Controlelampje "Storing sproeiarm" b Controlelampje reinigingsprogramma MAXI l Toets "Drogen" c Controlelampje reinigingsprogramma MIDI d Controlelampje reinigingsprogramma MINI e Controlelampje "Vloeibaar reinigingsmiddel bijvullen" (alleen bij externe DOS-module - optie) f Controlelampje "Storing watertoevoer/waterafvoer" g Programmaverloop h Tijddisplay/display i "Start/Stop"-toets j Toets "Startvoorkeuze" m Controlelampje "Naspoelmiddel bijvullen
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Bij ondeskundig gebruik echter kunnen personen letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan. Lees de gebruiksaanwijzing daarom aandachtig door voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het apparaat. Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Personeel dat het apparaat bedient, moet regelmatig worden geïnstrueerd. Laat het apparaat niet bedienen door personeel dat niet is geïnstrueerd. Zorg dat scherpe, spitse voorwerpen zo in de automaat worden geplaatst dat dit geen risico's oplevert. Wees extra voorzichtig als u dergelijke voorwerpen rechtop in de automaat zet. Laat kinderen niet met de automaat spelen of deze bedienen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Neem de volgende aanwijzingen in acht om de kwaliteit van de reiniging te waarborgen en om schade aan apparaat en spoelgoed te voorkomen! Gebruik alleen reinigingsmiddelen voor professionele afwasautomaten. Gebruik van andere reinigingsmiddelen kan schade aan de automaat en het spoelgoed veroorzaken. Een voorbehandeling (bijvoorbeeld met reinigingsmiddelen), maar ook bepaalde verontreinigingen en sommige reinigingsmiddelen kunnen schuim veroorzaken.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Verwijder resten van oplosmiddelen en zuren, met name zoutzuur en chloridehoudende oplossingen, van het spoelgoed vóórdat u het in de automaat plaatst. Dit geldt ook voor stoffen die corrosie kunnen veroorzaken. Van oplosmiddelen in verbinding met vuil mogen slechts sporen aanwezig zijn. Dit geldt met name voor gevarenklasse A1.
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu Het verpakkingsmateriaal De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belasting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling. Hergebruik van het verpakkingsmateriaal remt de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. Vaak neemt de leverancier de verpakking terug.
De eerste ingebruikneming Nodig voor de eerste ingebruikneming – ca. 2 l water, – ca. 2 kg regenereerzout, – reinigingsmiddel voor afwasautomaten, – naspoelmiddel voor afwasautomaten. Let op! Alle afwasautomaten worden in de fabriek getest. Het is dan ook mogelijk dat u waterresten in de automaat aantreft.
De eerste ingebruikneming Deur openen Kinderbeveiliging De gele sleutel voor de kinderbeveiliging hangt aan een spijl in het voorste gedeelte van het bovenrek. Verwijder de sleutel voordat u een programma start en bewaar de sleutel op een veilige plek buiten de afwasautomaat. ^ Pak de deur bij de greep vast. Trek aan de greep om de deur te openen. Als u de deur opent, terwijl de automaat in gebruik is, worden alle functies automatisch onderbroken.
De eerste ingebruikneming Waterontharder Voor een optimaal reinigingsresultaat moet de afwasautomaat kunnen beschikken over zacht (kalkarm) water. Bij hard water ontstaan er witte afzettingen op het serviesgoed en de wanden van de spoelruimte. Water met een hardheid van meer dan 4° d (0,7 mmol/l) moet dan ook worden onthard. Dit gebeurt automatisch in de ingebouwde ontharder. – De waterontharder werkt met regenereerzout. – De afwasautomaat moet nauwkeurig worden ingesteld op de waterhardheid in uw regio.
De eerste ingebruikneming Waterontharder programmeren ^ Schakel de automaat met de "Aan/ Uit"-toets I-0 uit. ^ Houd de toetsen +c en h/f ingedrukt en schakel de automaat tegelijkertijd in met de "Aan/Uit"-toets I-0. Laat vervolgens alle toetsen weer los. Het controlelampje "Spoelen" l licht op en het controlelampje "Zout bijvullen" k knippert. Is dat niet het geval, begin dan nog eens opnieuw. In het display verschijnt knipperend: a 19 Deze code betekent dat een waterhardheid van 19 °d is ingesteld.
De eerste ingebruikneming °d mmol/l °f Waarde voor instelling in display 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 0,2 0,4 0,5 0,7 0,9 1,1 1,3 1,4 1,6 1,8 2,0 2,2 2,3 2,5 2,7 2,9 3,1 3,2 3,4 3,6 3,8 4,0 4,1 4,3 4,5 4,7 4,9 5,0 5,2 5,4 5,6 5,8 5,9 6,1 6,3 2 4 5 7 9 11 13 14 16 18 20 22 23 25 27 29 31 32 34 36 38 40 41 43 45 47 49 50 52 54 56 58 59 61 63 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35
De eerste ingebruikneming Zoutreservoir vullen Voor een optimaal reinigingsresultaat moet de afwasautomaat kunnen beschikken over zacht (kalkarm) water. Bij hard water ontstaan er witte afzettingen op het serviesgoed en de wanden van de spoelruimte. Water met een hardheid van meer dan 4° d (0,7 mmol/l) moet dan ook worden onthard. Dit gebeurt automatisch in de ingebouwde ontharder. De ontharder werkt met regenereerzout. ^ Uw waterbedrijf kan u de exacte waterhardheid mededelen.
De eerste ingebruikneming Terwijl u het reservoir vult, zal het waterniveau stijgen en het water overlopen. ^ Verwijder de zoutresten van de vulopening en schroef de afsluitdop weer op het reservoir. ^ Kies direct daarna het programma I KOUD. Daarmee wordt de overgelopen zoutoplossing verdund en vervolgens weggepompt. Zout bijvullen Zolang het controlelampje "Zout bijvullen" op het bedieningspaneel niet brandt, bevindt zich genoeg zout in het reservoir.
De eerste ingebruikneming Naspoelmiddel Naspoelmiddel doseren Naspoelmiddel wordt gebruikt om ervoor te zorgen dat het water tijdens het drogen als een film van het serviesgoed loopt en het serviesgoed sneller droogt. Het naspoelmiddel wordt in het daarvoor bestemde reservoir gevuld en in de ingestelde hoeveelheid automatisch gedoseerd. ,Vul het reservoir alleen met naspoelmiddelen voor afwasautomaten. Vul het nooit met afwasmiddelen of reinigingsmiddelen.
De eerste ingebruikneming Controlelampje naspoelmiddel Zolang het controlelampje "Naspoelmiddel bijvullen" op het bedieningspaneel niet brandt, bevindt zich genoeg naspoelmiddel in het reservoir. ^ Doseer nu zoveel naspoelmiddel in het reservoir totdat het naspoelmiddel in de vulopening zichtbaar is. Het reservoir heeft een inhoud van ca. 130 ml. ^ Druk het klepje daarna weer goed dicht om te voorkomen dat tijdens het spoelen water in het reservoir komt.
De eerste ingebruikneming Dosering naspoelmiddel instellen U kunt kiezen uit 6 standen. Standaard staat het pijltje van de dosering op stand 3. Per programma wordt dan ca. 3 ml naspoelmiddel gedoseerd. Deze instelling is een advies. Als het servies vlekken vertoont, ^ kiest u een hogere stand. Als het servies strepen en sluiers vertoont, ^ kiest u een lagere stand.
Toepassingsmogelijkheden Spoelgoed inruimen Voorbereiden ^ Leeg het serviesgoed voordat u het in de automaat plaatst. Let op! ^ Zet het spoelgoed zo in de rekken dat het aan alle kanten door het water kan worden bereikt. Alleen dan kan het goed schoon worden. ^ Plaats de te reinigen voorwerpen zo dat de delen elkaar niet afdekken. ^ Plaats holle voorwerpen, zoals kopjes, glazen, potten en dergelijke met de openingen naar beneden in de daarvoor bestemde inzetten. Het water moet er goed in en uit kunnen.
Toepassingsmogelijkheden Niet geschikt voor reiniging in afwasautomaten: – Bestek en serviesgoed van hout of met houten delen. Het hout wordt uitgeloogd en lelijk. Bovendien zijn de gebruikte lijmsoorten vaak niet geschikt voor reiniging in afwasautomaten. De houten delen kunnen dan loslaten. – Kunstvoorwerpen, alsmede antieke, waardevolle vazen of glazen met decor.
Toepassingsmogelijkheden Bovenrek Kopjesrooster Plaats in het bovenrek klein, licht en kwetsbaar serviesgoed (kopjes, schoteltjes, glazen, dessertschaaltjes, etc.). U kunt ook een platte steelpan in het bovenrek plaatsen. Klap het kopjesrooster omhoog als u hoge voorwerpen wilt inruimen. Leg lange voorwerpen, zoals soeplepels, roerlepels en lange messen voor in het bovenrek (dwars).
Toepassingsmogelijkheden Bovenrek verstellen U kunt het bovenrek verstellen om in het boven- of onderrek meer ruimte te scheppen voor hoog serviesgoed. U kunt kiezen uit 3 standen met telkens ca. 2 cm hoogteverschil. U kunt het bovenrek ook schuin plaatsen (de ene kant omhoog en de andere omlaag). Zorgt u er wel voor dat het rek goed in de spoelruimte kan worden geschoven. ^ Trek het bovenrek naar voren. ^ Trek de hendels aan de zijkanten van het rek omhoog. ^ Kies de gewenste positie.
Toepassingsmogelijkheden Onderrek Hoogtebeperking Plaats in het onderrek groot, zwaar vaatwerk, zoals borden, schalen, potten en pannen. U kunt ook glazen, kleine borden en schoteltjes in het onderrek inruimen. De spijl aan het bovenrek (zie pijl) geeft aan hoe groot het serviesgoed in het onderrek mag zijn. Het servies komt dan niet in aanraking met de middelste sproeiarm. Kopjesrooster Klap het kopjesrooster omhoog als u hoge voorwerpen wilt inruimen.
Toepassingsmogelijkheden Onderrek - variabele inzetten U kunt verschillende inzetten in het onderrek plaatsen, afhankelijk van het serviesgoed dat u wilt reinigen (bij te bestellen accessoires). Inzetten verwijderen ^ Trek de inzet aan de greep omhoog om deze uit het rek te verwijderen. Inzetten plaatsen ^ Schuif de inzet met de haken onder de spijlen van het onderrek (zie afbeelding). ^ Druk de inzet aan de greep omlaag. De inzet moet vastklikken.
Bediening Reinigingsmiddel ,Gebruik alleen reinigingsmiddelen voor afwasautomaten. Gebruik geen reinigingstabletten. Door de korte programma's lossen tabletten niet volledig op. ^ U kunt normale, poedervormige reinigingsmiddelen gebruiken. Houdt u zich bij de dosering aan de aanwijzingen op de verpakking. Voor vloeibare reinigingsmiddelen is als optie doseermodule G 60 verkrijgbaar. (Zie "Extra functies programmeren - Instellingen doseersysteem".
Bediening Reinigingsmiddel doseren ,Adem poedervormige reinigingsmiddelen niet in. Slik reinigingsmiddelen niet door. De middelen kunnen bijtend zijn en de neus, de mond en de keel aantasten. Zoek onmiddellijk een arts op als u reinigingsmiddel heeft ingeademd of doorgeslikt. Voorkom dat kinderen met reinigingsmiddelen in aanraking komen. Houd kinderen dan ook uit de buurt van de geopende afwasautomaat. Er kunnen zich nog resten reinigingsmiddel in de automaat bevinden.
Bediening Inschakelen Programma starten ^ Controleer of de sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien. ^ Bepaal de keuze van het programma aan de hand van het programmaoverzicht uit deze gebruiksaanwijzing. ^ Sluit de deur. ^ Draai de waterkraan open, als dit nog niet is gebeurd. ^ Druk op de "Aan/Uit"-toets I-0. Het controlelampje "Start/Stop" h/f knippert en het controlelampje van het laatst gekozen programma brandt.
Bediening Info: U kunt nu de aanvullende functies "Startvoorkeuze" d en "Drogen" +c kiezen (zie de rubriek "Aanvullende functies"). ^ Druk op de "Start/Stop"-toets h/f. Het programma start. Het controlelampje "Start/Stop" h/f en het controlelampje van het gekozen programma branden. In het programmaverloop brandt het controlelampje van de programmafase die op dat moment actief is.
Bediening Programma-einde Uitschakelen Als in het display een 0 verschijnt, is het programma beëindigd. Na afloop van het programma: U kunt de automaat nu openen en het serviesgoed verwijderen (zie de rubriek "Machine leeghalen"). Het controlelampje "Start/Stop" h/f dooft. Schakel de afwasautomaat uit veiligheidsoverwegingen uit als u de machine na afloop van een programma niet meteen weer wilt gebruiken.
Bediening Programma onderbreken Het programma wordt onderbroken, zodra u de deur opent. Als u de deur weer sluit, gaat het programma verder vanaf het punt waarop u het heeft onderbroken. ,Als het water in de automaat heet is, kunt u zich eraan branden! Open de deur daarom alleen als dat echt nodig is. Wees voorzichtig als u de deur toch opent. Laat de deur eerst ca. 20 seconden op een kier staan, voordat u deze helemaal sluit. In de spoelruimte kan dan een temperatuuruitwisseling plaatsvinden.
Bediening Aanvullende functies Startvoorkeuze U kunt de start van een programma uitstellen, bijvoorbeeld om gebruik te kunnen maken van goedkope nachtstroom. U kunt voor de uitgestelde start een waarde instellen tussen 30 minuten en 24 uur. Tussen 30 minuten en 9 uur en 30 minuten wordt de tijd in stappen van 30 minuten ingesteld. Vanaf 10 uur wordt de tijd in stappen van een uur ingesteld. ^ Schakel de afwasautomaat met de "Aan/Uit"-toets I-0 in. Het controlelampje "Start/Stop" h/f knippert.
Bediening Weergave startvoorkeuze in display: Tot 59 minuten: bijvoorbeeld 30 minuten = 30 Van 1 uur tot 9 uur en 30 minuten: bijvoorbeeld 5 uur = 5.00 Vanaf 10 uur: bijvoorbeeld 15 uur = 15^ Info: Als u de aanvullende functie "Drogen" ingesteld had, hoeft u deze niet opnieuw te kiezen. ^ Druk op de "Start/Stop"-toets h/f. Het programma start. De controlelampjes h/f en l branden.
Extra functies programmeren Instellingen doseersysteem DOS-module G 60 / C 60 (optioneel) Wanneer u een waarde verandert die in de fabriek is ingesteld, dient u dit te documenteren voor een eventueel volgend bezoek van de Technische Dienst. Noteer de verandering in het vakje "Ingestelde waarde: ". Dosering instellen Als een programma loopt, kunt u geen instellingen uitvoeren. Onderbreek eventueel het lopende programma. Het controlelampje van de toets h/f moet knipperen.
Extra functies programmeren Na wijziging van een waarde of van alle waarden: ^ Druk 1x op de toets +c. ^ Druk twee keer op de "Start/Stop"toets h/f. In het display verschijnt de ingestelde doseertijd, bijvoorbeeld 10 (standaardinstelling). Het controlelampje naast de toets h/f knippert. Het controlelampje c brandt (aanduiding programmeerniveau). De ingevoerde doseertijd is nu opgeslagen. Het controlelampje k knippert. ^ Schakel de automaat met de "Aan/ Uit"-toets I-0 uit. ^ Druk 1x op de toets d.
Extra functies programmeren Extra functie 1 Verhoging naspoeltemperatuur Een wijziging van de temperatuur dient in het Programma-overzicht te worden genoteerd voor een eventueel volgend bezoek van de Technische Dienst. De standaardinstelling naspoeltemperatuur vindt u in het programma-overzicht. U kunt de temperatuur via de extra functie 1 van 65 °C in 85 °C wijzigen. Bij een naspoeltemperatuur van 85 °C wordt de droogventilator vanaf een temperatuur van 65 °C ingeschakeld om de stoomvorming te compenseren.
Extra functies programmeren Na wijziging van een waarde of van alle waarden: ^ Druk twee keer op de "Start/Stop"toets h/f. Het controlelampje naast de toets h/f knippert. De ingevoerde waarde is nu opgeslagen. ^ Schakel de automaat met de "Aan/ Uit"-toets I-0 uit.
Extra functies programmeren Extra functie 2 Verhoging waterhoeveelheid Wanneer u een waarde verandert die in de fabriek is ingesteld, dient u dit te documenteren voor een eventueel volgend bezoek van de Technische Dienst. Vul de verandering in het vakje "Ingestelde waarde: " in. Als een programma loopt, kunt u geen instellingen uitvoeren. Onderbreek eventueel het lopende programma. Het controlelampje van de toets h/f moet knipperen. U kunt de watertoevoer met 20% per spoelgang verhogen.
Extra functies programmeren Na wijziging van een waarde of van alle waarden: ^ Druk twee keer op de "Start/Stop"toets h/f. Het controlelampje naast de toets h/f knippert. De ingevoerde waarde is nu opgeslagen. ^ Schakel de automaat met de "Aan/ Uit"-toets I-0 uit.
Reiniging en onderhoud Controleer regelmatig (eens per 4 6 maanden) of de afwasautomaat in goede staat verkeert. Zo kunt u storingen voorkomen of problemen verhelpen voordat deze een storing tot gevolg hebben. Zeven in de spoelruimte reinigen De zeefcombinatie op de bodem van de spoelruimte houdt grove verontreinigingen in het water vast. De verontreinigingen komen dan niet in het watercirculatiesysteem, waardoor ze via de sproeiarmen weer in de spoelruimte zouden komen.
Reiniging en onderhoud Om de binnenkant van de zeef te kunnen reinigen, moet u de onderkant ontgrendelen (zie afbeelding): ^ Plaats de zeefcombinatie terug. De zeef moet strak op de bodem van de spoelruimte aansluiten. ^ Duw de gele vergrendeling opzij en open de zeef. ^ Zwenk de greep van rechts naar links om de zeefcombinatie te vergrendelen. ^ Reinig alle delen met een afwasborstel onder stromend water. ^ Sluit de zeef weer en klik de vergrendeling vast.
Reiniging en onderhoud Sproeiarmen reinigen Er kunnen verontreinigingen in de sproeikoppen en lagering van de sproeiarmen terechtkomen. Controleer de sproeiarmen dan ook regelmatig (eens per 4 - 6 maanden). ^ Schakel eerst de afwasautomaat uit. Demonteer de sproeiarmen als volgt: ^ Duw de bovenste sproeiarm omhoog, zodat de vertanding vastklikt en schroef de arm los. ^ Trek de onderste sproeiarm er naar boven toe af.
Reiniging en onderhoud Spoelruimte reinigen De spoelruimte is grotendeels zelfreinigend, wanneer u de juiste hoeveelheid reinigingsmiddel gebruikt. Mochten er toch kalk- of vetafzettingen ontstaan, dan kunt u deze met een speciaal reinigingsmiddel verwijderen. Geschikte reinigingsmiddelen voor afwasautomaten zijn in de handel verkrijgbaar. Deurdichting en deur reinigen ^ Wis de deurdichtingen regelmatig met een vochtige doek af om eventuele verontreinigingen te verwijderen.
Reiniging en onderhoud Front reinigen ^ Reinig het front met een middel dat geschikt is voor keukenfronten. ^ Wrijf een houten front alleen met een vochtige leren zeem. Wis het front vervolgens met een doek weer droog. ^ Reinig een roestvrijstalen front alleen met een vochtige doek en gewoon afwasmiddel of met een nietschurend reinigingsmiddel voor roestvrij staal. ^ Om te voorkomen dat het oppervlak snel weer vuil wordt (vingerafdrukken, etc.
Storingen De meeste storingen en problemen die in de dagelijkse praktijk kunnen voorkomen, kunt u zelf verhelpen. Hierdoor bespaart u tijd en geld, omdat u niet de hulp van de Technische Dienst hoeft in te roepen. Het volgende overzicht helpt u de oorzaken van een probleem te vinden en het probleem te verhelpen. Houdt u daarbij rekening met het volgende: ,Reparaties mogen uitsluitend door vakmensen worden uitgevoerd. Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen voor u een groot gevaar opleveren.
Storingen Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Voordat u de storing verhelpt: – Druk minimaal 1 seconde op de "Start/Stop"toets. Het controlelampje "Watertoevoer" knippert. De automaat gaat niet door met het programma. De waterkraan is dichtgedraaid. De zeef in de schroefkoppeling van de watertoevoer is verstopt. – Start het programma opnieuw. Draai de waterkraan open. Voordat u de storing verhelpt: – Druk minimaal 1 seconde op de "Start/Stop"toets. – Schakel de automaat met de "Aan/Uit"-toets uit.
Storingen Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Voordat u de storing verhelpt: – Druk minimaal 1 seconde op de "Start/Stop"toets. Het controlelampje "Waterafvoer" knippert. Het programma wordt afgebroken. – Schakel de automaat met de "Aan/Uit"-toets uit. De zeefcombinatie in de spoelruimte is verstopt. De afvoerpomp of de terugslagklep is geblokkeerd. Er zit een knik in de afvoerslang. 48 Reinig de zeefcombinatie, zie "Reiniging en onderhoud".
Storingen Probleem Mogelijke oorzaak Na afloop van het proEr is mogelijk een techgramma verschijnen in nische storing geweest. het display drie liggende streepjes: --- Oplossing – Druk minimaal 1 seconde op de "Start/ Stop"-toets. – Schakel de automaat met de "Aan/Uit"-toets uit. Na enkele seconden: – Schakel de automaat met de "Aan/Uit"-toets in. – Kies met de programmakeuzetoetsen het gewenste programma. – Druk op de "Start/ Stop"-toets.
Storingen Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing De vaat is niet schoon. Het serviesgoed is niet goed ingeruimd. Het lag tegen elkaar aan. De waterstralen konden niet alle delen bereiken. De opening van de watertoevoerbuis voor de middelste sproeiarm was afgedekt. In de middelste sproeiarm is te weinig water gestroomd. Het programma was niet toereikend. Zie de rubriek "Spoelgoed inruimen". Ruim serviesgoed in het achterste gedeelte van het bovenrek zo in dat het de opening niet kan afdekken.
Storingen Probleem Mogelijke oorzaak Het serviesgoed wordt niet droog of glazen en bestek vertonen vlekken. De naspoelmiddeldosering is te gering of het reservoir is leeg. Er vormt zich een wit laagje op het servies en het bestek, glazen worden dof. De afzettingen kunnen worden afgewist. Oplossing Verhoog de dosering of vul het reservoir, zie het hoofdstuk "De eerste ingebruikneming". Het serviesgoed is te Laat het serviesgoed vroeg uit de automaat ge- langer in de automaat haald.
Storingen Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Hiervoor bestaat geen oplossing! Koop glazen die geschikt zijn voor reiniging in afwasautomaten. Het gekozen programma Kies een programma met heeft een te lage reinigingseen hogere reinigingstemtemperatuur. peratuur. Het reinigingsmiddel heeft Gebruik een ander reinieen te geringe bleekwerking. gingsmiddel. Kunststof delen zijn Natuurlijke kleurstoffen, bijDoseer meer reinigingsverkleurd.
Storingen Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing In het reservoir voor het reinigingsmiddel bevinden zich na het programma nog resten reinigingsmiddel. Het klepje van het reinigingsmiddelreservoir kan niet worden gesloten. Het reservoir was tijdens het vullen nog vochtig. Doseer het reinigingsmiddel alleen als het reservoir droog is. Resten reinigingsmiddel blokkeren de vergrendeling. Verwijder de reinigingsmiddelresten. Voordat u de storing verhelpt: – Druk op de "Start/Stop"toets.
Storingen verhelpen Zeef in de watertoevoer reinigen Ter bescherming van de watertoevoerklep is in de schroefkoppeling een zeef ingebouwd. Als de zeef verontreinigd is, stroomt te weinig water in de spoelruimte. ,De kunststof behuizing van de wateraansluiting bevat een elektrisch onderdeel en mag daarom niet in vloeistoffen worden gedompeld. Advies ^ Haal de afdichtring uit de schroefkoppeling.
Storingen verhelpen Afvoerpomp en terugslagklep reinigen Als er nog water in de spoelruimte staat, nadat een programma beëindigd is, is het water niet weggepompt. De afvoerpomp en de terugslagklep zijn dan mogelijk door voorwerpen geblokkeerd. U kunt deze voorwerpen eenvoudig verwijderen. ^ Haal de zeefcombinatie uit de spoelruimte (zie "Reiniging en onderhoud", "Zeven in de spoelruimte reinigen"). ^ Schep het water met een geschikt bakje uit de spoelruimte.
Storingen verhelpen ^ Haal de terugslagklep er naar boven toe uit en spoel de klep goed af onder stromend water. ^ Verwijder eventuele voorwerpen uit de terugslagklep. Onder de terugslagklep bevindt zich de afvoerpomp (zie pijl). ^ Verwijder eventuele voorwerpen uit de afvoerpomp. Pas op voor glassplinters! Draai met de hand aan het loopwiel van de afvoerpomp om te controleren of alles in orde is. ^ Plaats de terugslagklep correct terug en vergrendel deze met de afsluitbeugel.
Technische Dienst Als u met de aanwijzingen uit deze gebruiksaanwijzing een storing niet kunt verhelpen, neem dan contact op met: – uw Miele-vakhandelaar of Programma-update Dankzij de update-functie (PC = Program Correction) kan de besturing van uw automaat worden aangepast aan toekomstige ontwikkelingen. – de Technische Dienst van Miele Nederland B.V. De gegevens van Miele Nederland B.V. vindt u op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing.
Plaatsing Gebruik de bijgevoegde installatietekening! Variant 2 - onderbouwmodel (typeaanduiding "u"): ,In de directe omgeving van de ^ Geschikt voor onderbouw. automaat mag uitsluitend meubilair voor professioneel gebruik worden geplaatst. Andere meubels kunnen door de condens beschadigd raken. Als de automaat onder een doorlopend werkblad of het afloopvlak van een aanrecht geplaatst wordt, moet de inbouwruimte minstens 60 cm breed, 60 cm diep en 82 cm hoog zijn.
Plaatsing Automaat stellen en vastschroeven (variant "u") Om de stabiliteit van de afwasautomaat te waarborgen, moet deze na het stellen aan het werkblad worden vastgeschroefd. Hiertoe zijn bij de automaat twee bevestigingsprofielen gevoegd. ^ Bevestig de automaat rechts en links met de bijgeleverde verzonken schroeven (3,9 x 22) aan het werkblad (vanaf de onderkant). ^ Steek de profielen rechts en links in de daarvoor bestemde openingen (zie afbeelding).
Elektrische aansluiting ,Alle werkzaamheden die de elektrische aansluiting betreffen, mogen alleen door een erkend elektricien worden uitgevoerd. – De elektrische installatie moet volgens NEN 1010 zijn geïnstalleerd. – De aansluiting op de contactdoos dient aan alle voorschriften te voldoen. De contactdoos moet ook na de plaatsing van het apparaat toegankelijk zijn. Bij reparaties of onderhoudswerkzaamheden kan dan eenvoudig een veiligheidscontrole worden uitgevoerd.
Wateraansluiting Watertoevoer aansluiten ,Het water in de automaat is geen drinkwater! – In bepaalde regio's, bijvoorbeeld in de Alpen, zijn vanwege de specifieke watersamenstelling afzettingen mogelijk. In dergelijke gevallen moet voor de machine onthard water worden gebruikt. – De toevoerslang is ca. 1,7 m lang (DN 10 met 3/4"-schroefkoppeling). De slang kan worden verlengd met een bij te bestellen 1,5 m lange, flexibele metalen slang (drukbestendig tot 140 bar).
Wateraansluiting Waterafvoer aansluiten – De afvoer van de machine is voorzien van een terugslagklep, zodat afvoerwater niet naar de machine kan terugstromen. – Het apparaat kan het beste op een apart afvoersysteem worden aangesloten. Als dat niet mogelijk is, adviseren wij de automaat aan te sluiten op een sifon met twee kamers (verkrijgbaar bij de Technische Dienst van Miele Nederland B.V.). De opvoerhoogte moet liggen tussen 0,3 en 1 m, gemeten vanaf de onderkant van het apparaat.
Technische gegevens Hoogte: 85 (82) cm Breedte: 60 cm Diepte: 60 cm Spanning: Aansluitwaarde: Zekering: zie typeplaatje zie typeplaatje zie typeplaatje Aansluitkabel: ca. 1,8 m Waterdruk: 50 -1000 kPa overdruk (100 kPa = 1 bar) Koud- of warmwateraansluiting: tot max. 60 °C Opvoerhoogte: min. 0,3 m, max. 1 m Afpomplengte: max. 4 m Toevoerslang: ca. 1,7 m Afvoerslang: ca.
Programma-overzicht Programma Toepassing Reinigingsmiddel (indien niet vloeibaar) Let op de aanwijzingen van de fabrikant! y MINI Voor normaal verontreinigd serviesgoed. z MIDI Voor normaal verontreinigd serviesgoed. Met ver- 30 gram in het doseerbakje hoogde temperatuur voor zetmeelhoudende etensresten. A MAXI Voor sterk vervuild serviesgoed waarbij grove verontreinigingen worden verwijderd door intensief koud voor te spoelen. 30 gram in het doseerbakje o GLAZEN Een speciaal glazenprogramma.
Programma-overzicht Programmaverloop Spoelen Reinigen Tussenspoelen I Tussenspoelen II 2) Naspoelen Drogen (aanvullende functie) X X 55 °C 4' X (X) X 65 °C 1) 0,5' (X) X X 65 °C 10' X (X) X 65 °C 1) 1,5' (X) X 75 °C 10' X (X) X 65 °C 1) 1,5' (X) X X 50 °C 1' X (X) X 50 °C 1' (X) X X 50 °C 1' X (X) X — 3) 1' (X) X Voorspoelen X X koud 12' X = in het programma opgenomen onderdelen (met temperatuur/temperatuurstop) 1) Temperatuurwijziging "Naspoelen": zie "Extra functies p
Wijzigingen voorbehouden/1605 M.-Nr.