Operation Manual
Watertoevoer aansluiten
,
Het water in de automaat is geen
drinkwater!
–
In bepaalde regio's, bijvoorbeeld in
de Alpen, zijn vanwege de specifieke
watersamenstelling afzettingen mo
-
gelijk. In dergelijke gevallen moet
voor de machine onthard water wor
-
den gebruikt.
–
De automaat moet volgens de voor
-
schriften van het waterleidingbedrijf
worden aangesloten.
– Het apparaat moet volgens DIN 1988
worden aangesloten. Een terugslag-
klep is niet noodzakelijk.
– De waterdruk moet minimaal 50 kPa
overdruk bedragen (100 kPa =
1 bar). Is de waterdruk lager dan
200 kPa, dan neemt de waterin-
stroomtijd automatisch toe. De maxi-
maal toelaatbare statische druk be-
draagt 1000 kPa (overdruk). Als de
waterdruk buiten het bereik van 50-
1000 kPa ligt, raadpleeg dan de
Technische Dienst van Miele Neder
-
land B.V. omtrent de maatregelen die
moeten worden genomen (eventueel
brandt het controlelampje p / 6 -
foutcode "F2E" -).
–
Standaard is het apparaat geschikt
voor aansluiting op koud of warm
water tot max. 60 °C.
–
Voor de aansluiting is een kraan met
een 3/4"-schroefkoppeling vereist.
Deze kraan moet goed toegankelijk
zijn, omdat u de watertoevoer moet
afsluiten als u de automaat niet ge
-
bruikt.
–
De toevoerslang is ca. 1,7 m lang
(DN 10 met 3/4"-schroefkoppeling).
De slang kan worden verlengd met
een bij te bestellen 1,5 m lange, flexi
-
bele metalen slang (drukbestendig
tot 140 bar). De zeef in de schroef
-
koppeling mag niet worden verwij
-
derd.
,
De toevoerslang mag niet wor-
den ingekort of beschadigd (zie af-
beelding).
Zie ook de bijgevoegde installatiete
-
kening!
Wateraansluiting
61