Operation Manual

Om stroom te besparen, kunt u
–
het apparaat zo programmeren dat
de intensiteit van de displayverlich
-
ting ‘s nachts afneemt (functie
"Nachtverlichting").
–
de binnenverlichting uitzetten.
Functie "Nachtverlichting"
Als deze functie wordt gebruikt, neemt
de intensiteit van de displayverlichting
af tussen 22.00 en 6.00 uur.
Zo activeert u de functie:
De functieschakelaar moet op "0"
staan.
^ Houd de toets + en de toets "Enter"
ingedrukt en draai de functieschake-
laar één positie naar rechts.
In het display verschijnt "01:0".
De controlelampjes van de toets – /+ en
de toets "Enter" branden.
^
Druk op de toets "Enter".
In het display verschijnt "01:1".
^
Zet de functieschakelaar weer op "0".
De functie blijft geactiveerd totdat deze
weer wordt uitgeschakeld. Ook na een
stroomstoring blijft de functie actief.
U schakelt de functie als volgt weer
uit:
De functieschakelaar moet op "0"
staan.
^ Houd de toets + en de toets "Enter"
ingedrukt en draai de functieschake-
laar één positie naar rechts.
In het display verschijnt "01:1".
De controlelampjes van de toets – /+ en
de toets "Enter" branden.
^
Druk op de toets "Enter".
In het display verschijnt "01:0".
Zet de functieschakelaar weer op "0".
Energiebesparende functies
44
M
1
2
3
4
5