Operation Manual

Braden in de oven
Voor het braden bevelen wij de volgen-
de verwarmingssoorten aan:
Hetelucht D
Boven- en onderwarmte A
Hetelucht D:
Plaats voordat u gaat braden op het
rooster altijd het vetfilter voor de
aanzuigopening van de ventilator.
Het is handig om in een pan te braden:
er blijft genoeg fond over om een
saus van te maken;
de oven blijft schoner dan bij braden
op het rooster.
U kunt het volgende serviesgoed ge-
bruiken:
braadpan, braadslee, vuurvaste
schaal, römertopf.
De handgrepen van het servies-
goed moeten hittebestendig zijn.
Plaats het servies op het rooster.
Het vlees moet in de oven gezet wor-
den als deze nog koud is.
Uitzondering: voor het braden van ros-
bief/filet moet de oven voorverwarmd
worden op de temperatuur die in het re-
cept wordt vermeld.
Kies voor het braden de 1
e
inschuif-
hoogte.
Uitzondering: kies voor het braden van
gevogelte tot 1 kg, rosbief, filet of vis
de 2
e
inschuifhoogte.
Bij "Hetelucht D" moet de temperatuur
ca. 40 °C lager zijn dan bij "Boven- en
onderwarmte A".
Hoe groter het stuk vlees, hoe lager de
temperatuur. Stel de temperatuur vanaf
3 kg. ca. 10 °C lager in dan aangege-
ven in de tabel voor het braden.
Het braden duurt dan weliswaar iets
langer, maar het vlees wordt gelijkmatig
gaar en de korst wordt niet te dik.
Bij het braden op het rooster K
moet de temperatuur ca. 20 °C lager
ingesteld worden dan bij het braden in
de pan L.
De bereidingstijd wordt bepaald door
het soort vlees, de grootte en de dikte
van het vlees.
32