Operation Manual
Table Of Contents
- Algemeen
- Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu 8
- Veiligheidsinstructies en waarschuwingen 9
- Vóór het eerste gebruik
- Werking van de kookplaat
- Gebruik van de kookplaat
- Ovenfuncties 21
- Bediening van de oven
- Accessoires
- Digitale klok
- Bereiding automatisch uitschakelen 28
- Bereiding voorprogrammeren 28
- Controleren en veranderen van ingestelde tijden 29
- Automatische bereidingen wissen 29
- Akoestisch signaal veranderen 29
- Bakken 30
- Tabel bakken 32
- Braden 34
- Tabel braden 36
- Ontdooien 37
- Koken 38
- Inmaken 39
- Grilleren 40
- Tabel grilleren 42
- Geteste gerechten 43
- Nuttige tips 53
- Technische Dienst 56
- Extra accessoires 57
- Elektrische aansluiting
- Keramische kookplaat inbouwen 59
- Elektrische kookplaat inbouwen 61
- Fornuis inbouwen 62
- Oven inbouwen 63
Gebruik van de oven
De oven kan alleen met de schake-
laar worden ingeschakeld (d.w.z.
onafhankelijk van de digitale klok)
als het symbool "@" in het display
te zien is.
Druk hiertoe de toets "i" in.
Zet het gerecht dat gebakken, gebra-
den of gegrilleerd moet worden in de
oven.
Zet de functiekeuzeschakelaar op
de gewenste ovenfunctie.
Stel met de temperatuurkeuzescha-
kelaar de gewenste temperatuur in.
Oven voorverwarmen
De oven hoeft slechts in enkele ge-
vallen te worden voorverwarmd:
Bij "Hetelucht D":
– voor het bakken van donker brood-
deeg
– voor het braden van rosbief, filet.
Bij "Boven- en onderwarmte A":
– voor het bakken van gebak met een
korte baktijd (tot ca. 30 minuten),
– voor het bakken van fijne deegsoor-
ten
– voor het bakken van donker brood-
deeg
– voor het braden van rosbief, filet.
Voorverwarmen
Draai de functiekeuzeschakelaar op
de gewenste ovenfunctie.
Stel met de temperatuurkeuzescha-
kelaar de juiste temperatuur in.
Plaats de gerechten in de oven zo-
dra het controlelampje voor de eer-
ste keer uitgaat.
Bediening van de oven
24