Operation Manual

Bediening van de oven
Temperatuurschakelaar
Met de temperatuurschakelaar stelt u
de temperatuur voor de bereiding in.
Draai de temperatuurschakelaar al-
leen rechtsom tot aan de aanslag
en weer terug.
De schakelaar gaat anders kapot.
Ontdooien G:
Stel bij deze verwarmingssoort
geen temperatuur in.
De temperatuur kan traploos worden in-
gesteld.
Zodra er een temperatuur is ingesteld,
brandt het controlelampje boven de
temperatuurschakelaar. Dit lampje
brandt altijd als de verwarming is inge-
schakeld.
Als de ingestelde temperatuur is be-
reikt, wordt de verwarming automatisch
uitgeschakeld. Zodra de temperatuur
onder de ingestelde waarde daalt,
wordt de verwarming weer ingescha-
keld.
De oven kan alleen met de schake-
laar worden ingeschakeld als het
symbool "@ " in het display te
zien is.
Druk hiertoe de toets "i" in.
Oven voorverwarmen
De oven hoeft slechts in enkele ge-
vallen te worden voorverwarmd:
Bij "Hetelucht D":
voor het braden van rosbief, filet.
Bij "Boven- en onderwarmte A":
voor het bakken van taart met een
korte baktijd;.
voor het braden van rosbief, filet.
Voorverwarmen
Draai de functieschakelaar op de ge-
wenste stand.
Stel met de temperatuurschakelaar
de juiste temperatuur in.
Plaats de gerechten in de oven zo-
dra het controlelampje voor de eer-
ste keer uitgaat.
20