Operation Manual

Om gerechten in de oven te kunnen be
-
reiden, moet u altijd een ovenfunctie
kiezen en een geschikte temperatuur
instellen.
Dankzij voorgeprogrammeerde tempe
-
raturen is het instellen van de juiste
temperatuur zeer eenvoudig.
Ovenfunctie kiezen
^ Draai de functiekeuzeschakelaar
naar links of rechts op de gewenste
ovenfunctie.
Tegelijk verschijnen in het display de
symbolen van alle relevante functies
waarover u in deze stand kunt beschik
-
ken.
Met de functiekeuzeschakelaar kunt u
de volgende ovenfuncties kiezen:
"Verlichting H"
Om de ovenverlichting apart in te
schakelen.
"Hetelucht D"
Voor bakken en koken op meerdere
niveaus.
"Braadautomaat E"
Voor automatisch aanbraden en
doorbraden van vlees.
Niet geschikt voor bakken.
Uitzondering: bakken van zuurde
-
sembrood (geen bakmixen).
"Bovenwarmte C"
Voor het gratineren van ovenschotels
en groente of om gerechten extra
bruin te laten worden.
"Boven- en onderwarmte A"
Voor het bakken en braden van tradi-
tionele gerechten, bijvoorbeeld
soufflés.
"Onderwarmte B"
Kies deze functie tegen het einde
van de baktijd, als de taart aan de
onderkant bruiner moet worden.
"Ontdooien G"
Om diepvriesproducten behoed
-
zaam te ontdooien.
Bediening van de oven
24