Operation Manual

Overzicht van de ovenfuncties
Sym-
bool
Ovenfunctie Voorgepro-
grammeer-
de tempera-
tuur
in °C
Toepassing
A
Boven- en onderwarm
-
te
190 Voor fijn, vochtig gebak,
zoals biscuit-, amandel-,
zand-, noten- en vruchtentaart
B
Onderwarmte 190 Voor het nabakken van de on
-
derkant, bijvoorbeeld bij taart
met een vochtige bovenlaag
C
Bovenwarmte 190 Voor het nabakken van de bo-
venkant, voor gratineren, een
bruin korstje en hoog gebak
n
Grote grill 275 Voor roosteren, gratineren, een
bruin korstje en het grilleren
van platte stukken vlees op het
hele rooster
m
Kleine grill 275 Voor roosteren, gratineren, een
bruin korstje en het grilleren
van platte stukken vlees mid-
den op het rooster
F
Intensief bakken 160 Voor pizza’s, uienbrood, bla
-
derdeeg
N
Grilleren met luchtcir
-
culatie
165 Voor braadvlees en gevogelte
D
Hetelucht 160 Voor ovenschotels, eiwit- en
klein gebak, opwarmen, op
voorraad koken en bakken,
koekjes bakken, inmaken,
menu’s bereiden, drogen
G
Ontdooien geen tempe-
ratuur
Voor ontdooien
Bediening
18