Operation Manual
,
Gebruik voor het reinigen van
het apparaat nooit een stoomreini
-
ger. De stoom kan in aanraking ko
-
men met delen die onder spanning
staan en kortsluiting veroorzaken.
Front
Verwijder verontreinigingen op het
front bij voorkeur meteen. Als veront
-
reinigingen te lang inwerken, kunt u
ze soms niet meer verwijderen en
kunnen de oppervlakken verkleuren
of aangetast worden.
Reinig het front met een schoon spons-
doekje, afwasmiddel en warm water of
met een schoon, vochtig
microvezeldoekje. Droog het geheel
daarna af met een zachte doek.
Alle oppervlakken zijn krasgevoelig.
Bij glazen oppervlakken kunnen
krassen onder bepaalde omstandig
-
heden glasbreuk tot gevolg hebben.
Alle oppervlakken kunnen verkleu
-
ren of aangetast worden als deze
met ongeschikte reinigingsmiddelen
in aanraking komen.
Voorkom dat de oppervlakken be
-
schadigd raken. Gebruik voor het rei
-
nigen geen:
–
soda-, ammoniak-, zuur- of chloride
-
houdende reinigingsmiddelen.
–
kalkoplossende reinigingsmiddelen.
–
schurende reinigingsmiddelen, zoals
schuurpoeder, vloeibaar schuurmid
-
del en reinigingssteen.
–
oplosmiddelhoudende reinigingsmid
-
delen.
–
reinigingsmiddelen voor roestvrij
staal.
– reinigingsmiddelen voor afwasauto-
maten.
– ovensprays.
– glasreinigers.
– schurende harde sponzen en
borstels, bijvoorbeeld pannenspons-
jes.
–
vlekkensponsjes.
–
scherpe metalen schrapers.
Reiniging en onderhoud
48