Operation Manual
Naast de eenvoudige handmatige
bediening kunt u ook voor meer in
-
stellingen kiezen. U kunt het appa
-
raat bijvoorbeeld automatisch laten
uitschakelen. Daarnaast kunt u de
opwarmfase en de luchtvochtigheid
in de ovenruimte beïnvloeden.
Ovenfunctie kiezen
^
Kies de gewenste ovenfunctie.
De ovenfunctie en de voorgeprogram
-
meerde temperatuur worden weerge
-
geven.
^ Tip de sensortoets OK aan.
Er verschijnen verschillende menu-
punten:
– Duur
– Starttijd
– Einde
– Vochtreductie
–
Kerntemp.
(De functie "Kerntemperatuur" ver
-
schijnt alleen bij gebruik van de Bra
-
tometer, zie het boekje "Aanwijzingen
voor het gebruik".)
Temperatuur instellen
Voorgeprogrammeerde temperaturen
Zodra u een ovenfunctie kiest, ver
-
schijnt de voorgeprogrammeerde
temperatuur.
Ovenfunctie Voorgepro
-
grammeerde
temperatuur
U Hetelucht plus 160 °C
O Intensief bakken 170 °C
V Boven-
Onderwarmte
180 °C
X Onderwarmte 190 °C
\ Circulatiegrill 200 °C
Y Grill 240 °C
Z Grill klein 240 °C
P Ontdooien 25 °C
[ Braadautomaat* 160 °C
* Aanbraadtemperatuur ca. 230 °C,
doorbraadtemperatuur 160 °C
Temperatuur veranderen
Wijzig de waarde met de temperatuur
-
schakelaar als de voorgeprogram
-
meerde temperatuur niet overeenkomt
met de temperatuur uit het recept.
Zodra u aan de temperatuurschakelaar
draait, verschijnt het bereik waarbinnen u
de temperatuur kunt veranderen. De tem
-
peratuur verandert in stappen van 5°.
U kunt een voorgeprogrammeerde tem
-
peratuur ook definitief aan uw
persoonlijke wensen aanpassen, zie het
hoofdstuk "Instellingen - Voorgepro
-
grammeerde temperaturen".
Uitgebreide handmatige bediening
26