Operating Instructions and Installation Instructions

Nuttige tips
137
Probleem Oorzaak en oplossing
Het gebak is niet overal
even bruin.
De gekozen temperatuur of het niveau was niet goed.
Een zeker kleurverschil is normaal. Controleer bij
zeer grote verschillen of u de juiste temperatuur en
het juiste niveau heeft gekozen.
Het materiaal of de kleur van de bakvorm is niet ge-
schikt voor de gekozen ovenfunctie. Lichtkleurige,
blanke en dunwandige vormen zijn minder geschikt.
Dergelijke vormen reflecteren de warmtestraling van
de oven. Hierdoor kan de warmte het product minder
goed bereiken en wordt het nauwelijks bruin of niet
gelijkmatig bruin.
Gebruik matte, donkere vormen.
Na een bereiding met
de ovenfunctie "Magne-
tron " is het gerecht
niet voldoende warm of
gaar.
Na een onderbroken bereiding is de magnetron niet
weer ingeschakeld.
Start het bereidingsproces opnieuw, totdat het
voedingsmiddel voldoende warm of gaar is.
Voor het koken of verwarmen met de magnetron is
een te korte tijd ingesteld.
Controleer of voor het ingestelde magnetronver-
mogen een geschikte tijd is ingesteld. Hoe lager
het vermogen, des te langer de tijd.
Na een bereiding met
de magnetronfunctie
koelen de gerechten te
snel af.
De warmte ontstaat altijd eerst aan de buitenkant van
het gerecht en verplaatst zich vervolgens naar het
midden. Als u een gerecht op een hoog vermogen
verwarmt, kan het van buiten al warm zijn, terwijl het
van binnen nog koud is. Tijdens de doorwarmtijd
wordt de temperatuur gelijkmatig over het gerecht
verdeeld. De temperatuur binnenin stijgt, de tempera-
tuur aan de buitenkant daalt.
Verwarm met name gerechten die uit verschillende
ingrediënten bestaan, zoals een menu, op een wat
lager vermogen, gedurende een iets langere tijd.
De ovenverlichting
wordt na korte tijd uit-
geschakeld.
De ovenverlichting is af fabriek zo ingesteld dat deze
automatisch na 15 seconden wordt uitgeschakeld. U
kunt deze fabrieksinstelling wijzigen (zie "Instellingen
– Verlichting").