Operation Manual

aV
_
[W]
6
[°C]
+
[min]
6
[°C]
+
[min]
Q
6)
[°C]
180–200 100–120 85–90
200–220 35–60 40–65
190–210 100–120 70–85
190–210 60–90 70–85
150 180 80–90 180–200 100–130 78–90
150 180 50–60 180–200 60–70 70–80
300 180 35–45 180–200 60–70 75–85
150 180 70–80 160–180 100–120 75–80
150 180 80–100 180–200 100–120 75–85
180–200 60–80 70–80
300 180 35–45 180–200 50–60 85
150 160 120–150 180–210 190–210 85
150 170 30–40 180–200 40–50 70–80
[ Braadautomaat / a Magnetron + Hetelucht plus / V Boven-Onderwarmte
_ Magnetronvermogen bij gecombineerde ovenfuncties / 6 Temperatuur / + Bereidings-
tijd /
Q Kerntemperatuur voor de Bratometer
1) Gebruik een pan met deksel.
Stel bij braden op het rooster of op de glazen schaal een 20 °C lagere temperatuur in
dan bij braden in een dichte pan.
2) Stel de temperatuur niet hoger in dan aangegeven. Het vlees wordt anders wel bruin,
maar niet gaar.
3) Stel bij doorregen vlees de hoogste waarde in.
4) Dek het voedingsmiddel niet af.
5) Verwarm de ovenruimte voor.
6) Als u de Bratometer gebruikt, voer dan de bij het voedingsmiddel behorende kerntem
-
peratuur in.
Braden
101