Operation Manual
Beschrijving van het apparaat .......................................4
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu .......................8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen.............................9
Het besparen van energie ..........................................17
Het in- en uitschakelen van de koelkast ..............................19
Bij langere afwezigheid .............................................19
De juiste temperatuur .............................................20
...indekoelzone .................................................20
...inhetdiepvriesvak..............................................21
Het instellen van de temperatuur......................................21
Winterschakeling (afhankelijk van het model) .........................22
Het opslaan in de koelzone.........................................24
Gedeelten met verschillende temperaturen .............................24
Koelste gedeelte in de koelzone ...................................24
Minst koele gedeelte in de koelzone ................................24
Niet geschikt voor de koelkast........................................25
Waar u in de winkel al op moet letten ..................................25
Afdekken of niet? ..................................................25
Groenten en fruit ................................................25
Dierlijke en plantaardige levensmiddelen ............................26
Eiwitrijke levensmiddelen .........................................26
Vlees .........................................................26
Het indelen van de binnenruimte ....................................27
Plateaus .........................................................27
Tweedelig plateau .................................................27
Deurvakken ......................................................27
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen.........................28
Het bewaren van diepvriesproducten ..................................28
Wat gebeurt er bij het invriezen van verse levensmiddelen? ................28
Het invriezen en bewaren van verse levensmiddelen ......................29
Waar u daarbij op moet letten .....................................29
Het verpakken..................................................29
Ca. 24 uur vóór het inruimen ......................................30
Het inruimen ...................................................30
Ca. 24 uur na het inruimen ........................................30
Het ontdooien van ingevroren levensmiddelen ...........................30
Het bereiden van ijsblokjes ..........................................31
Inhoud