Gebruiks- en montage-aanwijzing voor de koelkasten K 12010 S-2, K 12012 S-2 K 12020 S-1, K 12022 S-1 K 12023 S-2, K 12024 S-2 Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat. nl - NL M.-Nr.
Inhoud Beschrijving van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Het besparen van energie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 Het in- en uitschakelen van de koelkast . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud Het snelkoelen van dranken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 Het ontdooien van de koelkast . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 Het ontdooien van de koelzone . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 Het ontdooien van het diepvriesvak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 Het reinigen van de koelkast . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Beschrijving van het apparaat a Aan / Uit - schakelaar en temperatuurregelaar b Tuimelschakelaar voor de winterschakeling (Alleen bij apparaten met vriesvak) 4 c Lichtcontactschakelaar
Beschrijving van het apparaat K 12010 S-2, K 12012 S-2 a Diepvriesvak* e Boter- en kaasvak b Plateaus (Aantal afhankelijk van het model) f Deurvak met eierhouder c Gootje voor het dooiwater en afvoeropening voor het dooiwater d Groente- en fruitvakken g Aan / Uit - schakelaar en temperatuurregelaar, binnenverlichting en winterschakeling* h Deurvak voor flessen * Afhankelijk van het model 5
Beschrijving van het apparaat K 12020 S-1, K 12023 S-2 a Plateaus d Boter- en kaasvak b Gootje voor het dooiwater en afvoeropening voor het dooiwater e Deurvak met eierhouder c Groente- en fruitvakken f Half deurvak* g Aan / Uit - schakelaar en temperatuurregelaar, binnenverlichting en winterschakeling* h Deurvak voor flessen * Afhankelijk van het model 6
Beschrijving van het apparaat K 12022 S-1, K 12024 S-2 a Diepvriesvak e Boter- en kaasvak b Plateaus (Aantal afhankelijk van het model) f Deurvak met eierhouder c Gootje voor het dooiwater en afvoeropening voor het dooiwater d Groente- en fruitvakken g Half deurvak* h Aan / Uit - schakelaar en temperatuurregelaar, binnenverlichting en winterschakeling i Deurvak voor flessen * Afhankelijk van het model 7
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van het apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadiging van het apparaat tot gevolg hebben. Lees daarom de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door, voordat u het apparaat in gebruik neemt. In de handleiding vindt u belangrijke instructies met betrekking tot inbouw, veiligheid, gebruik en onderhoud.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die is ontstaan door gebruik voor andere doeleinden dan hier aangegeven of door een foutieve bediening. ~ Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteldheid, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van het apparaat niet in staat zijn om het veilig te bedienen, mogen het alleen gebruiken als ze onder toezicht staan van of worden geïnstrueerd door een verantwoordelijk persoon.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Deze koelkast bevat het koelmiddel isobutaan (R600a). Dit is een natuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het gas is niet schadelijk voor de ozonlaag en versterkt het broeikaseffect niet, maar het gebruik van dit koelmiddel heeft er wel toe geleid dat het apparaat meer lawaai maakt wanneer het aanstaat. Behalve de geluiden van de compressor kunnen er dan in het hele koelsysteem stromingsgeluiden optreden.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Deze koelkast mag niet op het elektriciteitsnet worden aangesloten via meervoudige stopcontacten of via verlengsnoeren die daarvoor niet geschikt zijn. Dit in verband met gevaar voor oververhitting. ~ Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze door een erkend vakman / vakvrouw worden vervangen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen worden vervangen. Alleen van deze Miele-onderdelen kunnen wij garanderen, dat zij volledig voldoen aan de veiligheidseisen die wij stellen aan onze apparaten en onderdelen daarvan. ~ Dit apparaat mag niet op een niet-stationaire locatie (bijv. op een schip) worden gebruikt. Verdere tips voor het gebruik ~ Het apparaat heeft een bepaalde klimaatklasse.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Bevinden zich vet- of oliehoudende levensmiddelen in de koel- kast, let er dan op dat er geen vet of olie uitloopt om te voorkomen dat er scheuren in het kunststof ontstaan. ~ Kunststof zit ook in het bovenblad van dit apparaat. Zorg ervoor dat ook hier geen vet en olie op komt. ~ Behandel de deurdichting niet met olie of vet om te voorkomen dat deze in de loop van de tijd poreus wordt.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Haal flessen die u in het vriesvak hebt gelegd om snel te koelen er na maximaal één uur weer uit. Dit om te voorkomen dat de flessen uit elkaar springen, dat u letsel oploopt en dat het apparaat beschadigd raakt. ~ Gebruik geen scherpe voorwerpen om – rijp- en ijslagen te verwijderen – en vastgevroren ijsbakjes en/of vastgevroren levensmiddelen los te wrikken. Doet u dat wel, dan beschadigt u de vriesplaten en functioneert de koelkast niet meer.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Wat te doen wanneer u het apparaat afdankt ~ Maak het slot onbruikbaar om te voorkomen dat kinderen niet in het apparaat ingesloten kunnen raken en in levensgevaar komen. ~ Beschadig geen delen van het koelsysteem, bijv. door – koelmiddelkanalen van de verdamper open te prikken; – buisleidingen om te buigen; – beschermende lagen af te krabben. Vrijkomend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken.
Het besparen van energie Plaats van het apparaat Normaal energieverbruik Te hoog energieverbruik In geventileerde ruimtes In gesloten, niet geventileerde ruimtes Apparaat niet blootgesteld aan zonnestralen Apparaat direct blootgesteld aan zonnestralen Niet naast een warmtebron (verwarming, fornuis) Naast een warmtebron (verwarming, fornuis) Bij een kamertemperatuur van Bij een hoge omgevingstemca.
Het besparen van energie Normaal energieverbruik Gebruik Te hoog energieverbruik Plaatsing van de laden, vakken en plateaus zoals bij levering Open de deur alleen indien nodig en zo kort mogelijk. Leg de levensmiddelen bij het inruimen meteen op de goede plek. Deur vaak en lang openen betekent koudeverlies en instromende warme omgevingslucht. Het apparaat heeft tijd nodig om daartegenop te koelen en de motor moet langer werken.
Het in- en uitschakelen van de koelkast Voor het eerste gebruik Beschermende folie Het uitschakelen van de koelkast De roestvrijstalen lijsten aan de deurvakken en de plateaus zijn voorzien van een folie die dient ter bescherming van het apparaat tijdens het transport. ^ Draai de Aan / Uit - schakelaar / temperatuurregelaar naar links terug op stand "0". Daarbij moet u enige weerstand voelen. ^ Trek de beschermfolie van de roestvrijstalen lijsten af.
De juiste temperatuur Het is voor de houdbaarheid van de levensmiddelen zeer belangrijk dat de juiste temperatuur wordt ingesteld. Door micro-organismen bederven de levensmiddelen erg snel. De temperatuur beïnvloedt de snelheid waarmee de micro-organismen groeien. Hoe lager de temperatuur, des te langer het duurt voordat de levensmiddelen bederven. Wanneer u voor het bewaren van levensmiddelen de juiste temperatuur instelt kunt u daarmee bederf voorkomen of vertragen.
De juiste temperatuur . . . in het diepvriesvak (afhankelijk van het model) Stel, wanneer u verse levensmiddelen wilt invriezen en ingevroren levensmiddelen lange tijd wilt bewaren, een temperatuur in van -18 °C. Bij deze temperatuur wordt de groei van microorganismen voor het grootste gedeelte gestopt. Zodra de temperatuur boven de -10 °C stijgt beginnen ze te groeien en zijn de levensmiddelen minder lang houdbaar.
Winterschakeling (afhankelijk van het model) Bij lage kamertemperaturen van 18 °C of daaronder slaat het apparaat minder vaak aan en daardoor kan het in het diepvriesvak te warm worden. Dat kan ertoe leiden dat de ingevroren producten gaan ontdooien. Om dat te voorkomen kunt u de winterschakeling gebruiken, indien aanwezig. Om verse levensmiddelen optimaal in te vriezen kunt u de winterschakeling het beste vòòr het invriezen inschakelen.
Winterschakeling (afhankelijk van het model) Het uitschakelen van de winterschakeling ^ Druk de tuimelschakelaar voor de winterschakeling op "0". De koelcapaciteit van het apparaat is weer normaal.
Het opslaan in de koelzone Gedeelten met verschillende temperaturen Door de natuurlijke luchtcirculatie ontstaan er in de koelzone gedeelten met verschillende temperaturen. Zo zakt de koude, zware lucht in het onderste gedeelte van het apparaat. Maak bij het inruimen van de levensmiddelen gebruik van deze verschillende temperaturen. Koelste gedeelte in de koelzone Het koelste gedeelte in de koelzone bevindt zich direct boven de groente- en fruitvakken en tegen de achterwand.
Het opslaan in de koelzone Niet geschikt voor de koelkast Afdekken of niet? Koudegevoelige levensmiddelen zijn niet geschikt om bij temperaturen onder de 5 °C te worden bewaard. Citrusvruchten krijgen een harde schil, sinaasappels verliezen daarbij ook nog hun aroma, evenals tomaten; aubergines worden bitter en aardappels zoet. Bewaar levensmiddelen in de koelzone alleen afgedekt of verpakt. Zo voorkomt u dat er levensmiddelenluchtjes vrijkomen en op andere levensmiddelen worden overgedragen.
Het opslaan in de koelzone Voorbeelden van groenten en fruit die erg gevoelig reageren op gassen van andere groente- en fruitsoorten: Broccoli, bloemkool, spruitjes, komkommers, tomaten, appels, peren, honingmeloenen, abrikozen, nectarines, perziken, kiwi's en mango's Voorbeeld: Appels en broccoli kunnen niet samen in één vak worden opgeslagen, omdat appels veel natuurlijk gas afscheiden en broccoli op dit soort gas zeer gevoelig reageert. Broccoli is daardoor veel minder lang houdbaar.
Het indelen van de binnenruimte Plateaus Deurvakken De plateaus kunt u in hoogte verstellen zodat er producten van verschillende hoogte kunnen worden neergezet / neergelegd. Wilt u een deurvak verplaatsen, doe dan het volgende. ^ Til het plateau iets op. ^ Trek het iets naar voren. ^ Til het met de uitsparing over de plateauribben heen. ^ Schuif het deurvak naar boven en haal het eruit. ^ Zet het deurvak er op de gewenste plaats weer in. Zorg er daarbij voor dat het goed vastklikt.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Het gebruik van het diepvriesvak (afhankelijk van het model) Gebruik het diepvriesvak voor – het bewaren van diepvriesproducten; Vries geheel of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen niet opnieuw in. Pas nadat u deze levensmiddelen hebt gekookt of gebraden kunt u ze opnieuw invriezen. – het invriezen en bewaren van kleine hoeveelheden verse levensmiddelen; Wat gebeurt er bij het invriezen van verse levensmiddelen? – het bereiden van ijsblokjes en ijs.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Het invriezen en bewaren van verse levensmiddelen Waar u daarbij op moet letten – Kruid en zout verse levensmiddelen en geblancheerde groente vóór het invriezen niet. Kruid en zout reeds bereide gerechten voor het invriezen slechts licht. Sommige kruiden veranderen de smaakintensiteit van de gerechten.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Ca. 24 uur vóór het inruimen ^ Stel met de temperatuurregelaar een gemiddelde of lage temperatuur in (ca. 6). ^ Schakel de winterschakeling in. Zie hoofdstuk: "Winterschakeling". Het ontdooien van ingevroren levensmiddelen Dat kunt u doen – in de magnetron; – in de oven bij het verwarmingssysteem "Hetelucht" of "Ontdooien"; De levensmiddelen die al zijn ingevroren krijgen zo een koudereserve.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Het bereiden van ijsblokjes ^ Vul het bakje voor ijsblokjes voor driekwart met water. ^ Zet het bakje op de bodem van het diepvriesvak. ^ Wanneer het bakje is vastgevroren, gebruik dan een stomp voorwerp, bijv. een lepelsteel om het los te maken. ^ Wanneer het bakje even onder stromend water wordt gehouden laten de ijsblokjes gemakkelijk los.
Het ontdooien van de koelkast Het ontdooien van de koelzone Terwijl het apparaat in werking is, kunnen zich aan de achterwand van de koelzone rijp en waterpareltjes vormen. Deze hoeft u niet te verwijderen, want de koelzone wordt automatisch ontdooid. Het dooiwater loopt via het gootje voor het dooiwater en via de afvoeropening voor het dooiwater in het verdampingssysteem aan de achterkant van het apparaat. Let erop dat het dooiwater altijd ongehinderd weg kan lopen.
Het ontdooien van de koelkast Het ontdooien Handel het ontdooien zo snel mogelijk af. Hoe langer de ingevroren levensmiddelen bij kamertemperatuur worden bewaard, des te korter ze houdbaar zijn. Gebruik voor het ontdooien van het apparaat nooit een stoomreiniger, daar stoom in aanraking kan komen met delen van het apparaat die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken.
Het reinigen van de koelkast Let erop dat er geen water in de Aan / Uit - schakelaar / temperatuurregelaar, in de verlichting of in de ventilatieroosters terechtkomt. – schurende artikelen zoals schuursponsjes, borsteltjes of puimsteentjes; – scherpe schrapers. Voor het reinigen Zorg ervoor dat er geen reinigingswater door de afvoeropening voor het dooiwater loopt. ^ Schakel de koelkast uit.
Het reinigen van de koelkast De temperatuur van het gekozen afwasprogramma mag niet hoger zijn dan 55 °C! Kunststof onderdelen kunnen in de afwasautomaat verkleuren, wanneer ze in aanraking komen met natuurlijke kleurstoffen, zoals die van wortels, tomaten en ketchup. Verkleuringen hebben echter geen negatief effect op de stabiliteit van de onderdelen. ^ Reinig de plateaus en de vakken met de hand, want deze onderdelen mogen niet in de afwasautomaat worden gereinigd.
Het reinigen van de koelkast Het reinigen van de deurdichting Behandel de deurdichting niet met olie of vet om te voorkomen dat deze in de loop van de tijd poreus wordt. ^ Reinig de deurdichting regelmatig alleen met helder water en droog ze daarna grondig met een doek. Het reinigen van de ventilatieroosters ^ Reinig de ventilatieroosters regelmatig met een kwast of een stofzuiger. Wanneer er zich stof ophoopt wordt er onnodig energie verbruikt.
Nuttige tips Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Gebeurt dit niet, dan kan de gebruiker grote risico's lopen. Een aantal storingen kunt u echter zelf verhelpen. – er ineens een vrij grote hoeveelheid verse levensmiddelen is ingevroren. In dat geval staat het apparaat heel lang te ronken en daalt de temperatuur in de koelzone automatisch. Daarom is het beter om niet meer dan 2 kg levensmiddelen ineens in te vriezen. Wat moet u doen, wanneer . . . . . .
Nuttige tips . . . de ingevroren levensmiddelen beginnen te ontdooien, doordat het in het diepvriesvak te warm is? ^ Controleer of de kamertemperatuur onder de klimaatklasse van het apparaat ligt. Is dat het geval, ^ verhoog dan de kamertemperatuur. Wanneer de kamertemperatuur te laag is, slaat de koelkast minder vaak aan. Dat kan tot gevolg hebben dat het in het diepvriesvak te warm wordt en dat de ingevroren levensmiddelen beginnen te ontdooien. ^ Schakel de winterschakeling in, indien aanwezig.
Nuttige tips . . . de binnenverlichting warm is, hoewel de deur van het apparaat vrij lange tijd niet geopend is geweest? Dit geldt alleen voor apparaten met diepvriesvak. Dat is geen storing. Deze koelkast is uitgerust met een winterschakeling. Dat betekent het volgende. Wanneer de omgevingstemperatuur onder de 18 °C komt, slaan die apparaten die niet over een winterschakeling beschikken, minder vaak aan. Dat heeft tot gevolg dat het in de koelzone niet te koud wordt.
Geluiden en de oorzaken ervan Vaak voorkomende geluiden Waar komen deze geluiden vandaan? Brrrrr... Dit brommende geluid komt van de motor (compressor). Wanneer de motor aanslaat klinkt dit geluid nog iets sterker. Blub, blub.... Deze klotsende, gorgelende of snorrende geluiden komen van de koelvloeistof die door de leidingen stroomt. Klik.... Dit klikkende geluid is altijd te horen wanneer de thermostaat de motor in- of uitschakelt. Sssrrrrr....
Afdeling Klantcontacten / Garantie Neem bij storingen die u niet zelf kunt verhelpen contact op met – uw Miele-handelaar of – de afdeling Klantcontacten van Miele Nederland B.V. Telefoonnummer en adres van Miele Nederland B.V. vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing. Geef bij het inschakelen van de afdeling Klantcontacten altijd het type en het nummer van het apparaat door. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje in de binnenruimte van het apparaat.
Elektrische aansluiting Dit apparaat mag alleen door een erkend elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Dit apparaat is voorzien van een aansluitkabel en een stekker met randaarde, geschikt voor aansluiting op 50 Hz 220 - 240 V. De zekering dient te geschieden met minimaal 10 A. Het apparaat mag uitsluitend worden aangesloten op een contactdoos met randaarde en op een huisinstallatie die aan alle voorschriften voldoet (zoals NEN 1010).
Tips voor het plaatsen van het apparaat Zet geen apparaten op uw koelapparaat die warmte afgeven, zoals magnetrons, kookplaten of broodroosters. Dit om brand te voorkomen. Plaats dit apparaat niet direct naast een ander koelapparaat ("side-by-side"). Doet u dat wel, kan er condenswater ontstaan, daar dit apparaat geen zijwandverwarming heeft. Vraag uw vakhandelaar om advies.
Tips voor het plaatsen van het apparaat Luchttoevoer en luchtafvoer Het apparaat wordt direct met de achterwand tegen de muur geplaatst. De lucht aan de achterwand van het apparaat wordt echter warm. Om een goede luchtafvoer en luchttoevoer te waarborgen moet u ervoor zorgen dat de ventiatieroosters niet afgedekt zijn en dat ze regelmatig stofvrij worden gemaakt. Apparaat met bijgevoegde wandafstandhouders Bij enkele apparaten zijn zijn 2 wandafstandhouders gevoegd.
Tips voor het plaatsen van het apparaat Het stellen van het apparaat ^ Stel het apparaat stevig en waterpas via de stelvoeten met de bijgevoegde steeksleutel.
Tips voor het plaatsen van het apparaat Afmetingen van het apparaat A B C K 12010 S-2 850 mm 550 mm 610 mm K 12012 S-2 850 mm 550 mm 610 mm K 12020 S-1 850 mm 600 mm 610 mm K 12022 S-1 850 mm 600 mm 610 mm K 12023 S-2 851 mm 602 mm 611 mm* K 12024 S-2 851 mm 602 mm 611 mm* * Afmetingen zonder gemonteerde wandafstandhouders. Zijn de wandafstandhouders gemonteerd, dan zijn de apparaten 35 mm dieper.
Het veranderen van de draairichting van de deuren Het apparaat wordt geleverd met rechtsscharnierende deuren. Moeten ze linksscharnierend zijn, verander dan de draairichting. Deur van de koelkast ^ Sluit de deur van het apparaat. ^ Haal de afdekking c eraf en sluit daarmee de vrijkomen gaten aan de andere kant af. ^ Schroef de bovenste scharnierbout d er met de inbusbout van de bijgevoegde steeksleutel uit en schroef hem er aan de andere kant weer in. ^ Let daarbij op het afstandsschijfje.
Het veranderen van de draairichting van de deuren Deur van het diepvriesvak Deurgreep ^ Klap afdekking a aan de lagersteun naar beneden. ^ Haal afdekkapje a en de stopjes b voorzichtig met een sleufschroevendraaier van de zijkanten af. ^ Schroef lagersteun b eraf en verwijder de deur van diepvriesvak c samen met de lagersteun. ^ Schroef sluiting d eraf. ^ Schuif het afdekplaatje c naar links.
Het veranderen van de draairichting van de deuren ^ Draai de deurgreep 180° en zet deze er aan de andere kant weer aan. ^ Schroef de deurgreep eerst aan de zijkant en daarna in het midden vast g. ^ Zet het afdekkapje a en de stopjes b er aan de andere kant weer op. ^ Klik het afdekplaatje c er eerst links en dan rechts weer op.
Het onderbouwen van het apparaat Het apparaat kunt u onder het werkblad schuiven. Eerst moet u echter het tafelblad van het apparaat verwijderen. Voor de luchttoevoer en luchtafvoer aan de achterwand van het apparaat is het zeer belangrijk dat er in het werkblad een ventilatieopening van minstens 140 cm2 zit. Het wandafsluitingsprofiel aan het werkblad mag bij een onderbouwdiepte van 600 mm maximaal 10 mm diep zijn! Zorg ervoor dat u altijd bij het stopcontact kunt komen.
Wijzigingen voorbehouden / 4812 K 12010 S-2, K 12012 S-2, K 12020 S-1, K 12022 S-1, K 12023 S-2, K 12024 S-2 M.-Nr.