Operation Manual

Bij lage kamertemperaturen van 18 °C
of daaronder slaat het apparaat min
-
der vaak aan en daardoor kan het in
het diepvriesvak te warm worden.
Dat kan ertoe leiden dat de ingevroren
producten gaan ontdooien.
Om dat te voorkomen kunt u de winter
-
schakeling gebruiken, indien aanwezig.
Het inschakelen van de winterscha
-
keling
^ Druk de tuimelschakelaar voor de
winterschakeling op "1".
Het apparaat slaat nu vaker aan en
daardoor wordt het in het diepvriesvak
kouder.
Zo is de voor ingevroren producten ver-
eiste temperatuur gegarandeerd.
Het uitschakelen van de winterscha
-
keling
Zodra de kamertemperatuur boven de
18 °C komt, wordt het diepvriesvak met
de temperatuurregelaar voldoende ge
-
koeld en moet de winterschakeling wor
-
den uitgeschakeld.
Gebeurt dat niet, wordt er onnodig veel
energie verbruikt.
^
Druk de tuimelschakelaar voor de
winterschakeling op "0".
De koelcapaciteit van het apparaat is
weer normaal.
Om verse levensmiddelen optimaal in
te vriezen kunt u de winterschakeling
het beste vòòr het invriezen inschake
-
len.
Zo worden de levensmiddelen snel tot
in de kern ingevroren en blijven voe
-
dingswaarde, vitaminen, vorm en
smaak behouden.
De winterschakeling schakelt u dus
niet in:
wanneer u reeds ingevroren levens
-
middelen in het diepvriesvak legt;
wanneer u dagelijks slechts max. 1
kg verse levensmiddelen in het diep
-
vriesvak legt.
In de andere gevallen schakelt u de
winterschakeling in 24 uur vòòrdat u
de in te vriezen levensmiddelen in het
diepvriesvak legt.
Het inschakelen van de winterscha-
keling
^
Druk de tuimelschakelaar voor de
winterschakeling op "1".
Het apparaat slaat dan vaker aan en
daardoor wordt het in het diepvriesvak
kouder.
Verse levensmiddelen zijn ca. 24 uur
nadat ze in het diepvriesvak zijn gelegd
tot in de kern ingevroren en dan kunt u
de winterschakeling uitschakelen.
Winterschakeling (afhankelijk van het model)
22