Operation Manual

Ca. 24 uur vóór het inruimen
^
Stel met de temperatuurregelaar een
gemiddelde of lage temperatuur in
(ca. 6).
^
Schakel de winterschakeling in.
Zie hoofdstuk: "Winterschakeling".
De levensmiddelen die al zijn ingevro
-
ren krijgen zo een koudereserve.
Het inruimen
Zorg ervoor dat in te vriezen levens
-
middelen niet tegen reeds ingevro
-
ren levensmiddelen aan liggen.
Gebeurt dat wel, dan kunnen reeds
ingevroren levensmiddelen gaan
ontdooien.
^ Zorg ervoor dat het materiaal waarin
de in te vriezen levensmiddelen zijn
verpakt droog is, zodat ze niet aan
elkaar of aan de bodem van het diep-
vriesvak vastvriezen.
^
Leg de in te vriezen levensmiddelen
over de hele breedte op de bodem
van het diepvriesvak, zodat ze zo
snel mogelij
Ca. 24 uur na het inruimen
^
Stel met de temperatuurregelaar een
iets hogere temperatuur in.
^
Schakel de winterschakeling uit.
Is de kamertemperatuur hoger dan
18°C, kan de winterschakeling beter
niet worden ingeschakeld.
Het ontdooien van ingevroren
levensmiddelen
Dat kunt u doen
in de magnetron;
in de oven bij het verwarmingssys
-
teem "Hetelucht" of "Ontdooien";
bij kamertemperatuur;
in de koelzone (de koude die daarbij
vrijkomt kan voor het koelen van de
levensmiddelen worden gebruikt);
in de stoomoven.
Platte stukken vlees en vis kunnen
gedeeltelijk ontdooid in een hete braad-
pan worden gelegd.
Stukken vlees en vis (bijv. gehakt, kip,
visfilet) kunnen het beste worden ont-
dooid als ze niet tegen andere levens-
middelen aankomen. Het vrijgekomen
vocht moet worden opgevangen en
zorgvuldig verwijderd.
Fruit kan bij kamertemperatuur zowel in
de verpakking als ook in een afgedekte
schaal ontdooien.
Groente kan in het algemeen in bevro
-
ren toestand aan kokend water worden
toegevoegd of in heet vet worden ge
-
stoofd. De kooktijd is iets korter dan bij
verse groente.
Vries geheel of gedeeltelijk ontdooi
-
de levensmiddelen niet opnieuw in.
Pas nadat u deze levensmiddelen
hebt gekookt of gebraden kunt u ze
opnieuw invriezen.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen
30