Operating Instructions and Installation Instructions

Energie besparen
13
Normaal energieverbruik Te hoog energieverbruik
Plaatsing en on-
derhoud
In goed geventileerde ruim-
tes.
In gesloten, niet geventileer-
de ruimtes.
Niet direct blootgesteld aan
zonnestralen.
Direct blootgesteld aan zon-
nestralen.
Niet naast een warmtebron
(verwarming, fornuis).
Naast een warmtebron (ver-
warming, fornuis)
Bij een ideale omgevings-
temperatuur van ca. 20 °C.
Bij een hoge omgevingstem-
peratuur.
Dek ventilatieroosters niet af
en maak ze regelmatig stof-
vrij.
Als ventilatieroosters zijn af-
gedekt of vol zitten met stof.
Compressor en metalen
rooster (warmtewisselaar)
aan de achterwand van het
apparaat worden minstens
1x per jaar stofvrij gemaakt.
Als de compressor en het
metalen rooster (warmtewis-
selaar) op de achterwand
van het apparaat vol zitten
met stof.
Temperatuur-
instelling
Stel één van de middelste
standen in: 2 of 3.
Bij lage temperatuurinstel-
ling: hoe lager de tempera-
tuur in de koel- resp. diep-
vrieszone, hoe hoger het
energieverbruik.
Bij apparaten met winter-
schakeling: let erop dat deze
bij kamertemperaturen hoger
dan 18°C uitgeschakeld is.