Gebruiks- en montage-aanwijzing voor de koelkasten K 12023 S K 12024 S Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat. nl - NL M.-Nr.
Inhoud Beschrijving van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Het besparen van energie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Het in- en uitschakelen van de koelkast . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud Het invriezen en bewaren van verse levensmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 Waar u daarbij op moet letten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 Het verpakken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Vòòrdat u de verse levensmiddelen in het diepvriesvak legt. . . . . . . . . . . . . . 27 Het inruimen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Beschrijving van het apparaat K 12023 S a Aan/Uit - toets b Superkoeling - toets c Controlelampje van de vergrendeling d Controlelampje van de Superkoeling e Temperatuuraanduiding van de koelzone f Temperatuurtoetsen van de koelzone (+ = warmer; - = kouder) K 12024 S a Aan/Uit - toets d Controlelampje van de Superfrost b Superfrost - toets e Temperatuuraanduiding van de koelzone c Controlelampje van de vergrendeling f Temperatuurtoetsen van de koelzone (+ = warmer; - = kouder) 4
Beschrijving van het apparaat a Diepvriesvak* e Boter- en kaasvak b Plateaus f Deurvak, o.a.
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van het apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Afgedankte elektrische en elektronische apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw oude apparaat bij het gewone huisafval doet, kunnen deze stoffen mens en milieu schaden.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Efficiënt gebruik Deze koelkast voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen. Door ondeskundig gebruik kunnen personen echter letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan. Lees deze gebruiksaanwijzing daarom eerst aandachtig door voordat u dit apparaat voor het eerst gebruikt. Hierin vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de plaatsing, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud van het apparaat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Technische veiligheid ~ Controleer vóórdat de koelkast wordt geplaatst, of het apparaat zichtbaar beschadigd is. Een beschadigde koelkast mag niet worden geplaatst en niet in gebruik genomen. ~ Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze door een erkend vakman / vakvrouw worden vervangen. ~ Deze koelkast bevat het koelmiddel isobutaan (R600a). Dit is een natuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ De elektrische veiligheid van de koelkast is uitsluitend gegarandeerd als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende veiligheidsbepalingen is geïnstalleerd. Laat de huisinstallatie bij twijfel door een vakman / vakvrouw inspecteren. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door een ontbrekende of beschadigde aarddraad (bijv. een elektrische schok).
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Veilig gebruik ~ Gebruik geen elektrische apparaten ~ Raak ingevroren levensmiddelen in deze koelkast, bijv. voor het maken van ijs. Doet u dat wel, kunnen er vonken ontstaan en bestaat er gevaar voor een explosie. niet met natte handen aan. Doet u dat wel, dan zouden uw handen vast kunnen vriezen en zou u zich kunnen verwonden. ~ Nuttig ijsblokjes en ijslolly's, vooral waterijsjes, nooit meteen nadat u ze uit het vriesvak heeft gehaald.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Behandel de deurdichting niet met olie of vet. Doet u dat wel, dan worden de deurdichtingen in de loop van de tijd poreus. ~ Sluit de roosters in het apparaat niet af. Wanneer deze roosters geblokkeerd zijn kan er geen goede luchtgeleiding plaatsvinden, waardoor het stroomverbruik stijgt en bepaalde onderdelen van de koelkast beschadigd kunnen raken. ~ De koelkast is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse.
Het besparen van energie Normaal energieverbruik Te hoog energieverbruik Plaatsing van het apparaat In ruimten waar kan worden geventi- In gesloten ruimten waar niet leerd kan worden geventileerd Op een plaats waar de zon niet direct op kan schijnen Op een plaats waar de zon direct op kan schijnen Niet naast een warmtebron (verwarming, fornuis) Naast een warmtebron (verwarming, fornuis) Bij een kamertemperatuur van ca.
Het in- en uitschakelen van de koelkast Voor het eerste gebruik De roestvrijstalen lijsten aan de deurvakken en de plateaus zijn voorzien van een folie die dient ter bescherming van het apparaat tijdens het transport. ^ Reinig de binnenkant van de koelkast en de toebehoren. Gebruik daarvoor lauwwarm water met een beetje reinigingsmiddel. ^ Wrijf daarna alles met een doek droog. ^ Trek de beschermfolie van de roestvrijstalen lijsten af. Laat het apparaat na transport ca.
Het in- en uitschakelen van de koelkast Vergrendeling Met de vergrendeling kunt u voorkomen dat het apparaat per ongeluk wordt uitgeschakeld. Wanneer de vergrendeling is ingeschakeld, brandt het controlelampje van de vergrendeling X. Het inschakelen van de vergrendeling ^ Wanneer u klaar bent met het in- of uitschakelen van de vergrendeling, druk dan op de Aan/Uit - toets. Na ca. 2 minuten functioneert het apparaat weer normaal. ^ Druk op de Superkoeling - resp. Superfrost - toets en blijf daar ca.
De juiste temperatuur Het is voor de houdbaarheid van de levensmiddelen zeer belangrijk dat de juiste temperatuur wordt ingesteld. Door micro-organismen bederven de levensmiddelen erg snel. De temperatuur beïnvloedt de snelheid waarmee de micro-organismen groeien. Hoe lager de temperatuur, des te langer het duurt voordat de levensmiddelen bederven. Wanneer u voor het bewaren van levensmiddelen de juiste temperatuur instelt kunt u daarmee bederf voorkomen of vertragen.
De juiste temperatuur Het instellen van de temperatuur De temperatuur kunt u instellen met behulp van de beide toetsen naast de temperatuuraanduiding. – Wanneer u op de bovenste toets drukt gaat de temperatuur omhoog en wordt het warmer. – Wanneer u op de onderste toets drukt gaat de temperatuur omlaag en wordt het kouder. De temperatuur die u instelt knippert in de temperatuuraanduiding.
De juiste temperatuur Temperatuuraanduiding De temperatuuraanduiding op het bedieningspaneel geeft bij normaal gebruik de temperatuur van de minst koude plek in de koelkast aan. De temperatuuraanduiding gaat knipperen, wanneer er een andere temperatuur wordt ingesteld. Dit koudeverlies is geen probleem wanneer dit is ontstaan doordat u: – een deur van de koelkast een keer vrij lang geopend houdt, bijv.
De juiste temperatuur ^ Druk op de temperatuurtoetsen. Door daarop te drukken kunt u nu de lichtsterkte van de temperatuuraanduiding veranderen. U kunt kiezen tussen de standen 1 tot en met 5. Bij 1 is de lichtsterkte minimaal. Bij 5 is de lichtsterkte maximaal. ^ Druk op de Superkoeling - resp. Superfrost - toets om de instelling op te slaan. ^ Wanneer u klaar bent met het instellen van de lichtsterkte, druk dan op de Aan/Uit - toets. Na ca. 2 minuten functioneert het apparaat weer normaal.
De functie "Superkoeling" Het gebruik van de superkoeling Het uitschakelen van de superkoeling Met behulp van de functie "Superkoeling" daalt de temperatuur in de koelzone zeer snel tot de koudste waarde. Deze hangt van de kamertemperatuur af. De superkoeling wordt automatisch na ca. 6 uur uitgeschakeld. Het gebruik van de superkoeling is vooral dan aan te raden, wanneer u grote hoeveelheden verse levensmiddelen of drank opslaat en snel wilt laten afkoelen.
De functie "Superfrost" Het gebruik van de superfrost Met behulp van de functie "Superfrost" kunt u verse levensmiddelen optimaal invriezen. De superfrost moet u al vóór het invriezen van verse levensmiddelen inschakelen. De superfrost schakelt u niet in: – wanneer u reeds ingevroren levensmiddelen in de diepvrieszone legt; – wanneer u dagelijks slechts max. 1 kg verse levensmiddelen in de diepvrieszone legt.
Het inruimen, koelen en bewaren van levensmiddelen Gedeelten met verschillende temperaturen Door de natuurlijke luchtcirculatie ontstaan er in de koelzone gedeelten met verschillende temperaturen. Maak daar bij het inruimen van de levensmiddelen gebruik van. De koude, zware lucht zakt in het onderste gedeelte van het apparaat. Koelste gedeelte in de koelzone Het koelste gedeelte in de koelzone bevindt zich direct boven de groente- en fruitladen.
Het inruimen, koelen en bewaren van levensmiddelen Voor het apparaat ongeschikte levensmiddelen Levensmiddelen afdekken of niet? Niet alle levensmiddelen zijn geschikt om in de koelzone te worden bewaard. Hiertoe behoren: Bewaar levensmiddelen alleen afgedekt of verpakt. Zo voorkomt u dat er levensmiddelenluchtjes vrijkomen en op andere levensmiddelen worden overgedragen. Tevens voorkomt u dat de levensmiddelen uitdrogen en dat mogelijk aanwezige bacteriën zich verspreiden.
Het inruimen, koelen en bewaren van levensmiddelen – Voorbeelden van groenten en fruit die erg gevoelig reageren op gassen van andere groente- en fruitsoorten: Broccoli, bloemkool, spruitjes, kiwi’s, mango’s, honingmeloen, appels, abrikozen, komkommers, tomaten, peren, nectarines en perziken. Voorbeeld: Appels en broccoli kunnen niet samen in één lade worden opgeslagen, omdat appels veel natuurlijk gas afscheiden en broccoli op dit soort gas zeer gevoelig reageert.
Het indelen van de binnenruimte Plateaus De plateaus kunt u in hoogte verstellen zodat er producten van verschillende hoogte kunnen worden neergezet / neergelegd. ^ Til het plateau iets op. ^ Trek het iets naar voren. ^ Til het met de uitsparing over de plateauribben heen. ^ Verplaats het naar boven of naar beneden. De opstaande rand die aan de achterkant zit moet naar boven wijzen, zodat de levensmiddelen niet met de achterwand in aanraking kunnen komen en eraan vastvriezen.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Het gebruik van het diepvriesvak (afhankelijk van het model) Gebruik het diepvriesvak voor – het bewaren van diepvriesproducten; Vries geheel of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen niet opnieuw in. Pas nadat u deze levensmiddelen hebt gekookt of gebraden kunt u ze opnieuw invriezen. – het invriezen en bewaren van kleine hoeveelheden verse levensmiddelen; – het bereiden van ijsblokjes en ijs. Er kan maximaal 2 kg per 24 uur worden ingevroren.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Wat gebeurt er bij het invriezen Het invriezen en bewaren van van verse levensmiddelen? verse levensmiddelen Verse levensmiddelen moeten zo snel mogelijk tot in de kern worden ingevroren. Alleen zo blijven voedingswaarde, vitaminen, vorm en smaak behouden. Hoe langzamer de levensmiddelen invriezen, des meer vocht komt er uit iedere cel vrij. Dit vocht komt in de tussenruimten terecht. De cellen gaan krimpen.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen – Kruid en zout verse levensmiddelen en geblancheerde groente vóór het invriezen niet. Kruid en zout reeds bereide gerechten voor het invriezen slechts licht. Sommige kruiden veranderen de smaakintensiteit van de gerechten. – Laat warme gerechten en dranken eerst buiten de koelkast afkoelen. Doet u dat niet dan beginnen reeds ingevroren levensmiddelen te ontdooien en wordt er meer stroom verbruikt dan nodig is.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Het ontdooien van ingevroren producten Het bereiden van ijsblokjes Dat kunt u doen – in de magnetron; – in de oven bij het verwarmingssysteem "Hetelucht" of "Ontdooien"; – bij kamertemperatuur; – in de koelzone (de koude die daarbij vrijkomt kan voor het koelen van de levensmiddelen worden gebruikt); – in de stoomoven. Platte stukken vlees en vis kunnen gedeeltelijk ontdooid in een hete braadpan worden gelegd.
Het ontdooien van de koelkast Het ontdooien van de koelzone Terwijl de koelkast in werking is, kunnen zich aan de achterwand van de koelzone rijp en waterpareltjes vormen. Deze hoeft u niet te verwijderen, want de koelzone wordt automatisch ontdooid. Het ontdooien van het diepvriesvak (Afhankelijk van het model) Het diepvriesvak ontdooit niet automatisch, daar de ingevroren levensmiddelen niet mogen ontdooien.
Het ontdooien van de koelkast Het ontdooien Handel het ontdooien zo snel mogelijk af. Hoe langer de ingevroren producten bij kamertemperatuur worden bewaard, des te korter ze houdbaar zijn. ^ Schakel het apparaat uit. ^ Trek de stekker uit het apparaat. ^ Laat de deur van het diepvriesvak open. U kunt het ontdooien versnellen door een pannetje op een onderzetter met heet (niet kokend) water in het diepvriesvak te zetten.
Het reinigen van de koelkast Voor het reinigen Gebruik nooit zand-, soda-, zuur- of schuurmiddelhoudende reinigingsmiddelen of chemische oplosmiddelen. Ongeschikt zijn ook zogenaamde "schuurmiddelvrije" schuurmiddelen, daar deze doffe plekken veroorzaken. Let erop dat er geen water in de elektronica, in de verlichting of in de ventilatieroosters terechtkomt. Zorg ervoor dat er geen reinigingswater door de afvoeropening voor het dooiwater loopt. Gebruik geen stoomreiniger.
Het reinigen van de koelkast Het reinigen van de ventilatieroosters ^ Reinig de roosters regelmatig met een kwast of een stofzuiger. Wanneer er zich stof ophoopt wordt er onnodig veel energie verbruikt. Het reinigen van het metalen rooster aan de achterkant Het metalen rooster aan de achterkant van het apparaat (warmtewisselaar) moet minstens eenmaal in het jaar van stof worden ontdaan. Wanneer er zich stof ophoopt wordt er onnodig veel energie verbruikt.
Nuttige tips Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Gebeurt dit niet, dan kan de gebruiker grote risico's lopen. Een aantal storingen kunt u echter zelf verhelpen. In dat geval staat het apparaat heel lang te ronken en daalt de temperatuur in de koelzone automatisch. Daarom is het beter om niet meer dan 2 kg levensmiddelen ineens in te vriezen. – de superfrost is ingeschakeld (bij apparaten met diepvriesvak). De superfrost wordt na ca.
Nuttige tips . . . de ingevroren producten beginnen te ontdooien, doordat het in het diepvriesvak te warm is? ^ Controleer of de kamertemperatuur onder de klimaatklasse van het apparaat ligt. Is dat het geval, ^ verhoog dan de kamertemperatuur. Wanneer de kamertemperatuur te laag is, slaat de koelkast minder vaak aan. Dat kan tot gevolg hebben dat het in het diepvriesvak te warm wordt en dat de ingevroren producten beginnen te ontdooien. . . .
Nuttige tips ^ Schuif de lampafdekking er aan de achterkant weer op en klik de afdekking er aan beide kanten in. . . . het apparaat niet kan worden uitgeschakeld? De vergrendeling is ingeschakeld. . . . de bodem van de koelzone nat is? De afvoeropening voor het dooiwater is verstopt. ^ Reinig het gootje en de afvoeropening voor het dooiwater. Kunt u een storing ook met bovengenoemde tips niet verhelpen, roep dan de hulp in van de afdeling Klantcontacten.
Geluiden en de oorzaken ervan Vaak voorkomende geluiden Waar komen deze geluiden vandaan? Brrrrr... Dit brommende geluid komt van de motor (compressor). Wanneer de motor aanslaat klinkt dit geluid nog iets sterker. Blubb, blubb.... Deze klotsende, gorgelende of snorrende geluiden komen van de koelvloeistof die door de leidingen stroomt. Klik.... Dit klikkende geluid is altijd te horen wanneer de thermostaat de motor in- of uitschakelt. Sssrrrrr....
Afdeling Klantcontacten / Garantie Neem bij storingen die u niet zelf kunt verhelpen contact op met – uw Miele-handelaar of – de afdeling Klantcontacten van Miele Nederland B.V. Telefoonnummer en adres van Miele Nederland B.V. vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing. Geef bij het inschakelen van de afdeling Klantcontacten altijd het type en het nummer van het apparaat door. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje in de binnenruimte van het apparaat.
Elektrische aansluiting Dit apparaat mag alleen door een erkend elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Dit apparaat is voorzien van een aansluitkabel en een stekker met randaarde, geschikt voor aansluiting op 50 Hz 220 - 240 V. Dit apparaat mag uitsluitend worden aangesloten op een contactdoos met randaarde. Het is het beste wanneer de contactdoos zich naast het apparaat bevindt en u er gemakkelijk bij kunt.
Tips voor het plaatsen van het apparaat Klimaatklasse Zet geen apparaten op uw koelapparaat die warmte afgeven, zoals broodroosters of magnetrons. Doet u dat wel, dan wordt er onnodig veel energie verbruikt. Plaats dit apparaat niet direct naast een ander koelapparaat ("side-by-side"). Doet u dat wel, kan er condenswater ontstaan, daar dit apparaat geen zijwandverwarming heeft. Vraag uw vakhandelaar om advies.
Tips voor het plaatsen van het apparaat Het plaatsen van het apparaat Het stellen van het apparaat ^ Haal eerst de kabelhouder van de achterkant van het apparaat af. ^ Controleer of alle delen aan de achterwand van het apparaat nergens tegenaan kunnen komen. Buig eventueel in de weg zittende delen voorzichtig weg. ^ Schuif het apparaat voorzichtig op de daarvoor bestemde plaats. ^ Zet het apparaat direct met de achterwand tegen de muur.
Tips voor het plaatsen van het apparaat Afmetingen van het apparaat K 12023 S, K 12024 S A B C 851 mm 602 mm 611 mm 41
Het veranderen van de draairichting van de deuren Het apparaat wordt geleverd met rechtsscharnierende deuren. Moeten ze linksscharnierend zijn, verander dan de draairichting. Deur van de koelkast ^ Sluit de deur van het apparaat. ^ Haal de afdekking c eraf en sluit daarmee de vrijkomen gaten aan de andere kant af. ^ Schroef de bovenste scharnierbout d er met de inbusbout van de bijgevoegde steeksleutel uit en schroef hem er aan de andere kant weer in. ^ Let daarbij op het afstandsschijfje.
Het veranderen van de draairichting van de deuren Deur van het diepvriesvak Deurgreep ^ Klap afdekking a aan de lagersteun naar beneden. ^ Haal afdekking a en de stopjes b voorzichtig met een sleufschroevendraaier van de zijkanten af. ^ Schroef lagersteun b eraf en verwijder de deur van vriesvak c samen met de lagersteun. ^ Schroef sluiting d eraf. ^ Schuif het afdekplaatje c naar links.
Het veranderen van de draairichting van de deuren ^ Draai de deurgreep 180° en zet deze er aan de andere kant weer aan. ^ Schroef de deurgreep eerst aan de zijkant en daarna in het midden vast g. ^ Zet het afdekkapje a en de stopjes b er aan de andere kant weer op. ^ Klik het afdekplaatje c er eerst links en dan rechts weer op.
Wijzigingen voorbehouden / 1008 K 12023 S, K 12024 S M.-Nr.