Gebruiks- en montage-aanwijzing voor de koelkast K 2328 S K 2329 S Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat. M M.-Nr.
Inhoud Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Het in- en uitschakelen van de koelkast . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Bij langere afwezigheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud Vóórdat u de verse levensmiddelen in het diepvriesvak legt . . . . . . . . . . . . . . 18 Het wegleggen van de verse levensmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 Het ontdooien van ingevroren producten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Het bereiden van ijsblokjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Het snelkoelen van dranken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Algemeen a Temperatuurregelaar c Lichtcontactschakelaar b Winterschakeling - toets met controlelampje d Diepvriesvak h Boter- en kaasvak e Plateaus (met glas of met spijlen) i Eierrekje f Gootje voor het dooiwater en afvoeropening voor het dooiwater j Deurvakken g Groenten- en fruitladen 4 k Binnenverlichting l Fleshouder
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van het apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Afgedankte elektrische en elektronische apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw oude apparaat bij het gewone huisafval doet, kunnen deze stoffen mens en milieu schaden.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Technische veiligheid Deze koelkast voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepalingen. Door ondeskundig gebruik kunnen personen echter letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan. Lees deze gebruiksaanwijzing daarom eerst aandachtig door voordat u dit apparaat voor het eerst gebruikt. Hierin vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de inbouw, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud van het apparaat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Hoe meer koelmiddel een koelkast bevat, des te groter moet het vertrek zijn waarin de koelkast wordt opgesteld. Wanneer het vertrek te klein is kan zich bij een eventuele lek een brandbaar mengsel van gas en lucht vormen. Per 8 g koelmiddel moet het vertrek minstens 1 m3 groot zijn. De hoeveelheid koelmiddel die de koelkast bevat staat op het typeplaatje in de binnenkant van het apparaat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Gebruik Raak ingevroren levensmiddelen niet met natte handen aan. Wanneer u dat doet zouden uw handen vast kunnen vriezen en zou u zich kunnen verwonden. Gebruik geen elektrische apparaten in dit apparaat, bijv. voor het maken van ijs. Doet u dat wel, kunnen er vonken ontstaan en bestaat er gevaar voor een explosie. Nuttig ijsblokjes en ijslolly’s, vooral waterijsjes, nooit meteen nadat u ze uit het diepvriesvak heeft gehaald.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Gebruik geen ontdooisprays of andere middelen om te ontdooien. Deze kunnen explosieve gassen vormen, ze kunnen oplosmiddelen of drijfgassen bevatten die het kunststof beschadigen of ze kunnen schadelijk zijn voor de gezondheid. Behandel de deurdichting niet met olie of vet. Wanneer u dat doet dan wordt de deurdichting in de loop van de tijd poreus. Sluit de ventilatieroosters in het apparaat niet af.
Het in- en uitschakelen van de koelkast Voor het eerste gebruik ^ Reinig de binnenkant van de koelkast en de toebehoren. Gebruik daarvoor lauwwarm water met een beetje reinigingsmiddel. ^ Maak daarna alles met een doek droog. Laat het apparaat nadat u het hebt geplaatst eerst ca. 1/2 tot 1 uur staan voordat u het aansluit. Dat is zeer belangrijk voor de werking van de koelkast. Het inschakelen van de koelkast ^ Draai de temperatuurregelaar vanuit stand "0" op één van de andere standen.
De juiste temperatuur Het is voor de houdbaarheid van de levensmiddelen zeer belangrijk dat de juiste temperatuur wordt ingesteld. Door micro-organismen bederven de levensmiddelen erg snel. De temperatuur beïnvloedt de snelheid waarmee de micro-organismen groeien. Hoe lager de temperatuur, des te langer het duurt voordat de levensmiddelen bederven. Wanneer u voor het bewaren van levensmiddelen de juiste temperatuur instelt kunt u daarmee bederf voorkomen of vertragen.
De juiste temperatuur . . . in het diepvriesvak Stel, wanneer u verse levensmiddelen wilt invriezen en ingevroren levensmiddelen lange tijd wilt bewaren, een temperatuur in van -18 °C. Bij deze temperatuur wordt de groei van microorganismen voor het grootste gedeelte gestopt. Zodra de temperatuur boven de -10 °C stijgt beginnen ze te groeien en zijn de levensmiddelen minder lang houdbaar.
Het gebruik van de winterschakeling Bij lage kamertemperaturen onder of gelijk aan 18 °C slaat het apparaat minder vaak aan en daardoor kan het in het diepvriesvak te warm worden. Dat kan ertoe leiden dat de ingevroren producten gaan ontdooien. Om dat te voorkomen kunt u de winterschakeling gebruiken.
Het inruimen, koelen en bewaren van levensmiddelen Zones met verschillende temperaturen Door de natuurlijke luchtcirculatie ontstaan er in de koelruimte zones met verschillende temperaturen. Maak daar bij het inruimen van de levensmiddelen gebruik van. De koude, zware lucht zakt in het onderste gedeelte van het apparaat. Koelste gedeelte in de koelruimte Het koelste gedeelte in de koelruimte bevindt zich direct boven de groentenen fruitladen.
Het inruimen, koelen en bewaren van levensmiddelen Voor het apparaat ongeschikte levensmiddelen Niet alle levensmiddelen zijn geschikt om in de koelruimte te worden bewaard. Hiertoe behoren: soorten reageren bijzonder gevoelig op deze natuurlijke gassen. Daarom mogen niet alle groenten- en fruitsoorten samen in één lade worden bewaard.
Het indelen van de binnenruimte Plateaus Deurvakken De plateaus kunt u in hoogte verstellen zodat in de koelkast producten van verschillende hoogte kunnen worden geplaatst. ^ Schuif de deurvakken naar boven en haal ze eruit. ^ Trek het plateau naar voren totdat u weerstand voelt, til het aan de voorkant op en haal het eruit. ^ Zet het plateau met de achterkant naar boven op de gewenste plek, haal de voorkant omhoog en schuif het plateau naar binnen.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Het gebruik van het diepvriesvak Het invriezen en bewaren van verse levensmiddelen Gebruik het diepvriesvak voor Gebruik voor het invriezen alleen verse levensmiddelen waar geen rotte plekken in zitten! – het bewaren van diepvriesproducten; – het invriezen en bewaren van kleine hoeveelheden verse levensmiddelen; – het bereiden van ijsblokjes en ijs.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen – Kruid en zout verse levensmiddelen en geblancheerde groente vóór het invriezen niet. Kruid en zout reeds bereide gerechten voor het invriezen slechts licht. Sommige kruiden veranderen de smaakintensiteit van de gerechten. – Laat warme gerechten en dranken eerst buiten de koelkast afkoelen. Doet u dat niet dan beginnen reeds ingevroren levensmiddelen te ontdooien en wordt er meer stroom verbruikt dan nodig is.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Het ontdooien van ingevroren producten Dat kunt u doen Het bereiden van ijsblokjes (Afhankelijk van het model met bakje met boutje) – in de magnetron; – in de oven bij het verwarmingssysteem "Hetelucht" of "Ontdooien"; – bij kamertemperatuur; – in de koelzone van de koelkast; – in de stoomoven. Platte stukken vlees en vis kunnen gedeeltelijk ontdooid in een hete braadpan worden gelegd.
Het ontdooien van de koelkast Het ontdooien van de koelzone Terwijl de koelkast in werking is, kunnen zich aan de achterwand van de koelzone rijp en waterpareltjes vormen. Deze hoeft u niet te verwijderen, want de koelzone wordt automatisch ontdooid. Het dooiwater loopt via het gootje voor het dooiwater en via de afvoeropening voor het dooiwater in het verdampingssysteem aan de achterkant van het apparaat. Let erop dat het dooiwater altijd ongehinderd weg kan lopen.
Het ontdooien van de koelkast Het ontdooien Handel het ontdooien zo snel mogelijk af. Hoe langer de ingevroren producten bij kamertemperatuur worden bewaard, des te korter ze houdbaar zijn. ^ Schakel het apparaat uit. ^ Trek de stekker uit het apparaat. ^ Laat de deur van het diepvriesvak open. Na het ontdooien ^ Neem het dooiwater met een spons op. ^ Reinig het apparaat en droog het. Er mag geen reinigingswater in de afvoeropening voor het dooiwater terechtkomen. ^ Steek de stekker in het stopcontact.
Het reinigen van de koelkast Gebruik nooit zand-, soda- , zuur- of schuurmiddelhoudende reinigingsmiddelen of chemische oplosmiddelen. Ongeschikt zijn ook zogenaamde "schuurmiddelvrije" schuurmiddelen, daar deze doffe plekken veroorzaken. Let erop dat er geen water in de temperatuurregelaar of in de verlichting terechtkomt. Zorg ervoor dat er geen reinigingswater door de afvoeropening voor het dooiwater loopt. Gebruik geen stoomreiniger.
Het reinigen van de koelkast Het reinigen van de deurdichting Behandel de deurdichting niet met olie of vet. Doet u dat wel, dan wordt de deurdichting in de loop van de tijd poreus. ^ Reinig de deurdichting regelmatig alleen met helder water en wrijf deze daarna met een doek grondig droog. Het reinigen van het metalen rooster aan de achterkant Het metalen rooster aan de achterkant van het apparaat (warmtewisselaar) moet minstens eenmaal in het jaar van stof worden ontdaan.
Nuttige tips . . . de koelkast niet koelt? Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Gebeurt dit niet dan kan de gebruiker grote risico’s lopen. Aan aantal storingen kunt u echter zelf verhelpen. Wat moet u doen, wanneer . . . . . .
Nuttige tips . . . de koelkast vaker en voor langere tijd aanslaat? . . . de ingevroren producten vastgevroren zijn? Controleer of: ^ Maak de ingevroren producten met een stomp voorwerp, bijv. met een lepelsteel los.
Nuttige tips . . . de binnenverlichting in de koelruimte niet meer functioneert? ^ Controleer of: – de lichtschakelaar klemt; – de temperatuurregelaar op een andere stand staat dan op "0". Zo ja, dan is het gloeilampje kapot. ^ Trek de stekker uit het stopcontact of schakel de hoofdschakelaar van de elektrische huisinstallatie uit. ^ Pak de lampafdekking aan de achterkant vast, druk de zijkant omhoog a en trek de lampafdekking eraf b. ^ Vervang het gloeilampje.
Technische Dienst Neem bij storingen die u niet zelf kunt verhelpen contact op met – uw Miele-handelaar of – met de Technische Dienst van Miele Nederland B.V. De telefoonnummers van diverse afdelingen en het adres van Miele Nederland B.V. vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing. Geef bij het inschakelen van de Technische Dienst altijd het type en het nummer van het apparaat door. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje in de binnenruimte van het apparaat.
Elektrische aansluiting Dit apparaat mag alleen door een erkend elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Dit apparaat is voorzien van een aansluitkabel en een stekker met randaarde, geschikt voor aansluiting op 50 Hz 220 - 240 V. Dit apparaat mag uitsluitend worden aangesloten op een contactdoos met randaarde. Het is het beste wanneer de contactdoos zich naast het apparaat bevindt en u er gemakkelijk bij kunt.
Tips voor het plaatsen van het apparaat Zet geen apparaten op uw kast die warmte afgeven, zoals broodroosters of magnetrons. Doet u dat wel dan wordt er onnodig veel energie verbruikt. Plaats van opstelling Kies geen plaats direct naast een fornuis, een verwarming of in de buurt van een raam waar de zon direct doorheen kan schijnen. Hoe hoger de omgevingstemperatuur is, des te langer het apparaat staat te ronken en des te hoger het stroomverbruik is.
Tips voor het plaatsen van het apparaat Het plaatsen van het apparaat Het stellen van het apparaat ^ Haal eerst de kabelhouder van de achterkant van het apparaat af. ^ Controleer of alle delen aan de achterwand van het apparaat nergens tegenaan kunnen komen. Buig eventueel in de weg zittende delen voorzichtig weg. ^ Schuif het apparaat voorzichtig op de daarvoor bestemde plaats. 30 ^ Stel het apparaat stevig en waterpas via de stelvoeten met de bijgevoegde steeksleutel.
Het veranderen van de draairichting van de deur De koelkast wordt geleverd met een rechtsscharnierende deur. Moet de deur linksscharnierend zijn, verander dan de draairichting van de deur. Deur van de koelkast ^ Haal de afdekking a eraf en sluit daarmee de vrijgekomen gaten aan de andere kant af. ^ Haal de stop g uit het deurscharnierblok en zet hem er aan de andere kant weer in. ^ Zet de deurgreep f er aan de andere kant weer aan.
Het veranderen van de draairichting van de deur Deurtje van het diepvriesvak ^ Schroef de lagersteun a los en haal de steun er samen met het deurtje van het diepvriesvak b af. ^ Plaats de lagersteun op de bovenste stift van het deurtje van het diepvriesvak c en draai het deurtje om zodat de lagersteun beneden zit. ^ Schroef de sluithaak d eraf. ^ Draai de sluithaak 180° en schroef de haak er aan de tegenovergestelde kant weer aan e.
Het onderbouwen van het apparaat Het apparaat kunt u onder het werkblad schuiven. Eerst moet u echter het tafelblad van het apparaat verwijderen: ^ Draai de schroeven a aan de achterkant van het apparaat eruit. ^ Til het tafelblad aan de achterkant omhoog en verwijder het. Voor de luchttoevoer en luchtafvoer aan de achterwand van het apparaat is het zeer belangrijk dat er in het werkblad een ventilatieopening van minstens 140 cm2 zit.
Wijzigingen voorbehouden / 3105 K 2204 S-1 M.-Nr.