Operating Instructions and Installation Instructions

De juiste temperatuur
23
Temperatuurweergave
De temperatuuraanduiding op het be-
dieningspaneel geeft altijd de ge-
wenste temperatuur van de koelzone
aan.
Temperatuur instellen
Wanneer de toesteldeur vaak wordt ge-
opend, wanneer er veel levensmiddelen
ineens in de koelkast worden gelegd of
wanneer de omgevingstemperatuur
hoog is, adviseren wij een temperatuur
van tussen de 3 °C en 5 °C.
De temperatuur is instelbaar van 9 °C
tot en met 1 °C.
Hoe hoger/lager de temperatuur in de
koelzone is, des te hoger/lager is de
temperatuur in het vriesvak.
Druk zo vaak op de temperatuurtoets,
totdat de gewenste temperatuur in de
temperatuuraanduiding verschijnt.
Wanneer u voor het eerst op de toets
drukt, knippert die temperatuurwaarde
die het laatst is ingesteld.
Blijft u op de toets drukken, dan veran-
dert de temperatuurwaarde voortdu-
rend: als 9°C bereikt is, wordt weer met
1°C begonnen.
De nieuw gekozen temperatuurwaarde
wordt na een tijdje automatisch overge-
nomen en verschijnt in het display.
De temperatuur in de koelkast stelt zich
nu langzaam op deze nieuwe tempera-
tuurwaarde in.
In het vriesvak wordt de temperatuur
dan gemiddeld ca. -18 °C.