Operation Manual

Temperatuuraanduiding
De temperatuuraanduiding op het
display geeft bij normale werking de
gemiddelde, daadwerkelijke
koelzonetemperatuur weer die mo
-
menteel heerst in het toestel.
Temperatuur instellen
Wanneer de toesteldeur zeer vaak
wordt geopend, wanneer grote hoe
-
veelheden levensmiddelen in het toe
-
stel worden gelegd, of wanneer de om
-
gevingstemperatuur hoog is, is een in
-
stelling van Ctot5°Caangewezen.
De temperatuur kan worden ingesteld
op een temperatuurwaarde van 9 °C tot
3 °C.
^
Druk zo vaak op de toets voor het in
-
stellen van de temperatuur totdat de
gewenste temperatuur op de tempe
-
ratuuraanduiding wordt weergege
-
ven.
De eerste keer dat u erop drukt, wordt
de laatst ingestelde temperatuurwaarde
knipperend weergegeven.
Vervolgens wijzigt de temperatuurwaar
-
de ononderbroken. Als de instelling
3 °C bereikt is, keert de temperatuur-
aanduiding terug naar 9 °C.
De nieuwe gekozen temperatuurwaar-
de wordt na korte tijd automatisch op-
geslagen.
De temperatuur in de koelzone bereikt
nu langzaam die waarde.
De juiste temperatuur
21