Operation Manual

Luchttoevoer en -afvoer
De aangegeven luchttoevoer- en lucht
-
afvoeropeningen moeten in elk geval in
acht worden genomen. Anders scha
-
kelt de compressor vaker in en werkt
deze langer. Dat leidt tot een hoger
energieverbruik. Ook zorgt dat voor
een hogere werkingstemperatuur van
de compressor, waardoor deze be
-
schadigd kan raken.
De lucht aan de achterwand van het toe
-
stel wordt opgewarmd. Daarom moet de
inbouwkast zo gemaakt zijn dat de
luchttoevoer en luchtafvoer niet worden
gehinderd (zie "Inbouwafmetingen"):
De luchttoevoer a verloopt via de
sokkel (plint) en de luchtafvoer b
gebeurt bovenaan, in het achterste
gedeelte van het keukenmeubel.
Met het oog op de luchttoevoer en
luchtafvoer moet er aan de achterzij
-
de van het toestel een luchtafvoerka
-
naal van minimum 40 mm diep voor
-
zien zijn.
De luchttoevoer- en luchtafvoerope
-
ningen in de sokkel (plint) van het meu
-
bel, in de inbouwkast en onder het pla
-
fond moeten overal minstens 200 cm
2
groot zijn, zodat de opgewarmde lucht
ongehinderd kan wegstromen.
Belangrijk! Hoe groter de luchttoevoer-
en luchtafvoeropeningen zijn, hoe
energiezuiniger het toestel werkt.
De luchttoevoer- en luchtafvoerope
-
ningen mogen niet worden afgedekt
of afgesloten.
Bovendien moeten ze regelmatig
worden gereinigd om stof te verwij-
deren.
Bovenste luchtafvoeropening
De bovenste luchtafvoeropening kan
op verschillende manieren worden ge-
realiseerd:
a vlak boven het toestel met een venti
-
latierooster (vrije doorlaat van min
-
stens 200 cm
2
)
b tussen het keukenmeubel en het pla
-
fond
c in een vals plafond
Opmerkingen omtrent de montage
49