Operating Instructions and Installation Instructions

Montage-instructies
50
Luchttoevoer en luchtafvoer
Voor de luchttoevoer- en luchtaf-
voeropeningen moeten de aangege-
ven maten worden aangehouden.
Gebeurt dat niet, slaat de compres-
sor steeds vaker en voor steeds
langere tijd aan.
Voor de luchttoevoer- en luchtafvoer-
openingen moeten de aangegeven
maten worden aangehouden. Ge-
beurt dat niet, slaat de compressor
steeds vaker en voor steeds langere
tijd aan, stijgt het energieverbruik en
stijgt de werkingstemperatuur van de
compressor, wat schade aan de
compressor kan veroorzaken.
Neem de aangegeven tijden en tem-
peraturen beslist in acht.
De lucht aan de achterwand van het
toestel wordt warm. Daarom moet de
meubelombouw zodanig zijn geconstru-
eerd dat een goede luchttoevoer en
luchtafvoer gewaarborgd zijn. Zie
hoofdstuk: "Inbouwmaten".
De lucht wordt via de sokkel toege-
voerd en via de bovenachterkant
afgevoerd .
Voor de ventilatie moet aan de ach-
terkant van het toestel een luchtaf-
voerkanaal worden geplaatst dat
minstens 40 mm diep is.
De luchttoevoer- en luchtafvoergleu-
ven in de sokkel, in de inbouwkast en
onder het plafond moeten over de
hele lengte minstens 200 cm² bedra-
gen, zodat de warme lucht ongehin-
derd weg kan stromen.