Gebruiks- en montage-aanwijzing voor de koelkast K 823 Ui Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat. M M.-Nr.
Inhoud Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Het besparen van energie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Het in- en uitschakelen van de koelkast . . . . . . . . . . . . . . . . .
Algemeen a Temperatuurregelaar d Temperatuuraanduiding koelzone b Controlelampje voor de Superkoeling e Lichtcontactschakelaar c Superkoeling - toets a Uitneembare voorraadbak b Koelwagen c Gootje en afvoerbuisje voor het dooiwater d Luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen 3
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van het apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Afgedankte elektrische en elektronische apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw oude apparaat bij het gewone huisafval doet, kunnen deze stoffen mens en milieu schaden.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Technische veiligheid Deze koelkast voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen. Door ondeskundig gebruik kunnen personen echter letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan. Lees deze gebruiksaanwijzing daarom eerst aandachtig door voordat u dit apparaat voor het eerst gebruikt. Hierin vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de inbouw, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud van het apparaat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Hoe meer koelmiddel een koelkast bevat, des te groter moet het vertrek zijn waarin de koelkast wordt opgesteld. Wanneer het vertrek te klein is kan zich bij een eventuele lek een brandbaar mengsel van gas en lucht vormen. Per 8 g koelmiddel moet het vertrek minstens 1 m3 groot zijn. De hoeveelheid koelmiddel die de koelkast bevat staat op het typeplaatje in de binnenkant van het apparaat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Gebruik Bewaar geen stoffen in de koelkast die drijfgassen of andere verstuivingsmiddelen bevatten. Wanneer de thermostaat wordt ingeschakeld kunnen vonken ontstaan. Deze kunnen licht ontvlambare producten tot explosie brengen. Gebruik geen elektrische apparaten in dit apparaat, bijv. voor het maken van ijs. Doet u dat wel, kunnen er vonken ontstaan en bestaat er gevaar voor een explosie.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Gebruik voor het ontdooien en reinigen van de koelkast nooit een stoomreiniger. Stoom kan in aanraking komen met delen van het apparaat die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken. Wat te doen wanneer u het apparaat afdankt Voorkom dat kinderen zich bij het spelen insluiten en in levensgevaar komen door het slot onklaar te maken. Haal de stekker uit het stopcontact en maak de aansluitkabel onbruikbaar. Beschadig geen delen van het koelsysteem, bijv.
Het besparen van energie Normaal energieverbruik Plaatsing van het apparaat In ruimten waar kan worden geventileerd Te hoog energieverbruik In gesloten ruimten waar niet kan worden geventileerd Op een plaats waar de zon niet di- Op een plaats waar de zon direct rect op kan schijnen op kan schijnen Niet naast een warmtebron (verwarming, fornuis) Naast een warmtebron (verwarming, fornuis) Bij een kamertemperatuur van ca.
Het besparen van energie Ontdooien 10 Normaal energieverbruik Te hoog energieverbruik Ontdooi het diepvriesgedeelte wanneer er een ijslaag van 1 cm in zit. Een ijslaag in het diepvriesgedeelte bemoeilijkt het invriezen en bewaren van producten in dit gedeelte. Daardoor stijgt het stroomverbruik.
Het in- en uitschakelen van de koelkast Voor het eerste gebruik Bij langere afwezigheid ^ Reinig de binnenkant van de koelkast en de toebehoren. Gebruik daarvoor lauwwarm water met een beetje reinigingsmiddel. Wanneer u de koelkast vrij lange tijd niet meer gebruikt, doe dan het volgende. ^ Wrijf daarna alles met een doek droog. ^ Trek de stekker uit het stopcontact. ^ Schakel het apparaat uit. ^ Reinig het apparaat. Laat het apparaat nadat u het hebt geplaatst eerst ca.
De juiste temperatuur Het is voor de houdbaarheid van de levensmiddelen zeer belangrijk dat de juiste temperatuur wordt ingesteld. Door micro-organismen bederven de levensmiddelen erg snel. De temperatuur beïnvloedt de snelheid waarmee de micro-organismen groeien. Hoe lager de temperatuur, des te langer het duurt voordat de levensmiddelen bederven. Wanneer u voor het bewaren van levensmiddelen de juiste temperatuur instelt kunt u daarmee bederf voorkomen of vertragen.
De functie "Superkoeling" Het gebruik van de superkoeling Met behulp van de functie "Superkoeling" daalt de temperatuur in de koelzone zeer snel zo laag mogelijk. Hoe laag hangt af van de kamertemperatuur. Het uitschakelen van de superkoeling De superkoeling wordt automatisch na ca. 6 uur uitgeschakeld. Het controlelampje gaat uit en de koelcapaciteit van het apparaat is weer normaal.
Het inruimen van levensmiddelen Door de natuurlijke luchtcirculatie ontstaan er in de koelruimte zones met verschillende temperaturen. De koude, zware lucht zakt in het onderste gedeelte van het apparaat. Maak bij het inruimen van de levensmiddelen van deze verschillende koudezones gebruik.
Het koelen en bewaren van levensmiddelen Waar u op moet letten bij het koelen en bewaren van levensmiddelen Zoals al opgemerkt bevinden zich in de koelzone gedeelten met verschillende temperaturen. Maak daar bij het koelen en bewaren van levensmiddelen gebruik van. Neem ook de tips voor het inruimen van levensmiddelen in acht. Zie het desbetreffende hoofdstuk. – De levensmiddelen mogen niet met de achterwand in aanraking komen, want in dat geval kunnen ze eraan vastvriezen.
Het koelen en bewaren van levensmiddelen Voorbeelden van vruchten die veel natuurlijke gassen afscheiden: Appels, passievruchten, abrikozen, peren, nectarines, perziken, pruimen, avocado’s, papaya’s en vijgen. Voorbeelden van groenten en fruit die erg gevoelig reageren op gassen van andere groenten- en fruitsoorten: Kiwi’s, broccoli, bloemkool, spruitjes, mango’s, honingmeloen, appels, abrikozen, komkommer, tomaten, bananen, avocado’s, peren, nectarines en perziken.
Het automatisch ontdooien van de koelkast Terwijl de koelkast in werking is, kunnen zich aan de achterwand van de koelruimte rijp en waterpareltjes vormen. Deze hoeft u niet te verwijderen, want de koelruimte wordt automatisch ontdooid. Het dooiwater loopt via het gootje voor het dooiwater en via de afvoeropening voor het dooiwater in het verdampingssysteem aan de achterkant van het apparaat. Let erop dat het dooiwater altijd ongehinderd weg kan lopen.
Het reinigen van de koelkast Gebruik nooit zand-, soda-, zuur- of schuurmiddelhoudende reinigingsmiddelen of chemische oplosmiddelen. Ongeschikt zijn ook zogenaamde "schuurmiddelvrije" schuurmiddelen, daar deze doffe plekken veroorzaken. Let erop dat er geen water in de verlichting terechtkomt. Zorg ervoor dat er geen reinigingswater door de afvoeropening voor het dooiwater loopt. Gebruik geen stoomreiniger.
Het reinigen van de koelkast Het reinigen van de deurdichting Behandel de deurdichting niet met olie of vet. Wanneer u dat doet dan wordt de deurdichting in de loop van de tijd poreus. ^ Reinig de deurdichting regelmatig alleen met helder water en wrijf deze daarna met een doek grondig droog. Na het reinigen ^ Plaats alle toebehoren weer terug in de koelkast. ^ Schakel het apparaat met behulp van de temperatuurregelaar in. ^ Plaats de levensmiddelen weer terug in de koelkast.
Nuttige tips Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Wanneer dit niet gebeurt dan kan de gebruiker grote risico’s lopen. Een aantal storingen kunt u echter zelf verhelpen. . . . de koelkast vaker en voor langere tijd aanslaat? ^ Controleer of: – de ventilatieroosters zijn geblokkeerd en of er veel stof inzit; – u de deur van de koelkast vaak open en dicht heeft gedaan; – de deur van de koelkast goed sluit. Wat moet u doen, wanneer . . . . . .
Nuttige tips ^ Pak de lampafdekking aan de achterkant vast, druk de zijkant omhoog a en trek de lampafdekking eraf b. ^ Vervang het gloeilampje. Aansluitgegevens van het lampje: 220 – 240 V, max. 15 W, fitting E 14 ^ Schuif de lampafdekking er weer op en klik deze vast. . . . de bodem van de koelruimte nat is? De afvoeropening voor het dooiwater is verstopt. ^ Reinig het gootje en de afvoeropening voor het dooiwater.
Geluiden en de oorzaken ervan Heel normale geluiden Waar komen deze geluiden vandaan? Brrrrr... Dit brommende geluid komt van de motor (compressor). Wanneer de motor aanslaat klinkt dit geluid nog iets sterker. Blubb, blubb.... Deze klotsende, gorgelende of snorrende geluiden komen van de koelvloeistof die door de leidingen stroomt. Klik.... Dit klikkende geluid is altijd te horen wanneer de thermostaat de motor in- of uitschakelt. Sssrrrrr....
Technische Dienst Neem bij storingen die u niet zelf kunt verhelpen contact op met – uw Miele-handelaar of – met de Technische Dienst van Miele Nederland B.V. De telefoonnummers van diverse afdelingen en het adres van Miele Nederland B.V. vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing. Geef bij het inschakelen van de Technische Dienst altijd het type en het nummer van het apparaat door. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje in de binnenruimte van het apparaat.
Elektrische aansluiting Dit apparaat mag alleen door een erkend elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Dit apparaat is voorzien van een aansluitkabel en een stekker met randaarde, geschikt voor aansluiting op 50 Hz 220 - 240 V. Dit apparaat mag uitsluitend worden aangesloten op een contactdoos met randaarde. Het is het beste wanneer de contactdoos zich naast het apparaat bevindt en u er gemakkelijk bij kunt.
Montage-instructies Luchttoevoer en luchtafvoer Een koelkast die niet is ingebouwd kan kantelen! Plaats van opstelling Kies geen plaats direct naast een fornuis of naast een ander apparaat dat hitte afgeeft of in de buurt van een raam waar de zon direct door heen kan schijnen. Hoe hoger de omgevingstemperatuur is, des te langer de koelkast staat te ronken en des te hoger het stroomverbruik is. Geschikt is een droge ruimte waar kan worden geventileerd.
Inbouwmaten Sokkelhoogte A is afhankelijk van de verschillende onderbouwhoogten: Bij een onderbouwhoogte van 870 mm is de sokkelhoogte 100 - 170 mm. Bij apparaten met de klimaatklasse ST en T is de minimum sokkelhoogte 120 mm! De sokkelhoogte is hier afhankelijk van de hoogte van de meubelfrontplaat. Bij een onderbouwhoogte van 920 mm is de sokkelhoogte 150 - 220 mm.
Het inbouwen van de koelkast Het stellen van de koelkastdeur Het kan voorkomen dat de deur van de koelkast moet worden gesteld. Doe in dat geval het volgende: Bij een onderbouwhoogte van 920 mm moeten de stelvoeten ca. 50 mm naar buiten worden gedraaid. Gebruik daarvoor een steeksleutel (SW 30) of een schroevendraaier! Stel het apparaat daarna waterpas. ^ Leg de aansluitkabel zo, dat u de elektriciteit na het inbouwen makkelijk kunt aansluiten. ^ Draai de schroeven a aan beide kanten los.
Het inbouwen van de koelkast ^ Draai de schroeven a er na het stellen weer in totdat u duidelijk weerstand voelt. ^ Schroef het apparaat door de bevestigingsplaat a heen losjes aan het werkblad. Het apparaat wordt pas goed vastgeschroefd nadat de sokkeldiepte is ingesteld en de meubeldeur is gemonteerd. Het instellen van de sokkeldiepte ^ Draai de schroeven a los met ca. 8 tot 10 draaibewegingen. ^ Stel het sokkelpaneel ten opzichte van de sokkelpanelen van de meubels ernaast.
Het inbouwen van de koelkast Het monteren van de meubeldeur ^ Stel de afstand tussen de deur van het apparaat en de bevestigingstraverse in op 8 mm. ^ Schuif de montagehulpstukken a ter hoogte van de meubeldeur. Daarbij moet de onderkant van de haken X van de montagehulpstukken zich op gelijke hoogte bevinden als de bovenrand - van de te monteren meubeldeur. ^ Schroef de moeren b eraf en haal de bevestigingstraverse c er samen met de montagehulpstukken af.
Het inbouwen van de koelkast ^ Hang de meubeldeur op de stelschroeven a. ^ Draai de moeren b losjes op de stelschroeven. ^ Sluit de deur en controleer de afstand van de deur tot de meubeldeuren ernaast. ^ Stel de meubeldeur ten opzichte van de meubeldeuren ernaast. Het stellen aan de zijkanten: de juiste afstand X krijgt u door de meubeldeur te verschuiven. Het stellen in de hoogte: de juiste afstand Y krijgt u door met een sleufschroevendraaier aan de stelschroeven a te draaien.
Het inbouwen van de koelkast – Klap de opstaande haak a weer dicht. Het bevestigen van het apparaat ^ Draai de moeren a aan de bovenkant van de deur vast. Houd daarbij de stelschroeven b met een sleufschroevendraaier vast. ^ Drai alle schroeven stevig aan. ^ Plaats de afdeklijst boven op de deur van het apparaat.
Wijzigingen voorbehouden / 3205 K 823 Ui M.-Nr.