Gebruiks- en montage-aanwijzing voor de koelkast met diepvriesvak K 9354 iF Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat. nl - NL M.-Nr.
Inhoud Beschrijving van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Na te bestellen accessoire . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Flesplateau . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . .
Inhoud Het invriezen en bewaren van verse levensmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Waar u daarbij op moet letten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Het verpakken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Vóórdat u de verse levensmiddelen in het diepvriesvak legt. . . . . . . . . . . . . . 28 Het inruimen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Beschrijving van het apparaat a Controlelampje van de vergrendeling b Aan/Uit - toets c Temperatuuraanduiding van de koelzone 4 d Toetsen voor het instellen van de temperatuur (+ = warmer; - = kouder) e Superkoeling - toets en controlelampje
Beschrijving van het apparaat a Diepvriesvak e Boter- en kaasvak b Plateaus f Deurvak, o.a.
Beschrijving van het apparaat Na te bestellen accessoire Flesplateau (afhankelijk van het model) Dit plateau is verkrijgbaar bij de afdeling Onderdelen van Miele Nederland B.V. of bij de vakhandel.
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van het apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Efficiënt gebruik Deze koelkast voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen. Door ondeskundig gebruik kunnen personen echter letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan. Lees deze gebruiksaanwijzing daarom eerst aandachtig door voordat u dit apparaat voor het eerst gebruikt. Hierin vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de inbouw, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud van het apparaat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Technische veiligheid ~ Hoe meer koelmiddel een koelkast ~ Controleer vóórdat de koelkast bevat, des te groter moet het vertrek zijn waarin dit apparaat wordt opgesteld. Wanneer het vertrek te klein is kan zich bij een eventuele lek een brandbaar mengsel van gas en lucht vormen. Per 8 g koelmiddel moet het vertrek minstens 1 m3 groot zijn. De hoeveelheid koelmiddel die de koelkast bevat staat op het typeplaatje in de binnenkant van het apparaat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Wanneer dit apparaat op een nietstationaire locatie (bijv. op een boot of in een camper) moet worden geplaatst, mag het uitsluitend door een vakman / vakvrouw worden ingebouwd en aangesloten. Hierbij moet aan alle voorwaarden voor een veilig gebruik worden voldaan. ~ Installatie- en onderhoudswerkzaamheden als ook reparaties mogen alleen door erkende vakmensen worden uitgevoerd.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Plaats dranken met een hoog alcoholpercentage alleen rechtop en altijd goed gesloten in de koelkast in verband met explosiegevaar. ~ Bewaar geen blikjes en flessen in het vriesvak die koolzuurhoudende dranken bevatten of vloeistoffen die kunnen bevriezen. De blikjes en flessen kunnen in dat geval uit elkaar springen, u zou zich kunnen verwonden en er zou schade kunnen ontstaan.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ De koelkast is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse. Een klimaatklasse is een kamertemperatuurbereik waarbinnen de temperatuur zich moet bewegen en waar deze niet boven of onder mag liggen. De klimaatklasse van uw koelkast staat aangegeven op het typeplaatje aan de binnenkant van uw apparaat. Een te lage temperatuur heeft tot gevolg dat de koelkast voor langere tijd afslaat zodat het apparaat de vereiste temperatuur niet kan aanhouden.
Het besparen van energie Normaal energieverbruik Te hoog energieverbruik Plaatsing van het apparaat In ruimten waar kan worden geventi- In gesloten ruimten waar niet leerd kan worden geventileerd Op een plaats waar de zon niet direct op kan schijnen Op een plaats waar de zon direct op kan schijnen Niet naast een warmtebron (verwarming, fornuis) Naast een warmtebron (verwarming, fornuis) Bij een kamertemperatuur van ca.
Het in- en uitschakelen van de koelkast Voor het eerste gebruik De roestvrijstalen lijsten en frames zijn voorzien van een folie die dient ter bescherming van het apparaat tijdens het transport. Het inschakelen van de koelkast ^ Trek deze beschermfolie er pas af nadat de koelkast is ingebouwd. ^ Druk op de Aan/Uit - toets. ^ Wrijf de roestvrijstalen gedeelten direct daarna in met een middel dat geschikt is voor het onderhoud van roestvrij staal. De temperatuuraanduiding licht op.
Het in- en uitschakelen van de koelkast Vergrendeling Met de vergrendeling kunt u voorkomen dat het apparaat per ongeluk wordt uitgeschakeld. Wanneer de vergrendeling is ingeschakeld, brandt het controlelampje van de vergrendeling X. Het inschakelen van de vergrendeling ^ Wanneer u klaar bent met het in- of uitschakelen van de vergrendeling, druk dan op de Aan/Uit - toets. ^ Druk op de Superkoeling - toets en blijf daar ca. 5 seconden op drukken.
De juiste temperatuur Het is voor de houdbaarheid van de levensmiddelen zeer belangrijk dat de juiste temperatuur wordt ingesteld. Door micro-organismen bederven de levensmiddelen erg snel. De temperatuur beïnvloedt de snelheid waarmee de micro-organismen groeien. Hoe lager de temperatuur, des te langzamer de micro-organismen groeien en des te langer het duurt voordat de levensmiddelen bederven.
De juiste temperatuur Het instellen van de temperatuur De temperatuur in de koelzone kunt u instellen met behulp van de beide toetsen onder de temperatuuraanduiding. Bij een temperatuur van 4 °C in de koelzone wordt de temperatuur in het diepvriesvak gemiddeld -18°C. – Wanneer u op de linker toets drukt gaat de temperatuur omhoog en wordt het warmer.
De juiste temperatuur Temperatuuraanduiding De temperatuuraanduiding op het bedieningspaneel geeft bij normaal gebruik de gemiddelde temperatuur in de koelzone aan. Ligt de temperatuur buiten het bereik dat in de temperatuuraanduiding mogelijk is, dan knipperen er streepjes in de temperatuuraanduiding. De lichtsterkte van de temperatuuraanduiding ^ Druk zo vaak op de temperatuurtoetsen totdat in de temperatuuraanduiding ^ verschijnt. ^ Druk opnieuw op de Superkoeling toets.
De functie "Superkoeling" Het gebruik van de superkoeling Het uitschakelen van de superkoeling Met behulp van de functie "Superkoeling" daalt de temperatuur in de koelzone zeer snel zo laag mogelijk. Hoe laag hangt van de kamertemperatuur af. De superkoeling wordt automatisch na ca. 6 uur uitgeschakeld. Het gebruik van de superkoeling is vooral dan aan te raden, wanneer u grote hoeveelheden verse levensmiddelen of drank opslaat en snel wilt laten afkoelen.
Het inruimen, koelen en bewaren van levensmiddelen Gedeelten met verschillende temperaturen Door de natuurlijke luchtcirculatie ontstaan er in de koelzone gedeelten met verschillende temperaturen. Maak daar bij het inruimen van de levensmiddelen gebruik van. De koude, zware lucht zakt in het onderste gedeelte van het apparaat. Koelste gedeelte in de koelzone Het koelste gedeelte in de koelzone bevindt zich direct boven de groente- en fruitladen.
Het inruimen, koelen en bewaren van levensmiddelen Voor het apparaat ongeschikte levensmiddelen Levensmiddelen afdekken of niet? Niet alle levensmiddelen zijn geschikt om in de koelzone te worden bewaard. Hiertoe behoren: Bewaar levensmiddelen alleen afgedekt of verpakt. Zo voorkomt u dat er levensmiddelenluchtjes vrijkomen en op andere levensmiddelen worden overgedragen. Tevens voorkomt u dat de levensmiddelen uitdrogen en dat mogelijk aanwezige bacteriën zich verspreiden.
Het inruimen, koelen en bewaren van levensmiddelen – Voorbeelden van groenten en fruit die erg gevoelig reageren op gassen van andere groente- en fruitsoorten: Broccoli, bloemkool, spruitjes, kiwi's, mango's, honingmeloen, appels, abrikozen, komkommers, tomaten, peren, nectarines en perziken. Voorbeeld: Appels en broccoli kunnen niet samen in één lade worden opgeslagen, omdat appels veel natuurlijk gas afscheiden en broccoli op dit soort gas zeer gevoelig reageert.
Het indelen van de binnenruimte Plateaus De plateaus kunt u in hoogte verstellen zodat er producten van verschillende hoogte kunnen worden neergezet / neergelegd. ^ Til het plateau iets op. ^ Trek het iets naar voren. ^ Til het met de uitsparing over de plateauribben heen. ^ Verplaats het naar boven of naar beneden. De opstaande rand die aan de achterkant zit moet naar boven wijzen, zodat de levensmiddelen niet met de achterwand in aanraking kunnen komen en eraan vastvriezen.
Het indelen van de binnenruimte Deurvak, o.a. voor eieren / Deurvak voor flessen Wilt u deze vakken verplaatsen, doe dan het volgende. Universeel deurvak In het universele deurvak kunnen levensmiddelen worden bewaard en ook geserveerd. ^ Til het vak uit het roestvrijstalen frame. ^ Schuif het frame naar boven. ^ Plaats het frame op de gewenste plaats. Let erop dat het goed vast zit. ^ Zet het vak weer in het frame.
Het indelen van de binnenruimte Fleshouder (Afhankelijk van het model) De fleshouder kunt u naar rechts of links verschuiven. Daardoor staan de flessen steviger als u de deur van het apparaat opent en sluit. Wanneer u de fleshouder wilt schoonmaken adviseren wij u deze er helemaal uit te halen. ^ Schuif de rand aan de voorkant van de fleshouder naar boven en klik de fleshouder eruit.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Het gebruik van het diepvriesvak (afhankelijk van het model) Gebruik het diepvriesvak voor – het bewaren van diepvriesproducten; – het invriezen en bewaren van kleine hoeveelheden verse levensmiddelen; – het bereiden van ijsblokjes en ijs. Er kan maximaal 2 kg per 24 uur worden ingevroren.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Wat gebeurt er bij het invriezen Het invriezen en bewaren van van verse levensmiddelen? verse levensmiddelen Verse levensmiddelen moeten zo snel mogelijk tot in de kern worden ingevroren. Alleen zo blijven voedingswaarde, vitaminen, vorm en smaak behouden. Hoe langzamer de levensmiddelen invriezen, des meer vocht komt er uit iedere cel vrij. Dit vocht komt in de tussenruimten terecht. De cellen gaan krimpen.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen – Kruid en zout verse levensmiddelen en geblancheerde groente vóór het invriezen niet. Kruid en zout reeds bereide gerechten voor het invriezen slechts licht. Sommige kruiden veranderen de smaakintensiteit van de gerechten. – Laat warme gerechten en dranken eerst buiten de koelkast afkoelen. Doet u dat niet dan beginnen reeds ingevroren levensmiddelen te ontdooien en wordt er meer stroom verbruikt dan nodig is.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Het ontdooien van ingevroren producten Het bereiden van ijsblokjes Dat kunt u doen – in de magnetron; – in de oven bij het verwarmingssysteem "Hetelucht" of "Ontdooien"; – bij kamertemperatuur; – in de koelzone (de koude die daarbij vrijkomt kan voor het koelen van de levensmiddelen worden gebruikt); – in de stoomoven. ^ Vul het bakje voor ijsblokjes voor driekwart met water. ^ Zet het bakje op de bodem van het diepvriesvak.
Het ontdooien van de koelkast Het ontdooien van de koelzone Terwijl de koelkast in werking is, kunnen zich aan de achterwand van de koelzone rijp en waterpareltjes vormen. Deze hoeft u niet te verwijderen, want de koelzone wordt automatisch ontdooid. Het dooiwater loopt via het gootje voor het dooiwater en via de afvoeropening voor het dooiwater in het verdampingssysteem aan de achterkant van het apparaat. Let erop dat het dooiwater altijd ongehinderd weg kan lopen.
Het ontdooien van de koelkast Het ontdooien Handel het ontdooien zo snel mogelijk af. Hoe langer de ingevroren producten bij kamertemperatuur worden bewaard, des te korter ze houdbaar zijn. ^ Schakel het apparaat uit. ^ Trek de stekker uit het apparaat. ^ Laat de deur van het diepvriesvak open. Na het ontdooien ^ Neem het dooiwater met een spons op. ^ Reinig het apparaat en droog het. Er mag geen reinigingswater in de afvoeropening voor het dooiwater terechtkomen. ^ Steek de stekker in het stopcontact.
Het reinigen en onderhouden van de koelkast Vòòr het reinigen Gebruik nooit zand-, soda- , zuur- of schuurmiddelhoudende reinigingsmiddelen of chemische oplosmiddelen. Ongeschikt zijn ook zogenaamde "schuurmiddelvrije" schuurmiddelen, daar deze doffe plekken veroorzaken. Gebruik voor het onderhoud van de roestvrijstalen gedeelten een middel dat daar geschikt voor is. Dit is verkrijgbaar bij de afdeling Onderdelen van Miele Nederland B.V. Let erop dat er geen water in de elektronica terechtkomt.
Het reinigen en onderhouden van de koelkast ^ Reinig de binnenruimte en toebehoren nog een keer met helder water en droog alles met een doek. ^ Laat de deur van de koelkast en die van het diepvriesvak korte tijd openstaan. ^ Reinig de roestvrijstalen gedeelten met een middel dat daar geschikt voor is. ^ Wrijf de roestvrijstalen gedeelten daarna in met een middel dat geschikt is voor het onderhoud van roestvrij staal. Het is belangrijk dat dit iedere keer na de reiniging gebeurt.
Nuttige tips Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Gebeurt dit niet, dan kan de gebruiker grote risico’s lopen. Wat moet u doen, wanneer . . . . . . de koelkast het niet doet? ^ Controleer of: – het apparaat is ingeschakeld - de temperatuuraanduiding moet branden -; In dat geval staat het apparaat heel lang te ronken en daalt de temperatuur in de koelzone automatisch. Daarom is het beter om niet meer dan 2 kg levensmiddelen ineens in te vriezen. . . .
Nuttige tips . . . de ingevroren producten beginnen te ontdooien, doordat het in het diepvriesvak te warm is? ^ Controleer of de kamertemperatuur onder de klimaatklasse van het apparaat ligt. Is dat het geval, ^ verhoog dan de kamertemperatuur. Wanneer de kamertemperatuur te laag is, slaat de koelkast minder vaak aan. Dat kan tot gevolg hebben dat het in het vriesvak te warm wordt en dat de ingevroren producten beginnen te ontdooien. . . .
Nuttige tips . . . de binnenverlichting in de koelzone het niet meer doet? . . . de bodem van de koelzone nat is? ^ Controleer of de deur van de koelkast ca. 15 minuten heeft opengestaan. De afvoeropening voor het dooiwater is verstopt. De verlichting wordt in zo’n geval automatisch uitgeschakeld. ^ Reinig het gootje en de afvoeropening voor het dooiwater. Heeft de deur niet zo lang opengestaan en doet de temperatuuraanduiding het wel, dan is de verlichting kapot.
Geluiden en de oorzaken ervan Vaak voorkomende geluiden Waar komen deze geluiden vandaan? Brrrrr... Dit brommende geluid komt van de motor (compressor). Wanneer de motor aanslaat klinkt dit geluid nog iets sterker. Blubb, blubb.... Deze klotsende, gorgelende of snorrende geluiden komen van de koelvloeistof die door de leidingen stroomt. Klik.... Dit klikkende geluid is altijd te horen wanneer de thermostaat de motor in- of uitschakelt. Sssrrrrr....
Afdeling Klantcontacten / Garantie Neem bij storingen die u niet zelf kunt verhelpen contact op met – uw Miele-handelaar of – de afdeling Klantcontacten van Miele Nederland B.V. Telefoonnummer en adres van Miele Nederland B.V. vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing. Geef bij het inschakelen van de afdeling Klantcontacten altijd het type en het nummer van het apparaat door. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje in de binnenruimte van het apparaat.
Elektrische aansluiting Dit apparaat mag alleen door een erkend elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Dit apparaat is voorzien van een aansluitkabel en een stekker met randaarde, geschikt voor aansluiting op 50 Hz 220 - 240 V. Dit apparaat mag uitsluitend worden aangesloten op een contactdoos met randaarde. Met verlengsnoeren kan een veilig gebruik van het apparaat namelijk niet worden gewaarborgd in verband met het gevaar voor oververhitting.
Montage-instructies Luchttoevoer en luchtafvoer Een apparaat dat niet is ingebouwd kan kantelen! Plaats van opstelling Kies geen plaats direct naast een fornuis, een verwarming of in de buurt van een raam waar de zon direct door heen kan schijnen. Hoe hoger de omgevingstemperatuur is, des te langer het apparaat staat te ronken en des te hoger het stroomverbruik is. Geschikt is een droge ruimte waar kan worden geventileerd. Klimaatklasse Het apparaat is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse.
Montage-instructies Voordat u het apparaat inbouwt Had uw oude apparaat een andere scharniertechniek? ^ Haal de opvulstrip, de afdichtingsband en andere toebehoren uit het apparaat of van de achterwand van het apparaat. Wanneer uw oude apparaat een andere scharniertechniek had kunt u toch de meubeldeur gebruiken. Verwijder in dat geval het oude beslag van de inbouwkast. We hebben dit niet meer nodig daar de meubeldeur op de deur van het apparaat wordt gemonteerd.
Inbouwmaten Hoogte van de inbouwkast [mm] A K 9354 iF 42 1024 - 1040
Het instellen van de deurscharnieren De deurscharnieren zijn vanuit de fabriek zo ingesteld, dat de deur van het apparaat ver open kan. Wilt u dat de deur van het apparaat zacht open- en dichtveert, dan moet u de veerkracht van de deur vergroten. Zijn er echter redenen dat de deur niet zo ver open mag, dan kunnen de deurscharnieren worden aangepast en de deuropeningshoek worden verkleind. Stel de deurscharnieren met de bijgevoegde inbussleutel in.
Het veranderen van de draairichting van de deur Het apparaat wordt geleverd met een rechtsscharnierende deur. Moet de deur linksscharnierend zijn, verander dan de draairichting. Daarvoor hebt u nodig: Torxschroevendraaiers in verschillende maten, een sleufschroevendraaier en een steeksleutel. ^ Draai de bevestigingsschroeven d er helemaal uit en schroef ze er boven en onder aan de tegenovergestelde kant f losjes weer in.
Het veranderen van de draairichting van de deur ^ Schroef houder b eraf en verwijder deursluitingsdemper c. Het vastmaken van de deursluitingsdemper ^ Maak kogelpen d met behulp van de steeksleutel los en verwijder de pen. ^ Leg de deur opnieuw op een stabiele ondergrond met de buitenkant naar beneden. ^ Zet de deur van het apparaat zo neer dat u de scharnieren aan de voorkant kunt losmaken. De scharnieren blijven geopend. ^ Schroef de kogelpen d van de deursluitingsdemper c in het nieuwe gat.
Het veranderen van de draairichting van de deur Deur van het diepvriesvak ^ Klap afdekking a aan de lagersteun naar beneden. ^ Schuif de deur op de voorgemonteerde schroeven a en draai de schroeven stevig aan. ^ Schroef lagersteun b eraf en verwijder de deur van vriesvak c samen met de lagersteun. ^ Schroef sluiting d eraf. ^ Klik de afdekkingen a, b en c erop. ^ Plaats de stiften ter verkleining van de deuropeningshoek altijd van boven in de scharnieren.
Het inbouwen van het apparaat Inbouw in een scheidingswand Alle stappen bij de montage worden gedemonstreerd met een apparaat met een rechtsscharnierende deur. Hebt u een apparaat met een linksscharnierende deur, houd daar dan bij de montage rekening mee. Voor het inbouwen van het apparaat hebt u nodig: Wanneer het apparaat in een scheidingswand wordt ingebouwd, moet de achterkant van de inbouwkast op de plek worden afgedekt waar het apparaat moet komen.
Het inbouwen van het apparaat Voordat u het apparaat inbouwt ^ Open de deur van het apparaat. ^ Schuif opvulplaat a in de houder. De bultjes moeten daarbij naar beneden wijzen. ^ Klik de opvulplaat met de bultjes in de sleutelgaten. ^ Zorg ervoor dat de aansluitkabel zo komt te liggen dat het apparaat makkelijk kan worden aangesloten nadat het is ingebouwd. ^ Schuif het apparaat voor tweederde in de inbouwkast. Let er daarbij op dat de aansluitkabel niet ergens tussen beklemd raakt.
Het inbouwen van het apparaat Het inbouwen van het apparaat ^ Plaats afdekking g op bevestigingshaak h. ^ Maak bevestigingshaak h met de schroeven i (M5 x 15) aan de onderkant van het apparaat vast. ^ Trek de beschermfolie van afdichtingsband j af. ^ Plak de afdichtingsband parallel aan de voorkant en wel aan die kant waar de deur wordt geopend. Houd de afdichtingsband daarbij tegen de onderkant van de bovenste afdekking d en knip de band 2 3 mm boven de onderste bevestigingshaak h af.
Het inbouwen van het apparaat Zo wordt over de hele breedte tussen het apparaat en de voorkant van de zijwanden van de kast een afstand aangehouden van 42 mm. Het vastmaken van het apparaat in de inbouwkast Bij meubels met deurelementen zoals deurbeslagen, deurstuiters en stootblokjes moet rekening worden gehouden met de afmetingen van deze elementen, zodat ook hier over de hele voorkant een afstand van 42 mm wordt aangehouden.
Het inbouwen van het apparaat ^ Breek het uitstekende gedeelte van de onderste afdekking e af. Dit hebt u niet meer nodig. ^ Plaats afdekking g op de onderste bevestigingshaak c. ^ Sluit de deur van het apparaat. Het monteren van de meubeldeur ^ Draai de schroeven b die aan de bevestigingshaken c aan de bovenen onderkant zitten een beetje los. ^ Schuif de bevestigingshaken c tot aan de meubelwand en draai de schroeven b weer vast. ^ Maak de bevestigingshaken c met de schroeven d aan de meubelwand vast.
Het inbouwen van het apparaat ^ Teken met een potlood een middellijn op de binnenkant van de meubeldeur. ^ Hang bevestigingstraverse d met de montagehulpstukken op de binnenkant van de meubeldeur. Stel de bevestigingstraverse precies in het midden. ^ Maak de bevestigingstraverse met minstens 6 korte spaanplaatschroeven e (4 x 14 mm) vast. Gebruik bij cassettedeuren slechts 4 schroeven aan de rand. ^ Trek de montagehulpstukken naar boven en trek ze eruit f.
Het inbouwen van het apparaat Het vastschroeven van de deur van het apparaat aan de meubeldeur ^ Schroef bevestigingshaak a met de zeskantige schroef b op de voorgeboorde gaten in de deur van het apparaat. ^ Let erop dat de beide metalen randen c (symbool II) evenwijdig lopen. ^ Boor de bevestigingspunten d vòòr en draai er de schroeven e (4 x 14 mm) in.
Het inbouwen van het apparaat ^ Zet de afdekplaatjes erop. U kunt er zeker van zijn dat het apparaat goed is ingebouwd, als: – de deur van het apparaat goed sluit; – de deur van het apparaat niet tegen de kast aan komt; – de dichting in de hoek aan de bovenkant waar het handvat zit stevig zit. Controle ^ Leg een zaklamp in het apparaat en doe de deur van het apparaat dicht. ^ Doe het licht in het vertrek uit. ^ Controleer of het licht in het apparaat aan de zijkanten naar buiten dringt.
Wijzigingen voorbehouden / 0709 K 9354 iF M.-Nr.