Gebruiks- en montage-aanwijzing voor de koelkasten K 9222 i (-1) K 9224 iF (-1) K 9422 i (-1) K 9424 iF (-1) Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat. nl - NL M.-Nr.
Inhoud Beschrijving van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Na te bestellen accessoire . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Flesplateau . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . .
Inhoud Het invriezen en bewaren van verse levensmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Waar u daarbij op moet letten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Het verpakken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Vóórdat u de verse levensmiddelen in het diepvriesvak legt. . . . . . . . . . . . . . 24 Het inruimen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Beschrijving van het apparaat a Temperatuuraanduiding koelzone b Superkoeling - toets en controlelampje 4 c Aan/Uit - schakelaar en temperatuurregelaar
Beschrijving van het apparaat a Diepvriesvak* e Boter- en kaasvak b Plateaus f Deurvak voor eieren c Gootje voor het dooiwater en afvoeropening voor het dooiwater g Deurvakken d Groente- en fruitladen h Binnenverlichting i Deurvak voor flessen * Afhankelijk van het model 5
Beschrijving van het apparaat Na te bestellen accessoire Flesplateau (afhankelijk van het model) Dit plateau is verkrijgbaar bij de afdeling Onderdelen van Miele Nederland B.V. of bij de vakhandel.
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van het apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Deze koelkast voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen. Door ondeskundig gebruik kunnen personen echter letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan. Lees deze gebruiksaanwijzing daarom eerst aandachtig door voordat u dit apparaat voor het eerst gebruikt. Hierin vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de inbouw, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud van het apparaat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Technische veiligheid ~ Controleer vóórdat het apparaat wordt ingebouwd, of het zichtbaar beschadigd is. Een beschadigde koelkast mag niet in gebruik worden genomen. ~ Deze koelkast bevat het koelmiddel isobutaan (R600a). Dit is een natuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ De elektrische veiligheid van de koelkast is uitsluitend gegarandeerd als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende veiligheidsbepalingen is geïnstalleerd. Laat de huisinstallatie bij twijfel door een erkend vakman / vakvrouw inspecteren. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door een ontbrekende of beschadigde aarddraad (bijv. een elektrische schok).
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Veilig gebruik ~ Bewaar geen stoffen in de koelkast die drijfgassen of andere verstuivingsmiddelen bevatten. Wanneer de thermostaat wordt ingeschakeld kunnen vonken ontstaan. Deze kunnen licht ontvlambare producten tot explosie brengen. ~ Gebruik geen elektrische apparaten in deze koelkast, bijv. voor het maken van softijs. Doet u dat wel, kunnen er vonken ontstaan en bestaat er gevaar voor een explosie.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Gebruik voor het reinigen en ontdooien van de koelkast nooit een stoomreiniger. Stoom kan in aanraking komen met delen die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken. ~ Raak ingevroren levensmiddelen niet met natte handen aan. Doet u dat wel, dan zouden uw handen vast kunnen vriezen en zou u zich kunnen verwonden. ~ Nuttig ijsblokjes en ijslolly's, vooral waterijsjes, nooit meteen nadat u ze uit het vriesvak heeft gehaald.
Het besparen van energie Normaal energieverbruik Plaats van het apparaat In geventileerde ruimtes Blootgesteld aan zonnestralen Te hoog energieverbruik In gesloten, niet geventileerde ruimtes Niet blootgesteld aan zonnestralen Niet naast een warmtebron (verwar- Naast een warmtebron (verwarming, ming, fornuis) fornuis) Bij een kamertemperatuur van ca.
Het in- en uitschakelen van de koelkast Voor het eerste gebruik Laat het apparaat na transport ca. ½ tot 1 uur staan, voordat u het aansluit. Dat is zeer belangrijk voor een goede werking van de koelkast. Beschermende folie De roestvrijstalen lijsten aan de plateaus en de deurvakken zijn voorzien van een folie die dient ter bescherming van het apparaat tijdens het transport. ^ Trek de folie van de roestvrijstalen lijsten af. Reiniging ^ Reinig de binnenkant van het apparaat en de toebehoren.
Het in- en uitschakelen van de koelkast Bij langere afwezigheid Wanneer u de koelkast langere tijd niet meer gebruikt, doe dan het volgende. ^ Schakel het apparaat uit. ^ Trek de stekker uit het stopcontact of schakel de hoofdschakelaar uit. ^ Ontdooi het diepvriesvak, indien aanwezig. ^ Reinig het apparaat. ^ Laat de deur van het apparaat iets openstaan om te voorkomen dat er luchtjes ontstaan.
De juiste temperatuur Het is voor de houdbaarheid van de levensmiddelen zeer belangrijk dat de juiste temperatuur wordt ingesteld. Door micro-organismen bederven de levensmiddelen erg snel. De temperatuur beïnvloedt de snelheid waarmee de micro-organismen groeien. Hoe lager de temperatuur, des te langer het duurt voordat de levensmiddelen bederven. Wanneer u voor het bewaren van levensmiddelen de juiste temperatuur instelt kunt u daarmee bederf voorkomen of vertragen.
De juiste temperatuur Het instellen van de temperatuur De temperatuur voor de koelzone kunt u instellen met behulp van de temperatuurregelaar. Hoe hoger resp. lager de temperatuur in de koelzone is, des te hoger resp. lager is de temperatuur in het diepvriesvak. Temperatuuraanduiding De temperatuuraanduiding op het bedieningspaneel geeft altijd de gewenste temperatuur aan. Wanneer u bijv.
De functie "Superkoeling" Het gebruik van de superkoeling Het uitschakelen van de superkoeling Met behulp van de functie "Superkoeling" daalt de temperatuur in de koelzone zeer snel zo laag mogelijk. Hoe laag hangt van de kamertemperatuur af. De superkoeling wordt automatisch na ca. 6 - 12 uur uitgeschakeld. Het gebruik van de superkoeling is vooral dan aan te raden, wanneer u grote hoeveelheden verse levensmiddelen of drank opslaat en snel wilt laten afkoelen.
Het opslaan in de koelzone Gedeelten met verschillende temperaturen Door de natuurlijke luchtcirculatie ontstaan er in de koelzone gedeelten met verschillende temperaturen. Zo zakt de koude, zware lucht in het onderste gedeelte van het apparaat. Maak bij het inruimen van de levensmiddelen gebruik van deze verschillende temperaturen. Koelste gedeelte in de koelzone Het koelste gedeelte in de koelzone bevindt zich direct boven de groente- en fruitladen.
Het opslaan in de koelzone Niet geschikt voor de koelkast Afdekken of niet? Koudegevoelige levensmiddelen zijn niet geschikt om bij temperaturen onder de 5 °C te worden bewaard. Citrusvruchten krijgen een harde schil, sinaasappels verliezen daarbij ook nog hun aroma, evenals tomaten; aubergines worden bitter en aardappels zoet. Bewaar levensmiddelen in de koelzone alleen afgedekt of verpakt. Zo voorkomt u dat er levensmiddelenluchtjes vrijkomen en op andere levensmiddelen worden overgedragen.
Het opslaan in de koelzone – Voorbeelden van groenten en fruit die erg gevoelig reageren op gassen van andere groente- en fruitsoorten: Broccoli, bloemkool, spruitjes, komkommers, tomaten, appels, peren, honingmeloenen, abrikozen, nectarines, perziken, kiwi's en mango's Voorbeeld: Appels en broccoli kunnen niet samen in één lade worden opgeslagen, omdat appels veel natuurlijk gas afscheiden en broccoli op dit soort gas zeer gevoelig reageert. Broccoli is daardoor veel minder lang houdbaar.
Het indelen van de binnenruimte Plateaus De plateaus kunt u in hoogte verstellen zodat er producten van verschillende hoogte kunnen worden neergezet / neergelegd. ^ Haal de beide gedeelten uit het apparaat. ^ Til het plateau iets op. ^ Trek het iets naar voren. ^ Til het met de uitsparing over de plateauribben heen. ^ Verplaats het naar boven of naar beneden.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Het gebruik van het diepvriesvak Beschikt uw koelkast over een vriesvak, gebruik het dan voor – het bewaren van diepvriesproducten; Vries geheel of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen niet opnieuw in. Pas nadat u deze levensmiddelen hebt gekookt of gebraden kunt u ze opnieuw invriezen. – het invriezen en bewaren van kleine hoeveelheden verse levensmiddelen; – het bereiden van ijsblokjes en ijs. Er kan maximaal 2 kg per 24 uur worden ingevroren.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Wat gebeurt er bij het invriezen Het invriezen en bewaren van van verse levensmiddelen? verse levensmiddelen Verse levensmiddelen moeten zo snel mogelijk tot in de kern worden ingevroren. Alleen zo blijven voedingswaarde, vitaminen, vorm en smaak behouden. Hoe langzamer de levensmiddelen invriezen, des meer vocht komt er uit iedere cel vrij. Dit vocht komt in de tussenruimten terecht. De cellen gaan krimpen.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen – Kruid en zout verse levensmiddelen en geblancheerde groente vóór het invriezen niet. Kruid en zout reeds bereide gerechten voor het invriezen slechts licht. Sommige kruiden veranderen de smaakintensiteit van de gerechten. – Laat warme gerechten en dranken eerst buiten de koelkast afkoelen. Doet u dat niet dan beginnen reeds ingevroren levensmiddelen te ontdooien en wordt er meer stroom verbruikt dan nodig is.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Het ontdooien van ingevroren producten Het bereiden van ijsblokjes Dat kunt u doen – in de magnetron; – in de oven bij het verwarmingssysteem "Hetelucht" of "Ontdooien"; – bij kamertemperatuur; – in de koelzone (de koude die daarbij vrijkomt kan voor het koelen van de levensmiddelen worden gebruikt); – in de stoomoven. Platte stukken vlees en vis kunnen gedeeltelijk ontdooid in een hete braadpan worden gelegd.
Het ontdooien van de koelkast Het ontdooien van de koelzone Terwijl de koelkast in werking is, kunnen zich aan de achterwand van de koelzone rijp en waterpareltjes vormen. Deze hoeft u niet te verwijderen, want de koelzone wordt automatisch ontdooid. Het ontdooien van het diepvriesvak (Afhankelijk van het model) Het diepvriesvak ontdooit niet automatisch, daar de ingevroren levensmiddelen niet mogen ontdooien.
Het ontdooien van de koelkast Het ontdooien Handel het ontdooien zo snel mogelijk af. Hoe langer de ingevroren producten bij kamertemperatuur worden bewaard, des te korter ze houdbaar zijn. ^ Schakel het apparaat uit. ^ Trek de stekker uit het apparaat of schakel de hoofdschakelaar uit. ^ Laat de deur van het diepvriesvak open. U kunt het ontdooien versnellen door een pannetje op een onderzetter met heet (niet kokend) water in het diepvriesvak te zetten.
Het reinigen van het apparaat Let erop dat er geen water in de temperatuurregelaar en in de verlichting terechtkomt. Zorg ervoor dat er geen reinigingswater door de afvoeropening voor het dooiwater loopt. Gebruik geen stoomreiniger. Stoom kan in aanraking komen met delen van het apparaat die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken. Het typeplaatje in de binnenruimte van het apparaat mag niet worden verwijderd. De gegevens zijn nodig in het geval er een storing optreedt.
Het reinigen van het apparaat Het reinigen van de binnenruimte en de toebehoren ^ Reinig het apparaat minstens één keer in de maand. ^ Gebruik lauwwarm water met wat reinigingsmiddel. De volgende onderdelen mogen in de afwasautomaat worden gereinigd: – het botervlootje, de eierhouders en het ijsblokjesbakje (voor zover bij dit model horend); – de deurvakken; ^ Laat de deur van het apparaat en het deurtje van het diepvriesvak korte tijd openstaan.
Nuttige tips Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Gebeurt dit niet, dan kan de gebruiker grote risico’s lopen. Een aantal storingen kunt u echter zelf verhelpen. Wat moet u doen, wanneer . . . . . . de koelkast het niet doet? ^ Controleer of: – de temperatuurregelaar op een andere stand staat dan op "0"; – de stekker stevig in het stopcontact zit; – de hoofdschakelaar van de elektrische huisinstallatie is ingeschakeld.
Nuttige tips . . . de ingevroren producten beginnen te ontdooien, doordat het in het diepvriesvak te warm is? ^ Controleer of de kamertemperatuur onder de klimaatklasse van het apparaat ligt. Is dat het geval, ^ verhoog dan de kamertemperatuur. Wanneer de kamertemperatuur te laag is, slaat de koelkast minder vaak aan. Dat kan tot gevolg hebben dat het in het vriesvak te warm wordt. . . . de binnenverlichting in de koelzone het niet meer doet? ^ Controleer of de deur van de koelkast ca.
Nuttige tips Kunt u een storing ook met bovengenoemde tips niet verhelpen, neem dan contact op met de afdeling Klantcontacten van Miele Nederland. ^ Draai het nieuwe gloeilampje erin. Let er daarbij op dat de borgschijf a goed zit. ^ Zet de lampafdekking er aan de achterkant weer in en klik de afdekking aan de zijkanten vast. Open als het mogelijk is de deur van de koelkast en het deurtje van het diepvriesvak niet vóórdat de storing is verholpen. Op deze manier houdt u het koudeverlies zo gering mogelijk.
Geluiden en de oorzaken ervan Vaak voorkomende geluiden Waar komen deze geluiden vandaan? Brrrrr... Dit brommende geluid komt van de motor (compressor). Wanneer de motor aanslaat klinkt dit geluid nog iets sterker. Blub, blub.... Deze klotsende, gorgelende of snorrende geluiden komen van de koelvloeistof die door de leidingen stroomt. Klik.... Dit klikkende geluid is altijd te horen wanneer de thermostaat de motor in- of uitschakelt. Sssrrrrr....
Afdeling Klantcontacten / Garantie Neem bij storingen die u niet zelf kunt verhelpen contact op met – uw Miele-handelaar of – de afdeling Klantcontacten van Miele Nederland B.V. Telefoonnummer en adres van Miele Nederland B.V. vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing. Geef bij het inschakelen van de afdeling Klantcontacten altijd het type en het nummer van het apparaat door. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje in de binnenruimte van het apparaat.
Elektrische aansluiting Dit apparaat mag alleen door een erkend elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Dit apparaat is voorzien van een aansluitkabel en een stekker met randaarde, geschikt voor aansluiting op 50 Hz 220 - 240 V. Dit apparaat mag uitsluitend worden aangesloten op een contactdoos met randaarde. Het is het beste wanneer de contactdoos zich naast het apparaat bevindt en u er gemakkelijk bij kunt.
Montage-instructies Luchttoevoer en luchtafvoer Een apparaat dat niet is ingebouwd kan kantelen! Plaats van opstelling Kies geen plaats direct naast een fornuis, een verwarming of in de buurt van een raam waar de zon direct door heen kan schijnen. Hoe hoger de omgevingstemperatuur is, des te langer het apparaat staat te ronken en des te hoger het stroomverbruik is. Geschikt is een droge ruimte waar kan worden geventileerd. Klimaatklasse Het apparaat is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse.
Montage-instructies Voordat u het apparaat inbouwt ^ Haal de opvulstrip, de afdichtingsband en andere toebehoren uit het apparaat of van de achterwand van het apparaat. ^ Verwijder in geen geval de afstandhouder van de achterwand van het apparaat. Deze zorgt voor de noodzakelijke afstand tussen de achterwand van het apparaat en de muur. ^ Verwijder de kabelhouder van de achterwand van het apparaat. ^ Controleer of de onderdelen aan de achterwand van het apparaat nergens tegenaan kunnen komen.
Inbouwmaten Hoogte van de inbouwkast [mm] A K 9222 i (-1), K 9224 iF (-1) 874 - 890 K 9422 i (-1), K 9424 iF (-1) 1220 - 1236 39
Het instellen van de deurscharnieren De deurscharnieren zijn vanuit de fabriek zo ingesteld, dat de deur van het apparaat ver open kan. Zijn er echter redenen dat de deur niet zo ver open mag, dan kunnen de deurscharnieren worden aangepast en de deuropeningshoek worden verkleind. Wanneer de deur van het apparaat bij voorbeeld tegen een aangrenzende muur slaat wanneer hij opengaat, moet de deuropeningshoek tot 90° worden verkleind. ^ Plaats de bijgevoegde stiften van boven in de scharnieren.
Het veranderen van de draairichting van de deur De koelkast wordt geleverd met een rechtsscharnierende deur. Moet de deur linksscharnierend zijn, verander dan de draairichting van de deur. Voor het veranderen van de draairichting van de deur hebt u verschillende maten Torx-schroevendraaiers, als ook een sleufschroevendraaier nodig. ^ Draai de bevestigingsschroeven d er helemaal uit en schroef ze er boven en onder aan de tegenovergestelde kant losjes weer in f.
Het veranderen van de draairichting van de deur Deur van het diepvriesvak ^ Klap afdekking a aan de lagersteun naar beneden. ^ Gebruik voor het vastschroeven van de scharnieren een accu-schroevendraaier. De schroeven a zijn zelfsnijdend. ^ Schroef lagersteun b eraf en verwijder de deur van vriesvak c samen met de lagersteun. ^ Schroef sluiting d eraf. ^ Schuif de deur op de voorgemonteerde schroeven en draai de schroeven stevig aan. ^ Klik de afdekkingen a, b en c erop.
Het inbouwen van het apparaat Inbouw in een scheidingswand Alle stappen bij de montage worden gedemonstreerd met een apparaat met een rechtsscharnierende deur. Hebt u een apparaat met een linksscharnierende deur, houd daar dan bij de montage rekening mee. Voor het inbouwen van het apparaat hebt u nodig: Wanneer het apparaat in een scheidingswand wordt ingebouwd, moet de achterkant van de inbouwkast op de plek worden afgedekt waar het apparaat moet komen.
Het inbouwen van het apparaat Voordat u het apparaat inbouwt ^ Open de deur van het apparaat. ^ Schuif opvulplaat a in de houder. De bultjes moeten daarbij naar beneden wijzen. ^ Klik de opvulplaat met de bultjes in de sleutelgaten. ^ Zorg ervoor dat de aansluitkabel zo komt te liggen dat het apparaat makkelijk kan worden aangesloten nadat het is ingebouwd. ^ Schuif het apparaat voor tweederde in de inbouwkast. Let er daarbij op dat de aansluitkabel niet ergens tussen beklemd raakt.
Het inbouwen van het apparaat Het inbouwen van het apparaat ^ Plaats afdekking g op bevestigingshaak h. ^ Maak bevestigingshaak h met de schroeven i (M5 x 15) aan de onderkant van het apparaat vast. ^ Trek de beschermfolie van afdichtingsband j af. ^ Plak de afdichtingsband parallel aan de voorkant en wel aan die kant waar de deur wordt geopend. Houd de afdichtingsband daarbij tegen de onderkant van de bovenste afdekking d en knip de band 2 - 3 mm boven de onderste bevestigingshaak h af.
Het inbouwen van het apparaat Zo wordt over de hele breedte tussen het apparaat en de voorkant van de zijwanden van de kast een afstand aangehouden van 42 mm. Het vastmaken van het apparaat in de inbouwkast Bij meubels met deurelementen zoals deurbeslagen, deurstuiters en stootblokjes moet rekening worden gehouden met de afmetingen van deze elementen, zodat ook hier over de hele voorkant een afstand van 42 mm wordt aangehouden.
Het inbouwen van het apparaat ^ Breek het uitstekende gedeelte van de onderste afdekking e af. Dit hebt u niet meer nodig. ^ Plaats afdekking g op de onderste bevestigingshaak c. ^ Sluit de deur van het apparaat. Het monteren van de meubeldeur ^ Draai de schroeven b die aan de bevestigingshaken c aan de bovenen onderkant zitten een beetje los. ^ Schuif de bevestigingshaken c tot aan de meubelwand en draai de schroeven b weer vast. ^ Maak de bevestigingshaken c met de schroeven d aan de meubelwand vast.
Het inbouwen van het apparaat ^ Teken met een potlood een middellijn op de binnenkant van de meubeldeur. ^ Hang bevestigingstraverse d met de montagehulpstukken op de binnenkant van de meubeldeur. Stel de bevestigingstraverse precies in het midden. ^ Maak de bevestigingstraverse met minstens 6 korte spaanplaatschroeven e (4 x 14 mm) vast. Gebruik bij cassettedeuren slechts 4 schroeven aan de rand. ^ Trek de montagehulpstukken naar boven en trek ze eruit f.
Het inbouwen van het apparaat Het vastschroeven van de deur van het apparaat aan de meubeldeur ^ Schroef bevestigingshaak a met de zeskantige schroef b op de voorgeboorde gaten in de deur van het apparaat. ^ Let erop dat de beide metalen randen c (symbool II) evenwijdig lopen. ^ Boor de bevestigingspunten d vòòr en draai er de schroeven e (4 x 14 mm) in.
Het inbouwen van het apparaat ^ Zet de afdekplaatjes erop. U kunt er zeker van zijn dat het apparaat goed is ingebouwd, als: – de deur van het apparaat goed sluit; – de deur van het apparaat niet tegen de kast aan komt; – de dichting in de hoek aan de bovenkant waar het handvat zit stevig zit. Controle ^ Leg een zaklamp in het apparaat en doe de deur van het apparaat dicht. ^ Doe het licht in het vertrek uit. ^ Controleer of het licht in het apparaat aan de zijkanten naar buiten dringt.
Wijzigingen voorbehouden / 0111 K 9222 i, K 9224 iF, K 9422 i, K 9424 iF M.-Nr.