Montage- en gebruiksaanwijzing Koelkast met PerfectFresh-zone en DynaCool K 9457 iD K 9557 iD K 9757 iD Lees in elk geval de gebruiksaanwijzing voor u het toestel opstelt, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw toestel. nl - BE M.-Nr.
Inhoud Beschrijving van het toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Opmerkingen omtrent uw veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Hoe kunt u energie besparen? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Toestel in- en uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud De binnenruimte indelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 De legplaten verplaatsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Tweedelige legplaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Opdienset/flessenrek verplaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Universele box . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Beschrijving van het toestel a Controlelampje van de vergrendeling b Toets aan/uit c Temperatuurindicator koelzone d Insteltoetsen temperatuur (+ voor warmer; - voor kouder) e Superkoeling-toets en controlelampje f Toets "alarm uit" 4
Beschrijving van het toestel a Ventilator f Boter- en kaasvak b Flessenrek g Eierhouder / opdienschaal c Legplaat h Binnenverlichting d Droog vak van de PerfectFresh-zone i Universele box* e Vochtig vak van de PerfectFresh-zone (volgens het model, 1 vak) j Gootje en afvoeropening voor het dooiwater k Flessenrek l Flessenhouder* m Schuifknop om de luchtvochtigheid in het vochtig vak in te stellen ( volgens het model, 1 vak) * volgens het model 5
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu Recycleerbare verpakking Berging van uw oud toestel De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal gekozen dat door het milieu wordt verdragen en opnieuw kan worden benut. Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid Juist gebruik Dit toestel voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoorschriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel. Voor u het toestel in gebruik neemt, moet u de gebruiksaanwijzing aandachtig lezen. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent uw veiligheid, de installatie, het gebruik en het onderhoud van uw toestel. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid Technische veiligheid ~ Hoe meer koelmiddel er in een toe- ~ Vóórdat u de koelkast opstelt, con- stel zit, hoe groter de ruimte moet zijn waarin het toestel wordt opgesteld. Bij een eventueel lek kan er in een te kleine ruimte een brandbaar mengsel van gas en lucht ontstaan. Per 8 g koelmiddel moet het vertrek minstens 1 m3 groot zijn. De hoeveelheid koelmiddel is aangegeven op het typeplaatje in het toestel. troleert u het toestel op zichtbare schade.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ~ Een veilige werking van het toestel is alleen dan gewaarborgd als het toestel overeenkomstig de gebruiksaanwijzing gemonteerd en aangesloten werd. ~ Als u dit toestel niet op een vaste plaats installeert, bijv. op een schip, laat dit karwei dan enkel uitvoeren door vakmensen. Die moeten ervoor zorgen dat u het toestel veilig kunt gebruiken. ~ Installatiewerken, onderhoudswerken en reparaties mogen alleen door gekwalificeerde vakmensen worden uitgevoerd.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ~ Gebruik geen ontdooisprays of andere producten om te ontdooien. Die kunnen immers explosieve gassen vormen, bevatten mogelijk oplos- of drijfmiddelen die de kunststof aantasten of zijn mogelijk schadelijk voor de gezondheid. ~ Gebruik in geen geval een stoomrei- ~ Behandel de deurdichting niet met Wat met een afgedankte koelkast? olie of vet. Daardoor wordt de deurdichting na verloop van tijd poreus.
Hoe kunt u energie besparen? Opstellen normaal energieverbruik verhoogd energieverbruik In een verluchtbare ruimte. In een gesloten, niet te verluchten ruimte Beschermd tegen directe zonnestraling. Bij directe zonnestraling. Niet naast een warmtebron (verwarmingselement, fornuis). Naast een warmtebron (verwarmingselement, fornuis). Bij een ideale kamertemperatuur van Bij een hogere omgevingstempera20 °C. tuur.
Toestel in- en uitschakelen Vóór het eerste gebruik Als beveiliging tijdens het transport zijn de roestvrijstalen randen en oppervlakken voorzien van een beschermfolie. ^ Trek de beschermfolie pas weg na het inbouwen. ^ Wrijf de roestvrijstalen oppervlakken onmiddellijk na het afnemen van de beschermfolie in met een geschikt onderhoudsmiddel voor roestvrij staal. kele uren te laten voorkoelen voordat u voor het eerst levensmiddelen in het toestel plaatst.
Toestel in- en uitschakelen ^ Druk op de Superkoeling-toets om de instelling op te slaan. Als de vergrendeling ingeschakeld is, brandt het vergrendelingcontrolelampje X. ^ Beëindig de instelmodus door op de toets aan/uit te drukken. Na ca. 2 minuten schakelt de elektronische besturing op de normale werking over.
De juiste temperatuur De juiste temperatuurinstelling is zeer belangrijk voor het bewaren van levensmiddelen. Levensmiddelen bederven snel ten gevolge van micro-organismen, wat door de juiste bewaartemperatuur kan worden verhinderd of vertraagd. De temperatuur beïnvloedt de groeisnelheid van de micro-organismen. Hoe lager de temperatuur, hoe langzamer dit proces verloopt.
De juiste temperatuur Ongeveer 5 seconden nadat u de laatste keer op de toets heeft gedrukt, geeft de temperatuurindicator automatisch de gemiddelde effectieve temperatuur aan die dan in de koelzone heerst. Als u de temperatuur heeft gewijzigd, controleert u de temperatuurindicator na ca. 6 uur als er weinig voedsel in het toestel zit en na ca. 24 uur als het toestel volledig gevuld is. Pas dan is de effectieve temperatuur ingesteld.
De juiste temperatuur ^ Beëindig de instelmodus door op de toets aan/uit te drukken. Na ca. 2 minuten schakelt de elektronische besturing op de normale werking over. ^ Druk enkele keren op een van de insteltoetsen voor de temperatuur, tot op de indicator een ^ wordt weergegeven. ^ Druk nogmaals op de Superkoeling-toets. Temperatuurindicator Op de indicator ziet u een ^. De temperatuurindicator in het bedieningspaneel toont bij een normale werking de gemiddelde temperatuur in de koelzone.
Waarschuwingssignaal Het systeem is met een waarschuwingssysteem uitgerust om energieverliezen bij een openstaande deur te vermijden en om de ingevroren levensmiddelen tegen warmte te beschermen. Waarschuwingssignaal vroegtijdig uitschakelen Het waarschuwingssignaal weerklinkt altijd als de toesteldeur langer dan ong. 60 seconden open staat. Zodra de toesteldeur wordt gesloten, schakelt het waarschuwingssignaal uit. ^ Druk op de uitschakeltoets voor het waarschuwingssignaal.
Superkoel gebruiken De functie Superkoel Superkoel uitschakelen Met de functie Superkoel wordt de koelzone zeer snel op de koudste waarde afgekoeld (afhankelijk van de kamertemperatuur). De functie Superkoel schakelt zich automatisch na ca. 6 uur uit. Het controlelampje gaat uit en het toestel werkt weer met het normale koelvermogen. Superkoel inschakelen De functie Superkoel is met name aan te bevelen als u grote hoeveelheden verse levensmiddelen of dranken snel wenst af te koelen.
De koelzone goed gebruiken Verschillende koelgedeelten Door de natuurlijke luchtcirculatie is de temperatuur in de koelzone niet overal gelijk. De koude, zware lucht daalt naar het onderste gedeelte van het toestel. Gebruik de verschillende koelgedeelten wanneer u levensmiddelen in het toestel plaatst! Dit is een toestel met een automatische dynamische koeling waarbij er in het toestel een gelijkmatige temperatuur heerst wanneer de ventilator draait.
De koelzone goed gebruiken Levensmiddelen juist bewaren Plaats de levensmiddelen niet te dicht tegen elkaar zodat er gemakkelijk lucht tussen kan circuleren. Dek de ventilator op de achterwand niet af - die is belangrijk voor het koelvermogen! Levensmiddelen die zeker niet gekoeld mogen worden Niet alle levensmiddelen kunnen in de koelkast bewaard worden.
PerfectFresh juist gebruiken De ideale bewaaromstandigheden verschillen van levensmiddel tot levensmiddel. De bedoeling is om de levensmiddelen zolang mogelijk vers te houden en de smaak en vitamines zo goed mogelijk te bewaren. Van groot belang daarbij zijn de bewaartemperatuur en de luchtvochtigheid. Welke voordelen biedt de PerfectFresh-zone u? Het bijzondere aan de PerfectFresh-zone is de juiste verhouding tussen temperatuur en vochtigheid.
PerfectFresh juist gebruiken Bewaar die levensmiddelen alleen afgedekt of verpakt. Uitzondering: vlees (De uitdroging van het vleesoppervlak remt de kiemvorming af en zorgt daardoor voor een betere houdbaarheid. Verschillende vleessoorten mogen niet rechtstreeks met elkaar in contact komen, maar moeten altijd door een verpakking worden gescheiden. Daardoor wordt vroegtijdige bederving door kiemoverdracht vermeden.
PerfectFresh juist gebruiken Voorbeelden van fruit en groenten die veel gas vrijgeven: appelen, abrikozen, peren, nectarines, perziken, pruimen, avocado’s, vijgen, bosbessen, meloenen, bonen. Voorbeelden van fruit en groenten die zeer gevoelig reageren op het natuurlijke gas van andere soorten fruit en groenten: kiwi’s, broccoli, bloemkool, spruiten, mango’s, honingmeloenen, appelen, abrikozen, augurken, tomaten, peren, nectarines, perziken.
De binnenruimte indelen De legplaten verplaatsen U kunt de legplaten in overeenstemming met de hoogte van de te koelen levensmiddelen verplaatsen: Om de tweedelige legplaats te verplaatsen, ^ neemt u de twee halve glazen platen uit het toestel, ^ Til de legplaat eventjes op en trek ze iets naar voren. Schuif ze met de uitsparing over de steunribben en verplaats ze naar boven of naar onderen.
De binnenruimte indelen Schuifladen van de PerfectFresh-zone Opdienset/flessenrek verplaatsen De schuifladen van de PerfectFresh-zone zijn op telescopische rails gemonteerd en kunnen helemaal uit het toestel getrokken worden om ze te vullen of leeg te maken en om ze te reinigen. ^ Neem de hangschalen langs boven uit het roestvrijstalen frame. ^ Trek de schuifladen tot de aanslag uit het toestel en neem ze langs boven weg. Schuif de telescopische rails vervolgens weer naar binnen.
De binnenruimte indelen Universele box De flessenhouder verschuiven (volgens het model) (afhankelijk van het model) In de universele box kunnen levensmiddelen bewaard en ook opgediend worden. U kunt de flessenhouder naar rechts of naar links verschuiven. Daardoor zitten de flessen goed vast als de deur wordt geopend en gesloten. De flessenhouder kan helemaal weggenomen worden (bijv. om hem te reinigen): ^ Schuif daarvoor de voorste rand van de flessenhouder omhoog en klik hem uit het toestel.
Automatisch ontdooien Koelzone en PerfectFresh-zone De koel- en PerfectFresh-zone ontdooien automatisch. Terwijl de compressor draait, kunnen er rijm en waterpareltjes op de achterzijde van de koel- en PerfectFresh-zone ontstaan. Die hoeft u niet te verwijderen omdat ze automatisch verdampen door de warmte van de compressor. Het dooiwater loopt via een gootje en een afvoerbuis naar een verdampsysteem aan de achterzijde van het toestel. Zorg ervoor dat het dooiwater altijd ongehinderd kan weglopen.
Reiniging en onderhoud Vóór het reinigen Gebruik nooit een reinigingsmiddel dat zand, schuurmiddelen, soda, zuren of chloorverbindingen bevat. Gebruik ook geen chemische oplosmiddelen. Ook ongeschikt zijn zogenaamde schuurmiddelen die "vrij zijn van schuurmiddelen", want die veroorzaken matte vlekken. Gebruik voor het onderhoud van de roestvrijstalen oppervlakken een geschikt onderhoudsmiddel voor roestvrij staal (dat u bij de Technische Dienst van Miele kunt aanschaffen).
Reiniging en onderhoud ^ Wrijf de roestvrijstalen oppervlakken na elke reiniging in met een geschikt onderhoudsmiddel voor roestvrij staal. Het is belangrijk de roestvrijstalen oppervlakken na elke reiniging met een onderhoudsmiddel voor roestvrij staal te behandelen. Dit beschermt de roestvrijstalen oppervlakken en het voorkomt dat de oppervlakken weer gauw vuil worden. Na het reinigen ^ Plaats alle onderdelen in het toestel. ^ Steek de stekker in het stopcontact en schakel het toestel in.
Wat gedaan als . . . ? Herstellingen aan elektrische toestellen mag u enkel en alleen door een vakman laten uitvoeren. Door ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen er niet te onderschatten risico’s ontstaan voor de gebruiker. Wat gedaan als . . . . . . het toestel niet koelt? ^ Ga na of het toestel ingeschakeld is. De temperatuurindicator moet branden. ^ Ga na of de stekker van het toestel goed in het stopcontact zit. ^ Controleer of de zekering op uw elektrische installatie uitgeschakeld is.
Wat gedaan als . . . ? . . . de binnenverlichting niet meer werkt? Was de deur van de koelzone gedurende lange tijd geopend? De verlichting schakelt automatisch uit als de deur 15 minuten geopend is gebleven. Als de binnenverlichting ook niet werkt als de deur maar eventjes open gaat, maar de temperatuurindicator werkt wel, dan is de verlichting defect. Als u de storing niet kunt verhelpen aan de hand van deze aanwijzingen, dient u een beroep te doen op de Technische Dienst van Miele.
Waar bepaalde geluiden vandaan komen Heel normale geluiden Waar komen ze vandaan? Brrrrr... Gebrom komt van de motor (compressor). Dat kan even wat harder worden terwijl de motor ingeschakeld wordt. Blubb, blubb.... Geborrel, geklots of gezoem komt van het koelmiddel dat door de buisjes vloeit. Klik.... U hoort een klik telkens als de thermostaat de motor in- of uitschakelt. Sssrrrrr....
Technische Dienst van Miele/garantie Neem in geval van storingen die u zelf niet kan verhelpen, contact op met ^ uw Miele-handelaar of ^ de Technische Dienst van Miele. Het adres en de telefoonnummers van onze Technische Dienst vindt u op de rugzijde van deze gebruiksaanwijzing. Wanneer u daar een beroep op doet, geef dan a.u.b. altijd het type- en het machinenummer van uw toestel op. Deze gegevens vindt u op het typeplaatje binnen in het toestel.
Elektrische aansluiting Dit toestel wordt aansluitklaar geleverd, is dus voorzien van snoer en stekker. Het apparaat is geschikt om te worden aangesloten op eenfasige stroom 220 - 240 V, 50 Hz. Dit toestel mag enkel op een degelijk geaard stopcontact worden aangesloten. Om de veiligheid te verhogen, verdient het aanbeveling een verliesstroomschakelaar met een uitschakelstroom van 30 mA voor het toestel te schakelen. U dient smeltveiligheden van 10 A te voorzien.
Montagerichtlijnen Luchttoevoer en -afvoer Een niet-ingebouwd toestel kan kantelen! Opstelplaats Kies geen plaats direct naast een fornuis, een verwarming of in de omgeving van een venster met directe inval van zonnestralen. Hoe hoger de omgevingstemperatuur, hoe langer de compressor moet werken, waardoor er meer stroom wordt verbruikt. Een droge, ventileerbare ruimte is geschikt.
Montagerichtlijnen Vóór het inbouwen van het toestel ^ Voor u het toestel inbouwt, neemt u de opvullijst, de boordband en het andere toebehoren uit het toestel of van de achterzijde van het toestel. ^ Neem in geen geval de afstandsstukken van de rugzijde van het toestel weg. Ze zorgen ervoor dat de noodzakelijke afstand tussen de rug en de wand bewaard blijft. ^ Verwijder de kabelhouder aan de achterzijde van het toestel. ^ Ga na of alle onderdelen op de achterwand van het toestel vrij zijn.
Inbouwafmetingen Hoogte van de nis [mm] A K 9457 iD 1220 - 1236 K 9557 iD 1397 - 1413 K 9757 iD 1772 - 1788 37
De deurscharnieren instellen De deurscharnieren werden in de fabriek zo ingesteld dat de toesteldeur ver geopend kan worden. Moet de openingshoek van de toesteldeur om bepaalde redenen beperkt worden, dan kan dat gebeuren door de scharnier in te stellen. – Als u wenst dat de toesteldeur bij het openen afgeveerd wordt en de deur zachter opent, kunt u de veerkracht van de toesteldeur versterken. Stel met het oog daarop de deurscharnieren met de bijgevoegde inbussleutel in. – Als de toesteldeur bijv.
De scharnieren verplaatsen Voor u het toestel inbouwt, dient u na te gaan naar welke zijde de deur moet opengaan. Als de scharnieren links moeten staan, moet u ze verplaatsen. ^ Draai de bevestigingsschroeven d helemaal los en schroef ze in het bovenste en onderste gat in de tegenovergestelde zijde f.
De scharnieren verplaatsen ^ Maak de kogeltap b los met behulp van een steeksleutel en neem de deursluitdemper c samen met de kogeltap af. De deursluitdemper bevestigen ^ Leg de toesteldeur opnieuw met de buitenzijde naar onderen gericht op een stabiele ondergrond. De deursluitdemper niet van de kogeltap aftrekken! Gevaar voor beschadiging! ^ Schroef de kogeltap b van de deursluitdemper c in het nieuwe bevestigingsgat. ^ Trek de deursluitdemper c open en haak de houder a vast aan het scharnier.
De scharnieren verplaatsen ^ Schuif de toesteldeur op de vooraf gemonteerde schroeven en draai de schroeven vast. ^ Breng de afdekkingen a, b en c aan. ^ Breng de pen om de openingshoek van de deur te begrenzen langs boven in de scharnieren aan.
Het toestel inbouwen Inbouw in een scheidingswand Alle montagestappen zijn beschreven voor een toestel met een rechtsscharnierende deur. Als u de draairichting van de deur hebt veranderd naar links, moet u hiermee rekening houden in de montagestappen. Als het toestel in een scheidingswand wordt ingebouwd, moet de achterzijde van de inbouwnis ter hoogte van het toestel worden afgedekt.
Het toestel inbouwen Het toestel in gereedheid brengen ^ Open de deur van het toestel. ^ Schuif de opvullijst a (noppen naar onderen) in de gleuf en haak ze met de noppen in de sleutelgaten b vast. ^ Verplaats het aansluitsnoer zodat u het toestel na de inbouw gemakkelijk op het elektriciteitsnet kunt aansluiten. ^ Schuif het toestel voor twee derde in de inbouwnis. Let erop dat het aansluitsnoer niet gekneld raakt wanneer u het toestel op zijn plaats schuift.
Het toestel inbouwen Het toestel inbouwen ^ Plaats de afdekking g op het bevestigingsprofiel h. ^ Schroef het bevestigingsprofiel h met de schroeven i (M5 x 15) onder aan het toestel vast. ^ Trek de beschermfolie van de boordband j. ^ Kleef de boordband op de kant van het toestel langs waar de deur open gaat. De boordband moet in één lijn liggen met de voorzijde. Start de boordband hierbij vanaf de onderkant van de bovenste afdekking d en stop 2 - 3 mm boven het onderste bevestigingsprofiel h.
Het toestel inbouwen Bij meubels met stootonderdelen (zoals noppen, dichtingsstroken enz.) moet de opbouwdikte van deze onderdelen worden ingecalculeerd, zodat er ook hier een afstand van 42 mm is. Het toestel in de nis bevestigen ^ Trek het toestel wat uit, naar gelang de opbouwdikte. De scharnieren en afdekkingen staan nu naar gelang de opbouwdikte wat meer naar voren. Tip: Verwijder de stootonderdelen! Ook dan bevindt alles zich in één lijn met de naastliggende meubeldeuren.
Het toestel inbouwen ^ Breek het uitstekende stuk van de onderste afdekking e af. U hebt dit niet meer nodig. ^ Plaats de profielafdekking g op het onderste bevestigingsprofiel c. ^ Sluit de toesteldeur. De meubeldeur monteren ^ Draai de schroeven b op de bovenste en onderste bevestigingsprofielen c wat los. ^ Schuif de bevestigingsprofielen c tot tegen de meubelwand en draai de schroeven b weer vast. ^ Schroef de bevestigingsprofielen c met de schroeven d vast op de meubelwand.
Het toestel inbouwen ^ Teken met een potlood dunnetjes een middellijn op de binnenkant van de meubeldeur. ^ Hang de bevestigingstraverse d met de montagehulpstukken op de binnenzijde van de meubeldeur. Plaats de bevestigingstraverse juist in het midden. ^ Schroef de bevestigingstraverse met minstens 6 korte spaanplaatschroeven e (4 x 14 mm) vast. (Bij cassettedeuren gebruikt u maar 4 schroeven op de rand). ^ Trek de montagehulpstukken naar boven weg f. ^ Hang de meubeldeur op de regelbouten h.
Het toestel inbouwen De toesteldeur op de meubeldeur vastschroeven: ^ Schroef het bevestigingsprofiel a met de inbusschroef b in de voorgeboorde gaten in de toesteldeur. Zorg ervoor dat de twee metalen randen c in één lijn staan (symbool II). ^ Boor de bevestigingsgaten d voor in de meubeldeur en draai de schroeven e (4 x 14 mm) erin. (Bij grote of tweedelige meubeldeuren schroeft u een tweede set bevestigingsprofielen a ter hoogte van de greep in de deur vast.
Het toestel inbouwen ^ Bevestig de afdekkingen. Controleer op de volgende manier of het toestel correct is ingebouwd: – De deur moet correct sluiten. – De deur mag niet vlak tegen het meubel liggen. – De dichting in de bovenhoek aan de kant met de greep moet nauw aansluiten. Plaats bij wijze van test een ingeschakelde zaklamp in het toestel en sluit de toesteldeur. Verduister het vertrek en controleer of er licht te zien is aan de zijkanten van het toestel.
Wijzigingen voorbehouden / 4108 K 9457 iD, K 9557 iD, K 9757 iD M.-Nr.