Gebruiks- en montage-aanwijzing voor de koel-vriescombinatie met NoFrost-systeem KDN 12623 S KDN 12823 S Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat. nl - NL M.-Nr.
Inhoud Beschrijving van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Het besparen van energie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Het in- en uitschakelen van de koel-vriescombinatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud Maximale vriescapaciteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Het bewaren van diepvriesproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Wat gebeurt er bij het invriezen van verse levensmiddelen? . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Het invriezen en bewaren van verse levensmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Waar u daarbij op moet letten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Beschrijving van het apparaat a Aan / Uit - toets d Superfrost - toets met controlelampje b Temperatuurtoets e Toets voor het uitschakelen van de zoemer met controlelampje c Temperatuuraanduiding van de koelzone 4
Beschrijving van het apparaat a Boter- en kaasvak b Plateaus c Deurvak, o.a.
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van het apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Efficiënt gebruik Deze koel-vriescombinatie voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen. Door ondeskundig gebruik kunnen personen echter letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan. Lees deze gebruiksaanwijzing daarom eerst aandachtig door voordat u dit apparaat voor het eerst gebruikt. Hierin vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de plaatsing, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud van het apparaat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Technische veiligheid ~ Controleer vóórdat de koel-vriescombinatie wordt geplaatst, of het apparaat zichtbaar beschadigd is. Een beschadigde koel-vriescombinatie mag niet worden geplaatst en niet in gebruik genomen. ~ Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze door een erkend vakman / vakvrouw worden vervangen. ~ Deze koel-vriescombinatie bevat het koelmiddel isobutaan (R600a). Dit is een natuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ De elektrische veiligheid van de koel-vriescombinatie is uitsluitend gegarandeerd als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende veiligheidsbepalingen is geïnstalleerd. Laat de huisinstallatie bij twijfel door een vakman / vakvrouw inspecteren. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door een ontbrekende of beschadigde aarddraad (bijv. een elektrische schok).
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Veilig gebruik ~ Raak ingevroren levensmiddelen niet met natte handen aan. Doet u dat wel, dan zouden uw handen vast kunnen vriezen en zou u zich kunnen verwonden. ~ Nuttig ijsblokjes en ijslolly's, vooral waterijsjes, nooit meteen nadat u ze uit de diepvrieszone heeft gehaald. Door de zeer lage temperatuur van deze producten zouden uw lippen en tong kunnen vastvriezen en zou u zich kunnen verwonden.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Behandel de deurdichting niet met olie of vet. Doet u dat wel, dan worden de deurdichtingen in de loop van de tijd poreus. ~ Sluit de roosters in het apparaat niet af. Wanneer deze roosters geblokkeerd zijn kan er geen goede luchtgeleiding plaatsvinden, waardoor het stroomverbruik stijgt en bepaalde onderdelen van de koel-vriescombinatie beschadigd kunnen raken. ~ De koel-vriescombinatie is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse.
Het besparen van energie Normaal energieverbruik Te hoog energieverbruik Plaatsing van het apparaat In ruimten waar kan worden geventi- In gesloten ruimten waar niet leerd kan worden geventileerd Op een plaats waar de zon niet direct op kan schijnen Op een plaats waar de zon direct op kan schijnen Niet naast een warmtebron (verwarming, fornuis) Naast een warmtebron (verwarming, fornuis) Bij een kamertemperatuur van ca.
Het in- en uitschakelen van de koel-vriescombinatie Voor het eerste gebruik Koude-accu ^ Reinig de binnenkant van de koelvriescombinatie en de toebehoren. Gebruik daarvoor lauwwarm water met een beetje reinigingsmiddel. Leg de koude-accu in de bovenste diepvrieslade. ^ Wrijf daarna alles met een doek droog. Laat het apparaat na transport ca. 1/2 tot 1 uur staan voordat u het aansluit. Dat is zeer belangrijk voor een goede werking van de koel-vriescombinatie.
De juiste temperatuur Het is voor de houdbaarheid van de levensmiddelen zeer belangrijk dat de juiste temperatuur wordt ingesteld. Door micro-organismen bederven de levensmiddelen erg snel. De temperatuur beïnvloedt de snelheid waarmee de micro-organismen groeien. Hoe lager de temperatuur, des te langer het duurt voordat de levensmiddelen bederven. Wanneer u voor het bewaren van levensmiddelen de juiste temperatuur instelt kunt u daarmee bederf voorkomen of vertragen.
De juiste temperatuur Het instellen van de temperatuur De temperaturen in de koel- en diepvrieszone kunt u instellen met behulp van de temperatuurtoets. ^ Druk zo vaak op de temperatuurtoets, totdat de gewenste temperatuur in de temperatuuraanduiding verschijnt. De temperatuurwaarde verandert voortdurend. Wanneer de temperatuur in de koelzone op 5 °C is ingesteld, wordt in de diepvrieszone een temperatuur van -18 °C bereikt.
Waarschuwingssysteem Dit apparaat is uitgerust met een waarschuwingssysteem. Dit treedt in werking wanneer de temperatuur in diepvrieszone ongemerkt stijgt en wanneer één van de deuren te lang openstaat, waardoor teveel energie wordt verbruikt en het voor de opgeslagen levensmiddelen te warm dreigt te worden. Deuralarm Temperatuuralarm Het systeem is automatisch klaar voor gebruik en hoeft niet apart te worden ingeschakeld.
De functie "Superfrost" Het gebruik van de superfrost Het uitschakelen van de superfrost Verse levensmiddelen moeten zo snel mogelijk tot in de kern worden ingevroren. Alleen zo blijven voedingswaarde, vitaminen, vorm en smaak behouden. De superfrost wordt automatisch na 65 uur uitgeschakeld. Met behulp van de functie "Superfrost" kunt u verse levensmiddelen optimaal invriezen. De superfrost moet u al vóór het invriezen van verse levensmiddelen inschakelen.
Het inruimen, koelen en bewaren van levensmiddelen Gedeelten met verschillende temperaturen Door de natuurlijke luchtcirculatie ontstaan er in de koelzone gedeelten met verschillende temperaturen. Maak daar bij het inruimen van de levensmiddelen gebruik van. De koude, zware lucht zakt in het onderste gedeelte van het apparaat. Koelste gedeelte in de koelzone Het koelste gedeelte in de koelzone bevindt zich direct boven de groente- en fruitladen.
Het inruimen, koelen en bewaren van levensmiddelen Voor het apparaat ongeschikte levensmiddelen Levensmiddelen afdekken of niet? Niet alle levensmiddelen zijn geschikt om in de koelzone te worden bewaard. Hiertoe behoren: Bewaar levensmiddelen alleen afgedekt of verpakt. Zo voorkomt u dat er levensmiddelenluchtjes vrijkomen en op andere levensmiddelen worden overgedragen. Tevens voorkomt u dat de levensmiddelen uitdrogen en dat mogelijk aanwezige bacteriën zich verspreiden.
Het inruimen, koelen en bewaren van levensmiddelen – Voorbeelden van groenten en fruit die erg gevoelig reageren op gassen van andere groente- en fruitsoorten: Broccoli, bloemkool, spruitjes, kiwi's, mango's, honingmeloen, appels, abrikozen, komkommers, tomaten, peren, nectarines en perziken. Voorbeeld: Appels en broccoli kunnen niet samen in één lade worden opgeslagen, omdat appels veel natuurlijk gas afscheiden en broccoli op dit soort gas zeer gevoelig reageert.
Het indelen van de binnenruimte Plateaus De plateaus kunt u in hoogte verstellen zodat er producten van verschillende hoogte kunnen worden neergezet / neergelegd. ^ Til het plateau iets op. ^ Trek het iets naar voren. ^ Til het met de uitsparing over de plateauribben heen. ^ Verplaats het naar boven of naar beneden. De opstaande rand die aan de achterkant zit moet naar boven wijzen, zodat de levensmiddelen niet met de achterwand in aanraking kunnen komen en eraan vastvriezen.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Maximale vriescapaciteit Levensmiddelen kunnen het best zo snel mogelijk tot in de kern worden ingevroren. Daarvoor is het noodzakelijk dat de maximale vriescapaciteit niet wordt overschreden. De maximale vriescapaciteit binnen 24 uur vindt u op het typeplaatje "Vriescapaciteit ..... kg/24 h". Dit vermogen is berekend volgens de norm DIN EN ISO 15502.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Het invriezen en bewaren van verse levensmiddelen Waar u daarbij op moet letten – Kruid en zout verse levensmiddelen en geblancheerde groente vóór het invriezen niet. Kruid en zout reeds bereide gerechten voor het invriezen slechts licht. Sommige kruiden veranderen de smaakintensiteit van de gerechten.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Vóórdat u de verse levensmiddelen in het apparaat legt ^ Wanneer u meer dan 2 kg verse levensmiddelen heeft, schakel dan een tijdje vóórdat u deze in het apparaat legt de functie "Superfrost" in. Zie hoofdstuk: "De functie "Superfrost"". De producten die al zijn ingevroren krijgen zo een koudereserve. Het inruimen De levensmiddelen kunnen overal in de diepvrieszone worden ingevroren.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Het ontdooien van ingevroren producten Het bereiden van ijsblokjes Dat kunt u doen – in de magnetron; – in de oven bij het verwarmingssysteem "Hetelucht" of "Ontdooien"; – bij kamertemperatuur; – in de koelkast (de koude die daarbij vrijkomt kan voor het koelen van de andere levensmiddelen worden gebruikt); – in de stoomoven. Platte stukken vlees en vis kunnen gedeeltelijk ontdooid in een hete braadpan worden gelegd.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Diepvriesplateau Het gebruik van de koude-accu Op het diepvriesplateau kunt u kleinere producten invriezen, niet alleen fruit en groenten maar ook kruiden, zonder dat dat ten koste gaat van de kwaliteit. De koude-accu voorkomt dat de temperatuur in de diepvrieszone snel stijgt wanneer de stroom is uitgevallen. ^ Leg de in te vriezen producten op het diepvriesplateau. ^ Hang het diepvriesplateau in één van de bovenste diepvriesladen.
Het automatisch ontdooien van het apparaat Koelzone Diepvrieszone Terwijl de koel-vriescombinatie in werking is, kunnen zich aan de achterwand van de koelzone rijp en waterpareltjes vormen. Deze hoeft u niet te verwijderen, want de koelzone wordt automatisch ontdooid. Het apparaat is uitgerust met een "NoFrost" - systeem, waardoor het automatisch ontdooit.
Het reinigen van de koel-vriescombinatie Voor het reinigen Gebruik nooit zand-, zuur-, soda-, schuurmiddel- of chloridehoudende reinigingsmiddelen of chemische oplosmiddelen. Ongeschikt zijn ook zogenaamde "schuurmiddelvrije" schuurmiddelen, daar deze doffe plekken veroorzaken. Let erop dat er geen water in de elektronica, verlichting en ventilatieroosters terechtkomt. Zorg ervoor dat er geen reinigingswater door de afvoeropening voor het dooiwater loopt. Gebruik geen stoomreiniger.
Het reinigen van de koel-vriescombinatie Het reinigen van de deurdichtingen Behandel de deurdichtingen niet met olie of vet. Doet u dat wel, dan worden ze in de loop van de tijd poreus. ^ Reinig de deurdichtingen regelmatig alleen met helder water en droog ze daarna grondig met een doek. Na het reinigen ^ Plaats alle toebehoren weer terug in de koelzone. ^ Leg de levensmiddelen weer terug in de koelzone. ^ Sluit de deuren van koel-vriescombinatie. ^ Steek de stekker in het stopcontact.
Nuttige tips Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Wanneer dit niet gebeurt dan kan de gebruiker grote risico's lopen. Een aantal storingen kunt u echter zelf verhelpen. – er ineens een vrij grote hoeveelheid verse levensmiddelen is ingevroren. Is dat het geval, dan staat het apparaat heel lang te ronken en daalt de temperatuur in de koelzone automatisch. . . .
Nuttige tips . . . de ingevroren producten beginnen te ontdooien, doordat het in de diepvrieszone te warm is? . . . de zoemer gaat en het controlelampje van de toets voor het uitschakelen van de zoemer gaat knipperen? ^ Controleer of de kamertemperatuur onder de klimaatklasse van het apparaat ligt. De temperatuur in de diepvrieszone is te hoog, doordat Is dat het geval, ^ verhoog dan de kamertemperatuur. Wanneer de kamertemperatuur te laag is, slaat de koel-vriescombinatie minder vaak aan.
Nuttige tips . . . de binnenverlichting van de koelzone niet meer functioneert? . . . de bodem van de koelzone nat is? ^ Controleer of de temperatuuraanduiding brandt. De afvoeropening voor het dooiwater is verstopt. Is dat het geval, dan is het gloeilampje kapot. ^ Reinig het gootje en de afvoeropening voor het dooiwater. ^ Trek de stekker uit het stopcontact of schakel de hoofdschakelaar van de elektrische huisinstallatie uit.
Geluiden en de oorzaken ervan Vaak voorkomende geluiden Waar komen deze geluiden vandaan? Brrrrr... Dit brommende geluid komt van de motor (compressor). Wanneer de motor aanslaat klinkt dit geluid nog iets sterker. Blubb, blubb.... Deze klotsende, gorgelende of snorrende geluiden komen van de koelvloeistof die door de leidingen stroomt. Klik.... Dit klikkende geluid is altijd te horen wanneer de thermostaat de motor in- of uitschakelt. Sssrrrrr....
Afdeling Klantcontacten / Garantie Neem bij storingen die u niet zelf kunt verhelpen contact op met – uw Miele-handelaar of – de afdeling Klantcontacten van Miele Nederland B.V. Telefoonnummer en adres van Miele Nederland B.V. vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing. Geef bij het inschakelen van de afdeling Klantcontacten altijd het type en het nummer van het apparaat door. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje in de binnenruimte van het apparaat.
Elektrische aansluiting Dit apparaat mag alleen door een erkend elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Dit apparaat is voorzien van een aansluitkabel en een stekker met randaarde, geschikt voor aansluiting op 50 Hz 220 - 240 V. Dit apparaat mag uitsluitend worden aangesloten op een contactdoos met randaarde. Met verlengsnoeren kan een veilig gebruik van het apparaat namelijk niet worden gewaarborgd in verband met het gevaar voor oververhitting.
Tips voor het plaatsen van het apparaat Klimaatklasse Zet geen apparaten op uw koelapparaat die warmte afgeven, zoals broodroosters of magnetrons. Doet u dat wel, dan wordt er onnodig veel energie verbruikt. Plaats dit apparaat niet direct naast een ander koelapparaat ("side-by-side"). Doet u dat wel, kan er condenswater ontstaan, daar dit apparaat geen zijwandverwarming heeft. Vraag uw vakhandelaar om advies.
Tips voor het plaatsen van het apparaat Het plaatsen van het apparaat Het stellen van het apparaat ^ Haal eerst de kabelhouder van de achterkant van het apparaat af. ^ Controleer of alle delen aan de achterwand van het apparaat nergens tegenaan kunnen komen. Buig eventueel in de weg zittende delen voorzichtig weg. ^ Schuif het apparaat voorzichtig op de daarvoor bestemde plaats. ^ Zet het apparaat direct met de achterwand tegen de muur.
Tips voor het plaatsen van het apparaat Afmetingen van het apparaat A B C KDN 12623 S 1620 mm 600 mm 630 mm KDN 12823 S 1820 mm 600 mm 630 mm 38
Het veranderen van de draairichting van de deuren Het apparaat wordt geleverd met rechtsscharnierende deuren. Moeten de deuren linksscharnierend zijn, verander dan de draairichting. Het verwijderen van de deurgrepen Voor het veranderen van de draairichting van de deuren hebt u nodig:: – een kruiskopschroevendraaier, – een sleufschroevendraaier, – Torx-schroevendraaiers in verschillende maten – en een steeksleutel. Het is beslist noodzakelijk dat u iemand vraagt om u daarbij te helpen.
Het veranderen van de draairichting van de deuren Het verwijderen van de deuren Haal de levensmiddelen uit de deurvakken. ^ Sluit de bovenste deur. ^ Schuif greepgedeelte f een stukje naar links en haal het van afdekplaatje e af. ^ Draai het greepgedeelte f 180°. ^ Plaats afdekplaatje e van voren op greepgedeelte f en schuif het naar rechts. Het schrift moet leesbaar zijn. ^ Haal afdekplaatje g er af, draai het 180° en klik het er aan de andere kant weer op.
Het veranderen van de draairichting van de deuren ^ Sluit de onderste deur van het apparaat. ^ Trek kunststof kapje h van de lagersteun af. ^ Trek lagerbout i uit de lagersteun. ^ Til de onderste deur voorzichtig op, haal hem er af en zet hem aan de kant. ^ Haal stopje l uit het scharnierblok in de deur en zet het er aan de andere kant weer op. ^ Trek afdekplaatje j er af. ^ Klik veerklem m aan de onderkant uit de deur en zet de klem er aan de andere kant weer op.
Het veranderen van de draairichting van de deuren Het verplaatsen van de deuren ^ Trek afdekplaatje a naar voren en haal het er af. ^ Kiep het apparaat met de hulp van een ander persoon voorzichtig naar achteren en trek lagerbout b er uit. ^ Let daarbij op scharnierblok c. ^ Draai de schroeven d los en haal lagersteun e er af. ^ Haal afdekplaatje f er af en zet het er in de gaatjes aan de andere kant weer op.
Het veranderen van de draairichting van de deuren Het terugplaatsen van de deurgrepen Neem beslist de volgende instructies voor het terugplaatsen van de deurgrepen in acht. Wanneer de deurgrepen verkeerd worden gemonteerd, wordt de deurdichting beschadigd. ^ Maak lagersteun c met de schroeven d aan de andere kant weer vast. Boor de schroefgaten eventueel voor of gebruik een accu-schroevendraaier. ^ Zet de afdekplaatjes a en b er aan de andere kant weer op.
Het veranderen van de draairichting van de deuren ^ Schuif het zijgedeelte van de deurgrepen d vanaf de kant van het apparaat in de geleiding van de bevestigingsplaat totdat het hoorbaar vastklikt. Let er beslist op dat het zijgedeelte van de deurgrepen d niet tegen de deurdichting aankomt, wanneer de deur opengaat. Gebeurt dat wel, dan raakt de deurdichting op den duur beschadigd. Als dat het geval is, doe dan het volgende.
Het stellen van de deuren De deuren van het apparaat kunnen daarna ten opzichte van de ommanteling worden gesteld. De bovenste deur van het apparaat stelt u via de sleufgaten in de middelste lagersteun: In de volgende afbeelding is de deur niet gesloten. Zo kunnen wij beter laten zien hoe u te werk moet gaan. De onderste deur van het apparaat stelt u via de buitenste sleufgaten in de onderste lagersteun. ^ Draai de beide schroeven c er een beetje uit.
Het inbouwen van het apparaat De tussenruimte tussen het apparaat of de extra kast en het plafond moet minstens 300 cm2 bedragen, zodat de warme lucht ongehinderd kan worden afgevoerd. Is dat niet het geval, dan moet het apparaat meer presteren, wat meer stroom vergt. De ventilatieroosters mogen niet worden afgedekt of geblokkeerd. Bovendien moeten ze regelmatig stofvrij worden gemaakt. a Extra kast b Apparaat c Meubelwand d Muur Het apparaat kan in ieder keukenblok worden ingebouwd.
Wijzigingen voorbehouden / 3509 KDN 12623 S, KDN 12823 S M.-Nr.