Operation Manual
Dit apparaat is uitgerust met een waar
-
schuwingssysteem. Dit treedt in wer
-
king wanneer de temperatuur in diep
-
vrieszone ongemerkt stijgt en wanneer
één van de deuren te lang openstaat,
waardoor teveel energie wordt verbruikt
en het voor de opgeslagen levensmid
-
delen te warm dreigt te worden.
Temperatuuralarm
Wanneer de temperatuur in de diep
-
vrieszone te veel stijgt,
–
gaat er een zoemer;
– gaat de temperatuuraanduiding knip-
peren
– en gaat het controlelampje van de
toets voor het uitschakelen van de
zoemer knipperen.
Of het apparaat een temperatuur te
hoog vindt is afhankelijk van de inge-
stelde temperatuur.
De temperatuur stijgt te sterk wanneer:
–
u producten in de diepvrieszone legt,
hersorteert of eruit haalt en er daarbij
te veel warme lucht in de ruimte
stroomt;
–
u een vrij grote hoeveelheid levens
-
middelen invriest;
–
de stroom een vrij lange tijd uitge
-
schakeld is geweest.
Controleer dan of de levensmiddelen
geheel of gedeeltelijk zijn ontdooid.
Is dat het geval, verwerk deze levens
-
middelen dan door ze te koken of te
braden, alvorens ze opnieuw in te vrie
-
zen.
Deuralarm
Wanneer de deur van de koelzone of
die van de diepvrieszone langer dan
ca. 60 seconden openstaat, gaat de
zoemer.
Hoe kunnen wij het waarschu
-
wingssysteem inschakelen?
Het systeem is automatisch klaar voor
gebruik en hoeft niet apart te worden
ingeschakeld.
Het voortijdig uitschakelen van
de zoemer
Zodra het in de diepvrieszone koud ge-
noeg is, houdt de zoemer op en gaat
het controlelampje (bij temperatuura-
larm) uit.
Hindert de zoemer u, dan kunt u deze
voortijdig uitschakelen.
^
Druk op de toets voor het uitschake
-
len van de zoemer.
De zoemer houdt op.
Het controlelampje van de toets voor
het uitschakelen van de zoemer brandt
constant en gaat pas uit, wanneer het
in de diepvrieszone koud genoeg is.
Vanaf dat moment is het waarschu
-
wingssysteem weer klaar voor gebruik.
Waarschuwingssysteem
16